Arrêt Nº283127 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 13/01/2023

Judgment Date13 janvier 2023
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number283127
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 283 127 van 13 januari 2023
in de zaak RvV X / IV
In zake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat B. LOOS
Rotterdamstraat 53
2060 ANTWERPEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 21 oktober 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
22 september 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 21 november 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
8 december 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken K. POLLET.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat L. LUNDAHL loco advocaat B.
LOOS en van attaché E. GUSSE, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoeker, die verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten, dient een verzoek om internationale
bescherming in op 25 februari 2020.
1.2. Op 14 juni en 31 augustus 2021 wordt verzoeker gehoord door het Commissariaat-generaal voor de
Vluchtelingen en de Staatlozen (hierna ‘het CGVS’), bijgestaan door een tolk die het Pashtu machtig is
en in aanwezigheid van zijn advocaat.
1.3. Op 22 september 2022 neemt de commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
(hierna ‘de commissaris-generaal’) de bestreden beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en
van de subsidiaire beschermingsstatus, die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U verklaarde de Afghaanse nationaliteit te hebben en Pasjtoen te zijn. U bent zeventien jaar oud en bent
geboren en getogen in het dorp Salati, dat behoort tot de plaats Karki ne Kalai, gelegen in Mirzaka district
van de provincie Paktia.
In Afghanistan hield u zich onder meer bezig met bomen te hakken, naar de winkel te gaan, te studeren
in de moskee, thee te brengen naar de velden waarop uw moeder en grootmoeder wer kten. Zelf mocht u
niet bij de velden komen. Uw familie is sinds lang verwikkeld in een grondconflict waardoor u niet naar de
velden kon gaan. De tegenpartij bij dit grondconflict bestond uit S. en zijn twee zonen M. en S.. Ze zijn
machtig en commandanten van de taliban. In het kader van dit grondconflict werd uw grootvader gedood
op een berg door S. en S. toen uw vader nog een kind was. S. overleed bij de taliban ongeveer twee jaar
voor uw vertrek. Hij werd vervangen door S., die nog steeds actief is voor de taliban. M. was een goed
persoon die u Pasjtoe leerde.
Toen uw vader volwassen was, zei hij aan mensen dat die velden tot zijn familie behoorden. Uw vader
werkte voor de Amerikanen. Niemand in het dorp was op de hoogte van zijn werk bij de buitenlanders.
Toen ze dit vernamen, begonnen de dorpelingen jullie ongelovigen te noemen. Vijf maanden voor uw
vertrek werd u door S. geslagen met stokken nabij jullie velden. Hij zei dat u niet meer naar deze velden
mocht komen omdat het hun velden waren. Vier maanden voor uw vertrek werd u een tweede keer
geslagen door S. toen u nabij uw velden was. Ongeveer drie maanden voor uw vertrek vroeg S. om met
hem mee te komen opdat hij u kon laten toetreden bij de taliban. Hij zei dat u dit niet aan uw moeder
mocht zeggen, maar u deed dit toch. Ze zei dat u vanaf dan het huis niet meer mocht verlaten en
informeerde uw vader. U vermoedt dat S. u in feite wilde meenemen naar een berg om u er te doden om
dan aan de mensen te kunnen zeggen dat u gedood was door de taliban. Op een avond kwam S. naar
jullie huis. Hij stelde voor aan uw vader om ergens naartoe te gaan en uw vader wandelde met hem weg.
De volgende ochtend bleek uw vader niet thuisgekomen. Nadien contacteerden jullie S. om hem te vragen
waar uw vader was. Hij zei dat uw vader was meegenomen door de taliban omdat hij voor de ongelovigen
werkte.
Een maand voor uw vertrek vroegen jullie S. waar uw vader was. Hij sloeg u en uw moeder. Jullie
informeerden uw oom van moederszijde die voorstelde om te verhuizen. Jullie verhuisden naar het huis
van uw maternale ooms in het dorp Shawat, waar u nog tien dagen verbleef. Uw maternale oom M. regelde
uw reis en u verliet Afghanistan ongeveer tweeënhalf of drie jaar geleden, in hamal (Afghaanse kalender,
komt overeen met maart-april 2018 in de Gregoriaanse kalender) en reisde naar België, waar u op 25
februari 2020 een verzoek om internationale bescherming indiende.
Uw moeder en vier broers verblijven momenteel nog steeds in Shawat dorp. U had regelmatig contact
met uw maternale oom Ghazni vanuit België. Sinds de machtsovername door de taliban had u geen
contact meer met uw familie. Bij terugkeer naar Afghanistan vreest u dat u gedood zou worden omwille
van het grondconflict met S., die met de taliban samenwerkt.
In het kader van uw verzoek om internationale bescherming legt u de volgende documenten neer: uw
originele taskara, de originele taskara van uw vader, de originele taskara van uw moeder, een origineel
appreciatiecertificaat van uw vader d.d. 19 november 2012, een attest van het AZ Klina ter beschrijving
van een heup- en bekkenonderzoek, een originele briefomslag en opmerkingen over het persoonlijk
onderhoud bij het CGVS.
B. Motivering
Vooreerst moet worden opgemerkt dat het Commissariaat-generaal op grond van het geheel van de
gegevens in uw administratief dossier, van oordeel is dat er in uw hoofde op het moment van uw
persoonlijk onderhouden, als niet-begeleide minderjarige, bijzondere procedurele noden konden worden
aangenomen.
Om hier op passende wijze aan tegemoet te komen, werden er u in het kader van de behande ling van uw
verzoek door het Commissariaat-generaal steunmaatregelen verleend.
Meer bepaald werd er u een voogd toegewezen die u bijstaat in het doorlopen van de asielprocedure;
werd het persoonlijk onderhoud afgenomen door een gespecialiseerde protection officer, die binnen de
diensten van het Commissariaat-generaal een specifieke opleiding volgde om minderjarigen op een
RvV X - Pagina 3
professionele en verantwoorde manier te benaderen; heeft het persoonlijk onderhoud plaatsgevonden in
het bijzijn van uw voogd en advocaat die in de mogelijkheid verkeerden om opmerkingen te formuleren
en stukken neer te leggen; en werd er bij de beoordeling van uw verklaringen rekening gehouden met uw
jeugdige leeftijd en maturiteit, evenals met de algemene situatie in uw land van herkomst.
Tijdens de procedure in het kader van uw verzoek om internationale bescherming werd u echter
meerderjarig. Bijgevolg kan de Internationale Conventie voor de rechten van het kind op u niet worden
toegepast.
Gelet op wat voorafgaat kan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze worden aangenomen dat uw
rechten in het kader van onderhavige procedure gerespecteerd worden evenals dat u kunt voldoen aan
uw verplichtingen.
Na grondig onderzoek van al uw verklaringen en alle stukken in uw administratief dossier dient
geconcludeerd te worden dat u noch het vluchtelingenstatuut, noch het subsidiair beschermingsstatuut
kan worden toegekend. U bent er immers niet in geslaagd een gegronde vrees voor vervolging in de zin
van de Vluchtelingenconventie of het bestaan van een reëel risico op het lijden van ernstige schade zoals
bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming aannemelijk te maken.
Een analyse van recente internationale rapporten en berichtgeving wijst op de aanwezigheid van gerichte
mensenrechtenschendingen in Afghanistan. In die context kunnen Afghanen met een risicoprofiel effectief
een risico op vervolging lopen in de zin van de Vluchtelingenconventie. Indien na een grondig individueel
onderzoek van het verzoek om internationale bescherming blijkt dat een Afghaanse verzoeker een
dergelijk risico loopt, zal het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) in
principe de vluchtelingenstatus toekennen.
U vreest bij terugkeer om problemen te ondervinden met S. en zijn familie omwille van een grondconflict
waardoor uw grootvader om het leven werd gebracht, waardoor uw vader, die voor de Amerikanen werkte,
ontvoerd werd en waardoor u geslagen werd. U slaagde er evenwel niet in om dit grondconflict, noch de
concrete gevolgen ervan voor u en uw familie, aannemelijk te maken.
In de eerste plaats moet worden opgemerkt dat u geen enkel (begin van) bewijs neerlegt van jullie
eigendom. Ofschoon u beweerde dat er in Afghanistan geen documenten bestaan (CGVS 2, p. 10) blijkt
uit objectieve informatie toegevoegd aan uw administratief dossier dat er wel degelijk eigendomsak ten en
afgeleiden bestaan in Afghanistan. Indien uw familie werkelijk reeds jaren- of zelfs decennialang in conflict
ligt met een andere familie omwille van een stuk grond, mag zeker verwacht worden dat jullie stappen
zouden hebben ondernomen om te kunnen attesteren dat het stuk grond wel degelijk jullie toebehoort.
Het feit dat u dan ook niet alleen geen dergelijk document neerlegt maar zelfs stelt dat dit niet mogelijk is
in Afghanistan, zet de geloofwaardigheid van dit conflict reeds op losse schroeven.
Verder wordt de geloofwaardigheid van het grondconflict verder ondermijnd omdat uw verklaringen
hieromtrent bijzonder vaag en onwaarschijnlijk waren. Zo slaagde u er niet in om de oorzaak van het
grondconflict tussen uw familie en de familie van S. toe te lichten. U stelde dat uw grootvader in de bergen
gedood was door S. en S(x). omwille van het grondconflict (CGVS 1, p. 16, 26; CGVS 2, p. 8) maar
meermaals gevraagd naar de werkelijke oorzaak van het grondconflict zelf, kwam u niet verder dan
algemeen te stellen dat de tegenpartij jullie grond wilden omdat ze machtig zijn (CGVS 1, p. 25) en dat er
in Afghanistan veel conflicten over grond zijn (CGVS 2, p. 8). Of er voor de dood van uw grootvader al
slachtoffers waren gevallen in dit conflict wist u niet (CGVS 2, p. 10). Nochtans zou u goed op de hoogte
moeten zijn van dit grondconflict dat de oorzaak was van de dood van uw grootvader, de ontvoering van
uw vader en uw eigen vertrek uit uw land van herkomst.
Uw jeugdige leeftijd kan hiertoe geen verschoning bieden gezien de impact van dit conflict op uw verdere
leven. U kon zich hierover informeren bij uw oom Ghazni met wie u nog contact onderhield na uw komst
naar België (CGVS 1, p. 12-13; CGVS 2, p. 2). U stelde verder dat uw grootmoeder vermoedde dat uw
grootvader gedood werd door S(x). en S. (CGVS 2, p. 9) maar dat uw grootvader volgens S. en S(x). zelf
om het leven kwam door een val (CGVS 2, p. 9). Aangezien u beweerde dat het hier om
talibancommandanten ging die de macht in de regio reeds in handen hadden minstens sinds jullie er
woonden, hetgeen iedereen in het dorp weet maar waar niemand iets tegen kan ondernemen en waarbij
onderhandeling onmogelijk is omdat zij geaffilieerd zijn met de dorpsouderen (CGVS 1, p. 28; CGVS 2,
p. 10, 11, 12, 15, 17), is het zeer weinig plausibel dat zij de moord op een rivaal zouden ontkennen in de
plaats van deze aan te grijpen om als voorbeeld te dienen voor andere rivalen met wie zij eventueel een

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT