Arrêt Nº283087 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 12/01/2023

Judgment Date12 janvier 2023
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number283087
CourtVIIIe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 283 087 van 12 januari 2023
in de zaak RvV X / VIII
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat N. EL JANATI
Rue Lucien Defays 24-26
4800 VERVIERS
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie
DE VOORZITTER VAN DE VIIIe KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Syrische nationaliteit te zijn, op 1 augustus 2022 heeft
ingediend om bij uiterst dringende noodzakelijkheid de schorsing van de tenuitvoerlegging en de
nietigverklaring te vorderen van de beslissing van de gemachtigde van de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie van 26 juli 2022 tot terugleiding naar de grens en vasthouding in een welbepaalde plaats met
het oog op overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat.
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gezien het arrest nr. 275 748 van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van 5 augustus 2022,
waarbij de vordering tot schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid wordt bevolen.
Gelet op de beschikking van 1 december 2022 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet,
waarvan hierbij een kopie gaat.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
Artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet) bepaalt:
“Bij beschikking stelt de kamervoorzitter of de door hem aangewezen rechter de partijen in kennis dat de
kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen tenzij één van de partijen, binnen een termijn van
vijftien dagen na het versturen van de beschikking, vraagt om gehoord te worden. […]”
Uit deze bepaling vloeit voort dat de verzending van de beschikking via elektronische weg (JBOX) of
een ter post aangetekende brief en niet de kennisgeving ervan de voorziene termijn van vijftien dagen
laat ingaan (in die zin: GwH 13 juni 2013, nr. 84/2013; RvS 30 april 2015, nr. 11.257 (c); RvS 5 augustus
2014, nr. 10.691 (c)). Bijgevolg begint de termijn te lopen de dag die volgt op de dag van verzending van
de beschikking.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT