Arrêt Nº281182 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/11/2022

Judgment Date30 novembre 2022
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number281182
CourtIXde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 281 182 van 30 november 2022
in de zaak RvV X / IX
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
Ten kantore van advocaat P.-J. DE BLOCK
Sint-Bernardusstraat 96-98
1060 BRUSSEL
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IXE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Jordaanse nationaliteit te zijn, op 25 november 2022
heeft ingediend om bij uiterst dringende noodzakelijkheid de schorsing van de tenuitvoerlegging te
vorderen van de beslissing van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 18
november 2022 tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 26quater).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gelet op artikel 39/82 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gelet op titel II, hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 21 december 2006 houdende de rechtspleging
voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 28 november 2022, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
29 november 2022 om 11.30 uur.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken A. WIJNANTS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat Pieter-Jan DE BLOCK, die verschijnt voor de verzoekende partij
en van advocaat Britt BUYLE, die loco advocaat Tine BRICOUT en Carmenta DECORDIER verschijnt
voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
Op 11 oktober 2022 diende verzoeker een verzoek om internationale bescherming in bij de Belgische
overheden.
RvV X - Pagina 2
Raadpleging van de ‘Eurodac’-database leerde dat zijn vingerafdrukken van verzoeker reeds werden
geregistreerd in Oostenrijk in het kader van een internationaal beschermingsverzoek.
Op 18 oktober 2022 werd een terugnameverzoek gericht aan Oostenrijk op grond van de Verordening
(EU) nr. 604/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van de criteria
en instrumenten om te bepalen welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek
om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze bij een van
de lidstaten wordt ingediend (hierna: de Dublin III-verordening).
Op 25 oktober 2022 gaf Oostenrijk het akkoord met de terugname van verzoeker op grond van artikel
18.(1) b van de Dublin III-verordening.
Op 18 november 2022 nam de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een beslissing
tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 26quater). Dit is de bestreden
beslissing, die luidt als volgt:
BESLISSING TOT WEIGERING VAN VERBLIJF MET BEVEL OM HET GRONDGEBIED TE VERLATEN
In uitvoering van artikel 51/5, § 4, eerste lid, van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang
tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt aan de heer,
die verklaart te heten:
naam: [A.]
voornaam: [A.J.H.]
geboortedatum: X
geboorteplaats: Alain
nationaliteit: Jordanië
die een verzoek om internationale bescherming heeft ingediend, het verblijf in het Rijk geweigerd.
REDEN VAN DE BESLISSING :
België is niet verantwoordelijk voor de behandeling van het verzoek om internationale bescherming dat
aan Oostenrijk toekomt, met toepassing van artikel 51/5 van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van
artikel 18(1)b van de Verordening van het Europees Parlement en de Raad (EU) nr. 604/2013 van 26 juni
2013.
De heer [A.A.J.H.], verder de betrokkene, die verklaarde afkomstig te zijn uit Jordanië, diende op
11.10.2022 effectief een verzoek om internationale bescherming in. Hij legde geen persoonlijke
documenten voor. De betrokkene verklaarde dat zijn paspoort werd afgenomen door de smokkelaar.
Op 17.10.2022 werd de betrokkene bij de Dienst Vreemdelingenzaken gehoord in het kader van zijn
verzoek om internationale bescherming. Hierbij verklaarde hij dat hij in augustus 2022 Jordanië verliet en
via Dubai, Bosnië, Servië en Hongarije naar Oostenrijk reisde. Hij verklaarde dat hij er een verzoek om
internationale bescherming indiende, maar na een week vertrok en niet weet of en welke beslissing er
zou zijn genomen. Hij verklaarde dat hij via Zwitserland en Frankrijk doorreisde naar België.
Vingerafdrukkenonderzoek leidde tot een treffer in het Eurodac-systeem. Het onderzoek toonde aan dat
de betrokkene op 23.09.2022 een verzoek om internationale bescherming indiende in Oostenrijk.
Op 18.10.2022 werd voor de betrokkene een terugnameverzoek gericht aan de Oostenrijkse instanties
op basis van artikel 18(1)b van Verordening (EU) nr. 604/2013. Op 25.10.2022 stemden de Oostenrijkse
autoriteiten in met de terugname van de betrokkene met toepassing van artikel 18(1)b van Verordening
(EU) nr. 604/2013.
De betrokkene werd gehoord op 17.10.2022 en verklaarde ongehuwd te zijn en geen kinderen te hebben.
Hij verklaarde drie ooms te hebben die internationale bescherming genieten in België. De betrokkene
verklaarde verder geen in België of in een andere lidstaat verblijvende familie te hebben.
Tijdens zijn persoonlijk onderhoud op 17.10.2022 in België werd aan de betrokkene gevraagd vanwege
welke specifieke reden(en) hij besloot om in België om internationale bescherming te verzoeken en of hij
met betrekking tot omstandigheden van opvang of van behandeling redenen heeft die volgens hem verzet
tegen een overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat in het kader van Verordening (EU) nr. 604/2013
rechtvaardigen. Hierop antwoordde de betrokkene dat hij naar België kwam omdat hij er familie heeft, die
hem vertelde dat hij zou worden geholpen in België. Hij verklaarde dat ze hem vertelden dat de procedure
in België snel en soepel is, en er ook werk is. Hij verklaarde dat hij niet wil terugkeren naar Oostenrijk. Hij
gaf aan dat hij er niet lang bleef en dus geen opmerkingen heeft, maar er niemand heeft en bang is om
van Oostenrijk te worden teruggestuurd naar Jordanië. De betrokkene verklaarde gezond te zijn.
Verordening (EU) nr. 604/2013 is een onderdeel van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel, dat is
uitgedacht in een context waarin kan worden aangenomen dat alle staten die aan dit stelsel deelnemen,
de grondrechten eerbiedigen, waaronder de rechten die de Conventie van Genève van 1951 of het

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT