Arrêt Nº282091 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 19/12/2022

Judgment Date19 décembre 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number282091
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X- Pagina 1
nr. 282 091 van 19 december 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat T. MOSKOFIDIS
Eindgracht 1
3600 GENK
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 10 juli 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
28 juni 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 5 oktober 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 24 oktober 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat A. HAEGEMAN, die loco advocaat T. MOSKOFIDIS verschijnt
voor de verzoekende partij, en van attaché E. GUSSÉ, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 1999.
1.2. De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 23 december 2018. Op 28
december 2018 dient de verzoekende partij een eerste verzoek om internationale bescherming in. Op
28 augustus 2019 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en de subsidiaire
beschermingsstatus. Tegen voormelde beslissing dient de verzoekende partij geen beroep in bij de
Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
RvV X- Pagina 2
1.3. Op 18 december 2019 dient de verzoekende partij een tweede verzoek om internationale
bescherming in. Op 23 maart 2020 neemt de commissaris-generaal een beslissing tot niet-ontvankelijk
verzoek. De verzoekende partij dient geen beroep in tegen deze beslissing.
1.4. Op 1 december 2021 dient de verzoekende partij een derde verzoek om internationale bescherming
in. Op 28 juni 2022 neemt de commissaris-generaal een beslissing tot niet-ontvankelijk verzoek. Deze
beslissing, die de verzoekende partij bij aangetekende brief van 28 juni 2022 ter kennis wordt gebracht,
is de bestreden beslissing:
A. Feitenrelaas
U verklaarde de Afghaanse nationaliteit te bezitten, van etnische afkomst Hazara te zijn en van
geloofsovertuiging ismaëliet te zijn. U verklaarde bij uw eerste verzoek om internationale bescherming
17,5 jaar oud te zijn maar op basis van leeftijdsonderzoek werd u destijds ruim 20 jaar oud bevonden. U
bent geboren en opgegroeid in het dorp Kampirak in het district Dahana-e-Ghori, provincie Baghlan. U
ging daar naar school en studeerde af van de twaalfde klas. U deed landbouwwerk op de gronden van
uw familie en zorgde voor het vee.
Mensen van de regio behandelden u en andere ismaëlieten slecht. Ze zeiden dat jullie geen moslims
zijn, dat jullie dingen doen die niet in de koran staan, dat er in jullie gebedsplaats geen vaste plaats is
voor een imam enz. Vroeger was er lokale politie in uw dorp, er waren toen ook al taliban actief in uw
regio. In de lente van het jaar van uw vertrek namen de taliban het district en uw dorp in en staken de
basissen in brand. De taliban zeiden dat families die zonen hadden die oud genoeg waren hen moesten
sturen om aan te sluiten bij het islamitisch emiraat en om jihad te doen en de dorpsouderen stemden
onwillig in met deze eis. U was de oudste zoon van jullie gezin, maar uw vader wou u niet naar de
taliban sturen en regelde uw vertrek uit Afghanistan.
Na uw vertrek stuurden de taliban een oproepingsbrief naar uw huis waarin uw vader gevraagd werd
zich aan te melden bij het gerecht, daarna stuurden de taliban een dreigbrief naar uw vader. Uw vader
reageerde niet op deze brieven. De taliban stuurden dan een strijder die uw vader meenam naar hun
gerecht. Uw vader verklaarde niet te weten waar u was, maar de taliban zeiden dat hij loog, sloegen
hem en hielden hem vast. Uw moeder zei aan de dorpsouderen dat er geen kostwinner en man meer
was in het gezin en vroeg om hulp. De dorpsouderen spraken met de taliban en garandeerden dat uw
vader u zou overhandigen aan hen als hij iets te weten zou komen over u. De ouderen en uw vader
tekenden een document ter bevestiging hiervan. Uw vader werd dan vrijgelaten na twee weken
vasthouding. Uw vader moest tarwe, gerst en de helft van jullie vee geven aan de taliban om vergiffenis
te krijgen. Uw vader staat sindsdien onder toezicht van de taliban en mag nergens naartoe gaan. U
reisde via Iran naar Turkije. In Turkije verbleef u vijf maanden in Istanboel. U werkte er in een
kledingfabriek om uw verdere reis te financieren. U reisde verder naar Griekenland, waar u ongeveer
tien maanden verbleef en een verzoek om internationale bescherming indiende. U verbleef acht
maanden in slechte omstandigheden in een vluchtelingenkamp op het eiland Lesbos, vervolgens
verbleef u op een eiland nabij Athene waar u werkte bij de olijven- en sinaasappeloogst. U werd
geïnformeerd dat uw tweede interview pas in 2022 zou plaatshebben maar u wou niet zo lang in
Griekenland blijven omdat er geen mogelijkheid is om te werken of te studeren. U reisde verder naar
België waar u aankwam op 23 december 2018, anderhalf jaar of langer na uw vertrek uit Afghanistan,
en op 28 december 2018 een verzoek om internationale bescherming deed. Bij terugkeer naar
Afghanistan vreest u gedood te worden.
Ter ondersteuning van uw eerste verzoek om internationale bescherming legde u kopieën van de
volgende documenten neer: uw taskara, een brief van de dorpsouderen ter bevestiging van uw
problemen en twee brieven van de taliban.
Op 28 augustus 2019 nam het CGVS een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en
weigering van de subsidiaire beschermingsstatus omdat er geen geloof kon worden gehecht aan uw
asielrelaas. U tekende geen beroep aan tegen deze beslissing bij de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen (RvV).
U reisde naar Zwitserland en diende daar in september 2019 een verzoek om internationale
bescherming in. Na een verblijf van drie maanden werd u gerepatrieerd naar België. Daar diende u op
18 december 2019 een tweede verzoek om internationale bescherming in. U verklaarde dat u nog
steeds de taliban vreesde en dat u ook nieuwe problemen had. Uw ouders en zus zouden door
onbekenden, mogelijk persoonlijke vijanden van uw vader, mogelijk de taliban, gedood zijn toen ze
onderweg waren naar de dokter. Uw maternale oom hielp uw andere broers en zussen, zij verbleven
toen in Iran. Bij terugkeer naar Afghanistan vreesde u de taliban en jullie vijanden. Ter ondersteuning
van uw tweede verzoek legde u een document neer ter bevestiging van uw problemen.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT