Arrêt Nº281135 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/11/2022

Judgment Date30 novembre 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number281135
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 281 135 van 30 november 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat C. MANDELBLAT
A. Reyerslaan 41/8
1030 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 17 augustus 2022
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 14 juli 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 24 oktober 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat A. HAEGEMAN loco advocaat
C. MANDELBLAT en van attaché E. GUSSÉ, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 2003.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 19 oktober 2020. Op dezelfde dag
dient de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 13 oktober 2021 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op 14 juli 2022 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U, I.A., verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten, etnisch Pashtoun te zijn en het soennitische
geloof te belijden. U bent geboren op (…) 2003 in het dorp Asifabad nabij Texala (Pakistan), waar uw
familie op dat ogenblik verbleef. Daar liep u ook school tot u ongeveer 13 jaar oud was. Rond het jaar
2016 besloot uw familie, moe getergd door de Pakistaanse overheid, om permanent terug te keren naar
Afghanistan. Uw ouders reisden voordien al wel eens terug bij bijzondere gelegenheden, maar dit was
de eerste keer dat u met uw eigen ogen uw herkomststreek zag. Jullie vestigden zich in Pir Sahib Qala
in het district Behsud van de Afghaanse provincie Nangarhar, waar uw familie gronden bezit. Hoewel u
zich had ingeschreven op een middelbare school merkte u al snel dat het onderwijs daar niet veel
voorstelde. U stopte na een maand met school en begon te werken in de bouw.
Jullie woonden in dezelfde compound als uw oom aan vaderszijde M. en zijn familie. M. heeft een
dochter van dezelfde leeftijd als u, F., en u werd verliefd op haar. Het gevoel was wederzijds. Meisjes
van 16 jaar staan in Afghaanse cultuur en zeker bij de Pashtoun onder strikte controle, waardoor jullie
niet openlijk met elkaar konden afspreken. Aangezien jullie in dezelfde compound woonden kon u haar
wel een hint geven wanneer u haar zou opwachten op een plek buiten, zodat jullie toch samen konden
zijn. Bij een van dergelijke ontmoetingen kuste u F., maar net op dat ogenblik kwam uw oom M., de
vader van F., met zijn boodschappen weer thuis. U zag uw oom en hij zag jullie ook. Meteen besefte u
het gevaar dat uw oom wraak zou nemen voor jullie verboden relatie en u liep weg naar het huis van uw
oom aan moederszijde. U moest uw oom aan moederszijde alles opbiechten wat er was gebeurd en
werd door hem uitgescholden. Uw oom aan moederszijde belde rond en kreeg al snel te horen dat M.
zijn dochter had gedood. Uw maternale oom maakte zich bovendien zorgen omdat niet alleen uw oom
M. u naar het leven zou staan wegens de besmeurde familie-eer, maar mogelijks ook de broers van de
moeder van F., die bij de taliban zijn. Daarom ging u schuilen bij een buur van uw maternale oom en
ondertussen werd voor u een smokkelaar geregeld, met wie u Afghanistan hebt verlaten in de maand
jaddi (=december/januari in de Westerse kalender). U was ongeveer negen à tien maanden onderweg
en kwam toe in België op 19 oktober 2020, waar u dezelfde dag een verzoek om internationale
bescherming hebt ingediend.
Na uw vertrek was er een gevecht tussen uw vader en uw oom aan vaderszijde. Uw vader is de oudste
broer en dus is er niet veel dat uw oom M. tegen uw vader kan doen, maar hij neemt uw familie nog
altijd kwalijk wat er is gebeurd. Uw oom M. stuurde aan op een scheiding van de gronden die uw familie
bezit, en probeert daarbij uw vader te benadelen. Daarbij schrok hij zelfs niet terug om een klacht in te
dienen bij de politie tegen uw vader, wat ertoe leidde dat uw vader werd opgepakt en 24 uur bleef
vastgehouden. De oudsten van het dorp hebben de kwestie uitgelegd aan de politie waardoor uw vader
werd vrijgelaten en een jirga, een overlegraad, werd bijeengeroepen. Meer dan 20 oudsten namen deel
aan de jirga om het conflict uit te klaren, maar M. weigert daaraan mee te werken. De ooms aan
moederszijde van F. die bij de taliban zijn kwamen inderdaad te weten wat gebeurd was, waarna uw
vader dreigbrieven heeft ontvangen van de taliban. Dezelfde ooms hebben in werkelijkheid F.
meegenomen, terwijl het gerucht werd verspreid dat F. door haar vader was gedood. Het voorstel van
uw vader om de zaak op te lossen door u te laten trouwen met F., werd door deze talibanstrijders
verworpen.
U vreest bij terugkeer naar Afghanistan door uw oom M. of door de taliban gedood te zullen worden.
Ter ondersteuning van uw verzoek hebt u volgende documenten neergelegd: een kopie van uw taskara
(Afghaans identiteitsbewijs), een kopie van het taskara van uw vader, een kopie van het taskara van uw
oom, en een kopie van een dreigbrief van de taliban.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst
worden vastgesteld dat er niet langer elementen bestaan waaruit eventuele bijzondere procedurele
noden kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft
kunnen vaststellen.
In dit verband moet er immers op worden gewezen dat u niet langer minderjarig bent. U hebt op 31
augustus 2021 de leeftijd van 18 jaar bereikt, waardoor de alle wettelijk voorgeschreven
ondersteunende maatregelen voor minderjarigen ten einde kwamen. Bijgevolg werden er u ten tijde van
uw persoonlijk onderhoud dd. 13 oktober 2021 geen specifieke steunmaatregelen verleend door het
Commissariaat-generaal, aangezien er redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten
gerespecteerd worden en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Er dient te worden besloten dat u doorheen uw verklaringen niet aannemelijk heeft gemaakt dat u een
actuele persoonlijke vrees voor vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie heeft of een reëel
risico op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming loopt.
RvV X - Pagina 3
U baseert uw vrees op een conflict dat is voortgesproten uit het feit dat uw oom aan vaderszijde M. u
heeft betrapt toen u met zijn dochter kuste. Talrijke vaagheden, incoherenties en tegenstrijdigheden
verhinderen echter dat er enig geloof kan worden gehecht aan deze beweerde problemen.
Om te beginnen rijzen er al twijfels over de door u geschetste omstandigheden waarin deze gebeurtenis
zou hebben plaatsgevonden. U verklaart tijdens uw spontaan relaas immers dat u op zekere dag samen
met F. in jullie compound samen zat toen u haar kuste, terwijl uw oom M. jullie kon zien (CGVS, p.14).
Volgens u is F. ongeveer even oud als u, op dat ogenblik dus ongeveer 16 à 17 jaar oud (CGVS, p.16).
Gevraagd of meisjes van die leeftijd doorgaans niet goed in de gaten worden gehouden, bevestigt u dat
dat zij onder strikte controle leefde (CGVS, p.16). U bevestigt nochtans dat u haar kon meenemen naar
de velden buiten het huis als u met haar wilde praten, wat jullie niet vaak deden (CGVS, p.16). Wanneer
u wordt verzocht om toe te lichten hoe u zonder ooit eerder problemen te ondervinden F.
ongesuperviseerd kon meenemen buitenshuis, lijkt u reeds uw verklaringen te wijzigen door te stellen
dat u haar niet zomaar kon meenemen, dat u discreet moest zijn en dus een hint gaf aan F. dat zij ook
naar buiten moest gaan met een of andere uitvlucht (CGVS, p.16-17). Dat verschuift evenwel de focus
enkel naar de bewegingsvrijheid waarover F. kennelijk kon beschikken. Nadat u bevestigt dat u bedoelt
dat F. gewoon een excuus kon verzinnen en dan alleen het huis mocht verlaten, moet u evenwel
erkennen dat zoiets heel ongebruikelijk is in Afghanistan maar dat jullie familie geen achterdocht
koesterde (CGVS, p.17). U voegt daar nog aan toe dat zij moest binnenblijven en het huis niet mocht
verlaten zonder escorte, maar jullie toch konden afspreken in de velden buiten de compound omdat
jullie niet samen vertrokken (CGVS, p.17). U lijkt vervolgens opnieuw een verandering aan te brengen in
uw verklaringen als u preciseert dat u en F. niet in de compound zaten, zoals u tijdens uw spontaan
relaas had gezegd, maar wel in de velden buiten de compound (CGVS, p.19). Gewezen op uw
aanvankelijk verklaringen zegt u bedoeld te hebben dat jullie niet in de compound zaten maar
daarbuiten omdat het inderdaad ondenkbaar was om in de compound samen gezien te worden op jullie
leeftijd (CGVS, p.19). Dat u eigenlijk het omgekeerde bedoelde van wat u zei schiet tekort als uitleg voor
deze tegenstrijdigheid, temeer daar u pas gewag maakt van deze moeilijke omstandigheden naarmate u
vragen werden gesteld over het toezicht op meisjes op huwbare leeftijd.
Verder vertelt u zeer vaag en opmerkelijk weinig doorleefd over deze beweerde clandestiene relatie.
Gevraagd om daar meer over te vertellen, aangezien u tijdens het spontaan relaas eigenlijk enkel had
verwezen naar het ogenblik dat jullie samen betrapt werden (CGVS, p.14), komt u niet verder dan: “We
woonden in hetzelfde compound en we waren samen van onze kindertijd en ik had haar graag al die tijd.
(stilte) ze was heel vriendelijk, gehoorzaam en heel mooi. Dat was het beste van haar, de goede
dingen.” (CGVS, p.16). Nogmaals gevraagd om te vertellen over de relatie die aan de basis ligt van uw
huidige moeilijkheden, voegt u enkel nog toe dat ze niet vaak buitenshuis kwam, maar als ze dat wel
deed zaten jullie samen in de velden en praatten jullie met elkaar (CGVS, p.16). Dat was ook het enige
dat jullie ooit samen deden (CGVS, p.17). U geeft dus al een zeer oppervlakkig beeld van de
ontluikende liefde die ertoe leidde dat u grote risico’s zou hebben genomen en die uiteindelijk aan de
basis van uw vertrek uit Afghanistan lag. De zaken waar jullie met elkaar over spraken waren
alledaagse dingen: hoe het met u ging, wat er zoal gaande was en dat u haar altijd mocht laten weten
als u iets nodig had, zoals bijvoorbeeld thee (CGVS, p.17,18). In het licht van de obstakels die jullie
relatie kende en de risico’s die jullie ervoor moesten nemen komt het opnieuw weinig doorleefd over dat
jullie slechts de meest banale onderwerpen ter sprake brachten als jullie elkaar eindelijk konden
ontmoeten. Dit geldt des te meer daar u na een vraag of deze verboden relatie niet gevaarlijk was voor
jullie beiden plots nog toevoegt dat jullie het ook wel hadden gehad over een mogelijke toekomst samen
en de mogelijkheid om te kunnen trouwen, maar in werkelijkheid waren jullie allebei bang om het met
jullie ouders over een huwelijk te hebben. Gevraagd naar de houding van F. tegenover jullie riskante
afspraakjes in de velden buiten de compound breidt u uw verklaringen nog verder uit door te stellen dat
zij altijd bang was over wat er zou gebeuren, zich zorgen maakte over jullie eer en dat ze haar reputatie
niet wilde verliezen in de ogen van haar vader (CGVS, p.18). Dat u niet spontaan verwees naar deze
belangrijke gesprekken over jullie gevaarlijke situatie en jullie toekomst, kan maar weinig overtuigen.
Het komt tevens weinig logisch voor dat jullie in uw woorden “geen risico konden nemen” (CGVS, p.19)
en zeker niet samen gezien konden worden (CGVS, p.17), en toch gewoon in de velden gingen zitten
achter de compound maar in volle zicht van het straatje dat er gelegen was (CGVS, p.20). U bevestigt
ook “iedereen kon op die weg komen en ons zien” (CGVS, p.20). Dat jullie zoveel moeite moesten doen
om discreet te zijn over jullie relatie, en vervolgens eigenlijk geen moeite meer deden om zich te
verbergen, doet uiteraard de wenkbrauwen fronsen. Overigens bent u ook hier niet standvastig in uw
verklaringen: u verklaart eerst dat u kon weglopen omdat uw oom M. nog “op een afstand” was, terwijl u
even later zegt dat hij maar enkele stappen van u verwijderd was toen u hem opmerkte (CGVS, p.20).
Ook de door u beweerde nasleep van deze problemen kan u allerminst aannemelijk maken. U liep weg
toen u werd betrapt met F. en voor zover u weet is er niemand achter u aan gekomen (CGVS, p.21) en
u bent evenmin op de hoogte van enige poging om naar u te zoeken nadat u een flagrante inbreuk had

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT