Arrêt Nº281221 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/11/2022

Judgment Date30 novembre 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number281221
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 281 221 van 30 november 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat L. LUYTENS
Lakenselaan 53
1090 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 16 augustus 2022
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
van 15 juli 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 24 oktober 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat A. HAEGEMAN, die loco advocaat L. LUYTENS verschijnt voor
de verzoekende partij, en van attaché E. GUSSÉ, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 1997.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 6 november 2020. Op 12 november
2020 dient de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 28 januari 2022 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op 15 juli 2022 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen een beslissing
waarbij zowel de vluchtelingenstatus als de subsidiaire beschermingsstatus worden geweigerd. Dit is de
bestreden beslissing, die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
“A. Feitenrelaas
U verklaart de Afghaanse nationaliteit te hebben en afkomstig te zijn van het dorp Tajika in het voormalige
Baghlan-e-Markazi district, waar u woonde van uw geboorte tot kort voor uw vertrek uit het land. Omdat
uw vader overleden is toen u nog zeer jong was woonde u en uw moeder bij uw oom D. en diens gezin.
Op een dag was u op weg van school naar huis toen u onder een brug een container vond met draden
eraan bevestigd, wat later een bom bleek. U belde uw oom D. die bij de politie werkt, en hij kwam ter
plaatse en liet zijn collega’s deze bom ontmijnen. Hierop besloot uw oom dat het voor het gezin niet meer
veilig was in het dorp omdat de taliban achter jullie aan zouden kunnen komen, en verhuisden jullie
daarom naar de stad Baghlan. Enkele dagen later werd er een aan u gerichte dreigbrief van de taliban
afgeleverd bij de arbab van uw dorp.
Hierop besloot uw oom D. dat jullie maar beter permanent in de stad konden gaan wonen, en maakte
plannen om het huis in het dorp en een deel van de landbouwgrond die u van uw vader had geërfd te
verkopen om zo iets in de stad te kunnen betalen. Een andere oom van u genaamd K., een machtige
commandant met zijn eigen militie, verzette zich hier evenwel tegen, omdat hij het een erezaak vond om
het familiepatrimonium in stand te houden. Hij liet u afranselen toen u weigerde een document te
onderteken waarin stond dat u de grond geërfd van uw vader nooit zou verkopen, en liet u verstaan dat
hij u niet meer in Afghanistan wou zien. Hierop besloot uw oom D. dat het hele gezin maar beter het land
kon verlaten.
U verliet Afghanistan op het einde van de lente van 1398 (einde lente 2019), en reisde naar Iran. Hier
raakte u bij een poging naar Turkije te reizen gescheiden van de rest van het gezin en reisde alleen verder.
U kwam Europa binnen via Griekenland eind november 2019 en verbleef hier meer dan een half jaar,
waarna u via de Balkanroute verder reisde naar België. U kwam aan in België op 6 november 2020 en
verzocht hier om internationale bescherming op 12 november 2020. Ter staving van uw relaas legt u
kopieën voor van: een taskara van uw oom D., een politiekaart van hem, een onofficiële landverkoopakte,
en een dreigbrief.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen
vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Er dient te worden vastgesteld dat u doorheen uw verklaringen niet aannemelijk heeft gemaakt dat u een
persoonlijke vrees voor vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie heeft of een reëel risico op
het lopen van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming loopt.
De medewerkingsplicht vereist van u dat u correcte verklaringen aflegt en waar mogelijk documenten
voorlegt met betrekking tot uw identiteit, uw nationaliteit, de landen en plaatsen van eerder verblijf, eerdere
asielverzoeken, reisroutes en reisdocumenten. Hoewel u tijdens de inleiding van het onderhoud duidelijk
gewezen werd op de medewerkingsplicht die op uw schouders rust (CGVS p. 2) blijkt uit het geheel van
de door u afgelegde verklaringen en de door u voorgelegde stukken dat u niet heeft voldaan aan deze
plicht tot medewerking.
Er moet er in dit kader namelijk op gewezen worden dat er ernstige twijfels bestaan over de door u
opgegeven leeftijd. Het CGVS dient immers vast te stellen dat u niet de waarheid heef t verteld wat betreft
uw leeftijd. U verklaarde op 12 november 2020 dat u geboren bent op 22 april 2004. Een
leeftijdsonderzoek uitgevoerd door het Algemeen Ziekenhuis Sint-Jan, Dienst Radiologie, Ruddershove
10, 8000 Brugge, wees evenwel uit dat u op 25 november 2020 een leeftijd had van ouder dan 18, namelijk
23,66 met een standaarddeviatie van 1.9 jaar. Hier op gewezen, verklaarde u dat u uw leeftijd te horen
had gekregen van uw moeder, en dat u niets te zeggen hebt in reactie op de medische test (CGVS p. 4).
Het valt nochtans sterk te betwijfelen dat een moeder zich zodanig zou vergissen wat betreft de leeftijd
van haar eigen kind. Het heeft er bijgevolg alle schijn van weg dat u de Belgische asielinstanties
doelbewust probeert te misleiden door u gevoelig jonger voor te doen dan u in werkelijkheid bent, in
weerwil van de medewerkingsplicht. Dit ondergraaft uw algemene geloofwaardigheid danig.
Voorts merkt het CGVS dat u geen enkel stuk (noch enig geloofwaardig identiteitsbewijs, noch enig ander
stuk als foto's of attesten) kan voorleggen die uw beweerde identiteit (en leeftijd) en afkomst te staven.
Op basis van uw verklaringen blijkt dat u nog contact hebt gehad met uw moeder in Afghanistan (CGVS
p. 9), maar u hebt blijkbaar geen stukken laten overkomen om uw verklaringen in deze kracht bij te zetten.
Daardoor kan het CGVS enkel afgaan op uw verklaringen.
U verklaart dat u niet naar Afghanistan kan terugkeren omdat u bedreigd werd door de taliban omdat u de
locatie van een bom van hen hebt aangegeven aan een oom van u bij de politie enerzijds; en omdat u
RvV X - Pagina 3
een eigendomsconflict hebt met een andere oom van u. U bent er evenwel niet in geslaagd dit aannemeli jk
te maken, om onderstaande redenen.
Wat betreft de problemen die u gekend zou hebben met de taliban omtrent een bom en een oom van u
bij de politie, kan er ten eerste op gewezen worden dat u er helemaal niet in slaagt aannemelijk te maken
een oom gehad te hebben bij de politie. U verklaarde dat uw vader al vroeg gestorven was en u sindsdien
bij een oom van u woont die u vader noemt, genaamd D. (CGVS p. 5). Maar ondanks dat hij voor u als
een vader was en hij zijn job bij de politie al had zo lang u zich kon herinneren, kon u niet zeggen wat zijn
rang was bij de politie, bij welke politiedienst hij precies werkte, welke taken hij had bij de politie, en of hij
ooit bij welbepaalde incidenten betrokken was (CGVS p. 6, 7), en zijn uniform kan u alleen maar in de
meest vage bewoordingen omschrijven (CGVS p. 6). Dit valt niet ernstig te nemen; u beweert dat deze
persoon u opvoedde als een zoon, u woonde van kindsbeen bij hem in, en u was op het moment van uw
vertrek uit Afghanistan reeds volwassen als wordt afgaan op de leeftijdstest. Dit zijn allemaal zaken die u
geacht mag worden te weten, en dat u op dit punt zodanig weinig details kan geven betekent dat u niet
aannemelijk maakt dat u een oom had bij de politie.
Ten tweede is uw relaas van de ontdekking van een bom van de taliban ronduit stereotiep te noemen. U
verklaart dat u een brug passeerde, besloot een plaspauze te nemen, dan een container zag, en zomaar
besloot deze mee naar huis te nemen, maar er bleken draden uit te komen en u belde dan de politie
(CGVS p. 17). Het valt maar moeilijk te geloven dat iemand die de voorbij decennia opgroeide in
Afghanistan een potentiële IED niet vlugger zou kunnen identificeren, waar u ook op gewezen werd en
waarbij u zichzelf enkel herhaalt (CGVS p. 21), noch dat de taliban deze zodanig nonchalant zouden
plaatsen dat elke passerende schoolganger deze zomaar kan zien liggen.
Ten derde is het ook merkwaardig dat u stelt dat u deze bom tegenkwam toen u op de terugweg was van
school (CGVS p. 21), gezien uw medisch vastgestelde leeftijd: u zou op dat moment al zo’n 20 jaar oud
geweest zijn, al een aantal jaar voorbij schoolgaande leeftijd. Ook op dit punt blijft uw relaas steken in
stereotiepen.
Het is ten vierde merkwaardig dat u verklaarde dat u de politie dan wel uw oom belde om te melden dat
er daar een bom lag (CGVS p. 17, 21), omdat u ook stelt dat er boven de b rugeen veiligheids post van de
arbaki lag; het lijkt logischer om hen eerst op het gevaar te wijzen (CGSV p. 22). Dit do et uw relaas weinig
samenhangend overkomen; mogelijk verwees u enkel naar de aanwezigheid van een arbaki post omdat
u tijdens het persoonlijk onderhoud on the spot een doelwit voor de bom nabij moest bedenken.
Ten vijfde legt u een dreigbrief voor van de taliban die u via een functionaris in het dorp bereikt zou hebben
(document 4). Het valt meteen op dat u aangeeft deze niet gelezen te hebben (omdat u geen Pashto z ou
kunnen lezen) noch aan u te hebben laten voorlezen (CGVS p. 18), wat maar van weinig interesse in uw
eigen zaak getuigt; er kan u verwacht worden dat u minimale inspanningen zou doen om de stukken die
u voorlegt terdege te kunnen toelichten. Maar bovendien legt u ook vreemde en tegenstrijdige verklaringen
af omtrent deze brief. Zo stelt u dat de persoon die de brief aan u gaf, A.D. ook een Tajik was en daarom
de brief niet kon lezen (CGVS p. 18). Als u echter gewezen wordt op tegenstrijdigheden met uw eigen
verklaringen voor de DVZ (zie infra), schuift u de schuld hiervoor in de schoenen van A.D. die u verteld
zou hebben wat er in de brief stond (CGVS p. 19) – en dat hoewel u net nog vermeldde dat u weet dat hij
de brief helemaal niet kon lezen.
Wat er ook van zij, het meest opvallende aan de hele zaak is ten zesde dat u van het ontdekken van een
bom van de taliban en het ontvangen van een dreigbrief daardoor helemaal geen melding maakte in uw
eerste interview voor de DVZ. U verwees toen daarentegen naar een beschuldiging van spionage ten
bate van uw oom K. als reden voor dreigingen van de taliban, en vermeldde een aantal gerichte aanvallen
tegen uw huis (vragenlijst CGVS dd. 25 januari 2021, afdeling 3.5.). Dit is des te merkwaardiger omdat u
voor het CGVS verklaarde te wonen bij een andere oom die voor de politie wekte, waardoor een
beschuldiging van spionage eerder in die richting zou wijzen, waar u ook op gewezen werd, en waarop u
enkel maar kon speculeren dat uw oom K. bekender is en ze daarom eerder aan spionage vanwege hem
zouden denken (CGVS p. 19), een zeer ad hoc uitleg. In iedere geval blijft het vreemd dat u van het bom-
incident niets zou vermelden, nochtans de directe aanleiding voor uw vertrek uit uw dorp van herkomst
naar de stad. Uw uitleg dat u dit incident niet vermeldde omdat u voor de DVZ kort moest zijn slaat op
niets (CGVS p. 21); dit kan in enkele korte zinnen worden uitgelegd. De door u enkel bij de DVZ vermeldde
aanvallen op het huis, waar u geen melding meer van maakte tot u er expliciet op gewezen werd voor het
CGVS, cijfert u dan weer weg als eerder algemene aanvallen van de taliban tegen huizen aan de andere
kant van de rivier (CGVS p. 20), wat het des te vreemder maakt dat u deze zak en dan wel zou vermelden
voor de DVZ, waar u zogezegd nochtans kort moest zijn.
Om deze redenen slaagde u er niet in uw voorgehouden vrees voor vervolging ten opzichte van de taliban
aannemelijk te maken.
Wat betreft het grondconflict dat u gehad zou hebben met een oom van u genaamd commandant K., kan
er ten eerste op gewezen worden dat het opvalt dat u enerzijds niet eens zijn achternaam kent (CGVS p.
7), maar later in het onderhoud wel verwijst naar allerlei zaken die deze persoon op zijn kerfstok zou

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT