Arrêt Nº281223 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/11/2022

Judgment Date30 novembre 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number281223
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 281 223 van 30 november 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat M. LYS
Berckmansstraat 89
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 16 augustus 2022
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
van 11 juli 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 5 oktober 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 24 oktober 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat P. HEYVAERT loco advocaat M.
LYS en van attaché E. GUSSÉ, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 2000.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 26 april 2021. Op 27 april 2021 dient
de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 25 oktober 2021 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op 11 juli 2022 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en van etnie Pashtun te zijn. U bent een moslim van
soennitische strekking. U bent geboren en getogen in het dorp Amarkhel, gelegen in het district Surkhrod
van de provincie Nangarhar. U ging tot de negende graad naar school, maar u stopte in 1396 (21 maart
2017 – 20 maart 2018) omwille van het overlijden van uw vader. Een of twee jaar voor het overlijden van
uw vader begon u sporadisch te werken voor de vaccinatiecampagne in uw regio. U werkte gemiddeld
een keer per maand als vaccinateur waarbij u poliovaccins aan kinderen gaf. U zette deze activiteit voort
ook na het overlijden van uw vader, en u werkte in totaal vijf of zes jaar voor de regionale
vaccinatiecampagne. Toen u de laatste keer gecontacteerd werd om te gaan werken kreeg u tijdens de
training te horen dat u in Katapur, een verder afgelegen regio in het district Surkhrod, zou moeten gaan
werken. U verzette zich hier initieel tegen, doch ging u daarheen om te werken. Nadat u een aantal huizen
bezocht had kwam u in het kruisvuur terecht van de taliban en de overheid. Nadat het gevecht stopte
keerden u, en uw collega, elk terug naar uw eigen huis. Later in de middag ontving u een telefoontje van
uw supervisor die u vroeg wat er was gebeurd en dat u en andere vrijwilligers gesommeerd waren door
de taliban. Uw moeder hield u echter tegen, alsook uw oom R. die op dat moment in Kabul verbleef. Hij
maande u aan het dorp te ontvluchten met uw familie en naar Kabul te komen, wat u ook deed. U kon uw
supervisor niet meer bereiken maar hoorde van een andere vrijwilliger dat zij wel naar de taliban zijn
gegaan maar nooit meer teruggekeerd zijn. U ontving hierna eveneens meerdere telefonische
bedreigingen. Uw oom werd eveneens gebeld met dreigementen en hem werd gevraagd u te
overhandigen. Uw oom besloot hierop dat u best zou vertrekken. U verliet eind augustus 2020
Afghanistan. U reisde vervolgens via Pakistan, Iran, Turkije, Griekenland, Servi ë en Frankrijk naar België,
waar u op 26 april 2021 toe kwam. U diende de volgende dag, op 27 april 2021 een verzoek om
internationale bescherming in. Bij een terugkeer naar Afghanistan vreest gedood te worden door de
taliban. Eind september/begin oktober verhuisde uw familie van Kabul terug naar het dorp Amarkhel. Uw
oom R. werd in deze periode tevens gearresteerd door de taliban.
Ter staving van uw verzoek om internationale bescherming legt u tijdens uw persoonlijk onderhoud op de
zetel van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen de volgende documenten
neer: uw originele taskara voorzien van een gelegaliseerde vertaling, een kopie van de identificatiepagina
van uw Afghaans nationaal paspoort, een originele attestatie van het dorpshoofd ter staving van uw
herkomst, een kopie van uw bankkaart, een kopie van de taskara van uw vader, een kopie van uw
Afghaanse medische documenten, een drietal fotoprints aangaande uw werk als vaccinateur alsook de
originele verzendenveloppe. Op 2 november 2021 maakte u tevens per email nog twee geluidsfragmenten
over.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratieve dossier, moet vooreerst
worden vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere
procedurele noden kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw
hoofde heeft kunnen vaststellen.
Bijgevolg werden u er geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Een analyse van recente internationale rapporten en berichtgeving wijst op de aanwezigheid van gerichte
mensenrechtenschendingen in Afghanistan. In die context kunnen Afghanen met een risicoprofiel effectief
een risico op vervolging lopen in de zin van vluchtelingenconventie. Indien na een grondig individueel
onderzoek van het verzoek om internationale bescherming blijkt dat een Afghaanse verzoeker om
internationale bescherming een dergelijk risico loopt, zal het Commissariaat-generaal voor de
Vluchtelingen en de Staatlozen in principe de vluchtelingenstatus toekennen.
Het CGVS benadrukt dat het uw taak is om de verschillende elementen van uw relaas toe te lichten en
alle nodige elementen voor de beoordeling van uw asielrelaas aan te reiken. Het CGVS erkent
tegelijkertijd dat het een samenwerkingsplicht heeft, in de zin dat het de door u aangebrachte elementen
moet beoordelen rekening houdend met de informatie over het land van herkomst en dat het er toe
gehouden is na te gaan of er onder de door u aangebrachte elementen, elementen zijn die wijzen op een
gegronde vrees of een reëel risico en die zo nodig bijkomend te onderzoeken. Een onderzoek in die zin
werd uitgevoerd. Rekening houdend met alle relevante feiten in verband met uw land van herkomst, en
na grondig onderzoek van de door u aangehaalde feiten en alle elementen aanwezig in het administratieve
dossier dient er echter door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen te
worden vastgesteld dat u de hoedanigheid van vluchteling overeenkomstig artikel 1, §A, lid 2 van de
Conventie van Genève niet kan worden toegekend. U heeft immers onvoldoende aannemelijk gemaakt
dat er in hoofde van uw persoon een gegronde vrees kan worden vermoed voor vervolging omwille van
uw nationaliteit, etnie, religie, politieke overtuiging of het behoren tot een welbepaalde sociale groep.
RvV X - Pagina 3
De informatie waarop het Commissariaat-generaal zich beroept, werd in bijlage bij het administratief
dossier gevoegd.
Bij een terugkeer naar Afghanistan vreest u gedood te worden door de taliban. Onwaarschijnlijkheden,
vaagheden en incoherenties maken echter dat er geen geloofwaardigheid kan worden gehecht aan het
relaas waarop u uw vrees baseert.
Vooreerst verklaart u dat u gedurende een vijf- of zestal jaren sporadisch deelnam aan de regionale
vaccinatiecampagne, waar u instond voor het geven van poliovaccinaties aan kinderen (CGVS, p.23). Ter
staving van deze werkzaamheden legt u tijdens uw persoonlijk onderhoud op de zetel van het CGVS drie
fotoprints voor waarop te zien is hoe u werkzaam bent als vaccinateur en de vaccindruppels toedient (map
Documenten – document 7). Het CGVS benadrukt hierbij dat ondanks het gegeven dat uw profiel als
zijnde (occasioneel) vaccinateur voor de regionale vaccinatiecampagne an sich niet betwist wordt, dit
loutere gegeven evenwel niet volstaat voor een erkenning van de vluchtelingenstatus. Alhoewel het CGVS
niet ontkent noch betwist dat medewerkers van allerhande gezondheidscampagnes in specifieke gevallen
een bepaald risico kunnen lopen, de ernst van dit risico echter varieert naargelang de specifieke
kenmerken van het profiel en de activiteiten van de persoon in kwestie, alsook van de welbepaalde context
waarin deze zich bevindt. U dient uw vrees voor vervolging jegens de taliban hierbij in concreto en op een
geloofwaardige wijze aan te tonen. In casu wordt echter vastgesteld dat u zich op blote veronderstellingen
baseert wat betreft een (potentiële) vervolging door de taliban omwille van uw activiteiten voor de
vaccinatiecampagne. Ten aanzien van uw ingeroepen moeilijkheden (en die van uw familie) met de
taliban, dient namelijk aangestipt te worden dat deze niet kunnen overtuigen wegens diverse
onaannemelijkheden in uw verklaringen (zie infra).
Hierbij dient er vooreerst op gewezen te worden dat het opmerkelijk is dat u gedurende een vijftal jaren
zonder enig probleem uw werk heeft kunnen uitvoeren. Des te meer daar u eveneens stelt dat de taliban
op de hoogte was van de vaccinatiecampagnes en dat er, alhoewel niet door u persoonlijk, met hen
gesproken werd en zij zelfs aanwezig waren als jullie vaccineerden (CGVS, p.29-30). Uw activiteiten voor
deze campagne waren bovendien gekend in de regio (CGVS, p.24). Dat u plots door het uitbreken van
een gevecht in het vizier zou komen is weinig aannemelijk. Uit de objectieve landeninformatie, waarvan
kopie werd toegevoegd aan uw administratief dossier, blijkt immers dat uw werkactiviteiten zich situeerden
in een regio waar er op zeer regelmatige basis clashes plaatsvonden tussen de taliban en de Afghaanse
strijdkrachten. Dat u aldus voor het eerst tussen twee vuren kwam te staan waarna de taliban zich zou
hebben willen wreken is weinig geloofwaardig (CGVS, p.29 & 31 ; map Landeninformatie – bron 1).
Bevraagd over de reden waarom de taliban u als spion zou verdenken stelt u daarbij zelf dit niet te weten
(CGVS, p.33).
Voorts wijst het CGVS erop dat uw kennis aangaande de regio waar u zou hebben gewerkt op het moment
dat het gevecht zou zijn uitgebroken weinig overtuigend is. Gevraagd Katapur te situeren haalt u
spreekwoordelijk uw schouders op en komt u niet verder dan te verklaren dat het heel ver weg is en dat
u er niet veel over weet. Dat u onderweg in de auto geen enkele indruk opdeed van de regio is weinig
aannemelijk. Des te meer daar u even later in uw persoonlijk onderhoud verklaart dat u, nadat het gevecht
stopte, zelf uw weg vond naar de nabij gelegen plek Sham Shapur van waaruit u het openbaar vervoer
nam naar huis (CGVS, p.31-33). Uw onmogelijkheid om Katapur te situeren komt de geloofwaardigheid
van uw aanwezigheid in deze regio niet ten goede, integendeel. Ook de vaststelling dat u, gevraagd naar
de collega met wie u werkte, niet verder komt dan te stellen dat hij M. heet, kan niet overtuigen (CGVS,
p.32). Uw verklaringen komen aldus nauwelijks doorleefd over.
U vervolgt uw relaas met te stellen dat er tijdens uw aanwezigheid in dit dorp een gevecht uitbrak tussen
de taliban en de lokale politie. U verschuilde zich en verliet het dorp nadat dit gevecht stopte (CGVS,
p.30). Ondanks uw verklaring dat u gedurende dit gevecht aanwezig was in het dorp lat en uw verklaringen
te wensen over. Zo kunt u geenszins aanduiden hoe lang dit gevecht dan wel niet duurde, u stelt louter
dat het ‘lang duurde’ doch kunt u geen enkele indicatie geven hoe lang dit dan wel zou zijn geweest
(CGVS, p.33). Uw verklaring dat de lokale politie betrokken was bij het gevecht is bovendien louter een
aanname die u geenszins kunt staven. U trekt deze conclusie zelf daar u onderweg naar het dorp een
checkpost van de lokale politie zou zijn gepasseerd (CGVS, p.33). Daar u eveneens verklaart dat u niets
gezien heeft (van het gevecht) stelt het CGVS zich de vraag hoe u kan weten dat het daadwerkelijk de
lokale politie betrof. U veronderstelt enkel. Dat u bovendien zomaar het dorp waar u werkzaam was kon
verlaten is eveneens opvallend. Er waren immers veel taliban aanwezig die op de hoogte zouden zijn
geweest van uw aanwezigheid. Dat jullie niet beter in de gaten zouden zijn gehouden is weinig
aannemelijk.
Voorts verklaart u dat u, nadat u terug thuis kwam, werd gebeld door uw supervisor die u meedeelde dat
u gesommeerd werd door de taliban. Nadat u met uw oom in Kabul overlegd had besloot u uw voltallige
familie te verzamelen en naar Kabul te verhuizen. Drie tot vier dagen nadat u in Kabul aankwam werd u
meerdere keren gebeld door de taliban en werd u aan de telefoon verteld dat u een spion was en zij een
huisbezoek hadden afgelegd op zoek naar u (CGVS, p.30-31). Gevraagd hoe vaak u gebeld werd weet u

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT