Arrêt Nº280792 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 24/11/2022

Judgment Date24 novembre 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number280792
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 280 792 van 24 november 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake: X
Gekozen woonplaats: ten kantore van advocaat J. DIENI
Rue des Augustins 41
4000 LIÈGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 20 juli 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
17 juni 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 13 september 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
5 oktober 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat A. HAEGEMAN loco advocaat J.
DIENI en van attaché K. ALLYNS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 1999.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 29 juni 2020. Op 13 juli 2020 dient de
verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 8 juli 2021 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op 17 juni 2022 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de
commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in Attock, Punjab (Pakistan). U bent
van Pashtun origine. U woonde in Attock samen met uw vader, moeder, twee broers en twee zussen. U
bent gehuwd in Pakistan twee maanden voor jullie er vertrokken. Jullie hadden veel problemen met de
Pakistaanse overheid en verhuisden onder dwang terug naar Hesarak in Afghanistan toen u achttien
jaar was. In Afghanistan was u herder. Uw vrouw beviel van een kind nadat u Afghanistan hebt verlaten.
Op een dag in de herfst van 2020 werd u tijdens het hoeden van uw schapen benaderd door een groep
Talibs. Ze maanden u aan u bij hen aan te sluiten of anders naar de markt te gaan voor hen. Gezien u
niet wilde aansluiten moest u inkopen doen voor de Taliban. Telkens als u dit ging doen, stalen ze
enkele schapen van u. Dit gebeurde meerdere keren. Op een bepaald moment hebt u hierover
gesproken tegen uw vader. Uw vader werd boos en organiseerde een meeting. Op die meeting
verkondigde uw vader dat de Taliban dieven zijn. Die volgende nacht kwam de Taliban naar uw huis en
ontvoerden uw vader. Het lichaam van uw vader werd twee dagen later gevonden in de bergen. Drie
dagen na de begrafenis van uw vader adviseerde uw paternale oom u het land te verlaten aangezien u
de bron was van deze problemen. U verkocht uw schapen en ontvluchtte Afghanistan.
U vertrok in oktober 2020 en reisde via Iran, Turkije, Griekenland, Servië, u onbekende landen en
Duitsland naar België waar u op 29 juni 2020 aankwam. U diende een verzoek in om internationale
bescherming op 13 juli 2020.
Ter staving van uw verzoek om internationale bescherming legt u volgende originele documenten neer:
uw taskara, uw Pakistaanse Proof of Registration kaart (‘PoR’-kaart) en de vaccinatiekaart van uw kind.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst
worden vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere
procedurele noden kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw
hoofde heeft kunnen vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Na een grondige analyse door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen
dient te worden vastgesteld dat u er niet in bent geslaagd aannemelijk te maken dat u in Afghanistan
een gegronde vrees dient te koesteren voor vervolging in de zin van de conventie van Genève of dat u
er een reëel risico zou lopen op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van
subsidiaire bescherming, artikel 48/4, §2, a) en b) van de Vreemdelingenwet. Aan uw asielrelaas kan
immers geen geloof worden gehecht.
Vooreerst dient te worden opgemerkt dat er ernstige twijfels bestaan over de door u opgegeven identiteit
en de daaraan verbonden leeftijd en naam. Zo dient het CGVS immers vast te stellen dat u niet de
waarheid heeft verteld wat betreft uw leeftijd. U had immers tijdens uw inschrijving op 13.07.2020
verklaard geboren te zijn op (…)2004 en 16 jaar oud te zijn (Zie inschrijving op 13.07.2020). Omdat er
twijfels waren over uw verklaarde leeftijd werd door de dienst Voogdij een leeftijdsonderzoek uitgevoerd
waaruit bleek dat u op datum van 27.07.2020 een leeftijd heeft van ouder dan 18 jaar, waarbij 26,7 jaar
met een standaarddeviatie van 2,3 jaar een goede schatting is (Zie leeftijdsbepaling dienst Voogdij in uw
administratief dossier). Om deze reden wordt u niet beschouwd als niet-begeleide minderjarige
vreemdeling. Geconfronteerd hiermee geeft u toe dat u zich jonger heeft voorgedaan voor onderwijs
(NPO, p.4). Dat was echter niet het enige element met betrekking tot uw identiteit waarover u
inconsistente verklaringen aflegde, ook gebruikte u reeds in het begin van de procedure een andere
naam, namelijk T.Z.. Gevraagd hiernaar verklaart u dat u uw naam, T., niet leuk vond en uit persoonlijke
keuze uw naam veranderde (NPO, p.3). Het is op zijn minst opmerkelijk dat u in een asielprocedure op
eigen houtje beslist uw naam zomaar te veranderen. U was echter ook niet waarheidsgetrouw over
andere elementen. Zo gaf u initieel op dat u ongehuwd zou zijn en kinderloos, wat naderhand dan weer
niet zo zou blijken te zijn (Zie registratie VIB, pt.I, dd.13.07.2020). Verder gaf u initieel ook ‘Nangarhar’
(Afghanistan) als geboorteplaats, in plaats van ‘Attock’ (Pakistan) (Zie registratie VIB, pt. I). Ten slotte
gaf u ook aan geen analfabeet te zijn, op het persoonlijk onderhoud blijkt u plots wel analfabeet
(Verklaring DVZ, pt.11, dd.2212.2020; NPO, p.10). Daarbovenop is de taskara die u neerlegde, en die
overigens ook al ondersteunde dat u meerderjarig bent, in elk geval geen sluitend bewijs van uw
identiteit. Uit informatie waarover het Commissariaat-generaal beschikt en die werd toegevoegd aan uw
administratieve dossier, blijkt immers dat de betrouwbaarheid van Afghaanse documenten erg onzeker
is. Corruptie is wijd verbreid bij het verkrijgen van civiele documenten. Veel valse Afghaanse
documenten zijn, ook na gedegen onderzoek door Afghaanse deskundigen, niet van authentieke
documenten te onderscheiden. Afghaanse documenten hebben daarom slechts een zeer beperkte
waarde bij het vaststellen van de identiteit van de Afghaanse verzoeker van asiel of bij het ondersteunen
RvV X - Pagina 3
van zijn asielrelaas. Daarbij kan er opgemerkt worden dat uw taskara verkeerdelijk was ingevuld (NPO,
p.17), wat opnieuw onderstreept dat er geen bewijswaarde kan toegekend worden aan dit document. U
legde daarnaast ook een Pakistaans identiteitsbewijs neer, met name uw Proof of Registration (PoR)
Card. Ook deze kan uw identiteit echter niet ontegensprekelijk aantonen. Vooreerst staat daarop als
naam Z.U. vermeld -nog weer anders dan de twee in België door u opgegeven namenen als
geboortedatum 01/01/1999, eveneens verschillend van wat u hier opgaf. Bovendien blijkt uit
toegevoegde informatie dat ook Pakistaanse identiteitsdocumenten onderhevig kunnen zijn aan fraude.
Hoe dan ook, door u jonger voor te doen dan u in werkelijkheid bent, een andere naam op te geven en
niet de waarheid te spreken over andere aspecten van uw identiteit wordt uw algemene
geloofwaardigheid al op ernstige wijze aangetast.
Er kan verder geen geloof gehecht worden aan uw problemen met de Taliban in Afghanistan door
tegenstrijdige en onaannemelijke verklaringen.
Ten eerste dient vastgesteld dat u uw beweerde terugkeer naar Afghanistan al niet aannemelijk wist te
maken, wat de geloofwaardigheid van uw problemen in Afghanistan al ernstig ondermijnt. Primo werd er
vastgesteld door UNHCR dat de houder van de door u neergelegde POR-kaart niet is gerepatrieerd
naar Afghanistan, net zoals uw familieleden (Zie COI Case in de blauwe map; dd.16.11.2021). Uw
terugkeer naar Afghanistan blijft dan ook niet meer dan een blote bewering die u niet hebt kunnen
ondersteunen met documenten en die u op zich ook niet wist te overtuigen. Secundo doen immers uw
verklaringen vermoeden dat u niet bent teruggekeerd naar Afghanistan. Los van het feit dat u
aanvankelijk als 'minderjarige' met geen woord repte over een verblijf in Pakistan en dus evenmin over
een 'terugkeer' naar Afghanistan, legde u verder namelijk nog maar weinig overtuigende verklaringen af
over de periode van uw verblijf daar. Op de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) liet u immers op
22.12.2020 optekenen ongeveer 3 jaar tevoren (en 2 maanden na uw huwelijk) van Pakistan naar
Afghanistan verhuisd te zijn en ongeveer 14 maanden tevoren Afghanistan verlaten te hebben (DVZ
Verklaring, pt.10, pt.15a). Dat u dan nadien ten overstaan van het CGVS liet optekenen 'de laatste 3 jaar
in Afghanistan gebleven te zijn' (NPO, p.4), doet al de wenkbrauwen fronsen. Dat u dan verder tijdens
datzelfde onderhoud, op 08.07.2021, opnieuw maar dan wel een klein jaar later, zou aangeven '3 jaar
geleden' in Pakistan gehuwd te zijn (en kort daarop naar Afghanistan vertrokken te zijn), doet
vermoeden dat u dit slecht heeft ingestudeerd. Dit vermoeden wordt versterkt door uw gebrek aan
kennis van de regio waar u zou verbleven hebben. Zo vertelt u na het oversteken van de grensovergang
van ‘Torkham’ door Surkhrod district te zijn gegaan dan door Sherzad district waarna u aankwam in
Hesarak. Echter ligt Surkhrod niet aan de grens met Pakistan (NPO, p.8), de verschillende districten die
u daarbij eerst zou moeten gepasseerd zijn waren u blijkbaar ontgaan. U noemt enkele omliggende
dorpen van Jogan, namelijk: Dosaraka, Diseoka, Hasankhel en Salupi, dewelke niet werden
teruggevonden door het CGVS (NPO, p.9). Als omliggende districten noemt u Sherzad, Azra en Salupi.
Sherzad en Azra zijn wel degelijk buurdistricten, daarnaast ligt Surobi naast Hesarak (NPO, p.9). U
kende verder opmerkelijk genoeg de naam van het ziekenhuis waar uw kind geboren is niet (NPO,
p.18). U kan ook niet vertellen hoe ver Tutu (Sherzad district) van Jokan ligt, nochtans de plaats waar
uw familie naartoe gaat om u te bellen (NPO, p.15). Omwille van deze redenen wordt er getwijfeld aan
uw terugkeer naar Afghanistan wat op voorhand reeds ernstige twijfels zet bij de geloofwaardigheid van
de problemen die zich er zouden hebben voorgedaan.
Ten tweede dient te worden opgemerkt dat u doorheen de procedure uiteenlopende verklaringen
aflegde over uw asielmotieven. Zo repte u vooreerst op de fiche die u invulde als 'minderjarige' met
geen woord over de moord op uw vader. U gaf er dan wel aan dat hij overleden was, maar linkte dit
geenszins aan uw problemen. Bovendien verklaarde u er (dd. 13.07.2020) dat uw vader ongeveer
anderhalf jaar geleden (dus ongeveer begin 2019) overleden was en u ongeveer 11 maanden tevoren
(dus ca. augustus 2019) was vertrokken uit Afghanistan (zie Fiche NBMV). Op de DVZ verklaarde u dan
weer op 22.12.2020 dat uw vader ongeveer 15 maanden tevoren was vermoord (dus ongeveer
september 2019) (zie DVZ Verklaring, pt.13A). Eveneens bij de DVZ, op de vragenlijst van het CGVS,
gaf u aan dat u enkele dagen na de moord op uw vader vertrokken was uit uw dorp en nog eens een
maand later uit Afghanistan (zie CGVS Vragenlijst, pt.3.5). Verder verklaarde u initieel op de DVZ dat
uw vader ontvoerd werd, en jullie zijn lichaam twee dagen later hebben gevonden aan de rivier
(Vragenlijst CGVS, pt. 3.5, dd.22.12.20). Op het persoonlijk onderhoud verklaart u dat het één dag en
één nacht later was dat hij gevonden werd door dorpelingen (NPO, p.24). Dat was echter niet het enige
waar u een tegenstrijdige verklaring over gaf.
Zo vertelde u op de DVZ dat toen u uw vader vertelde over wat de Taliban met u had gedaan, hij zeer
boos is geworden, naar buiten is gelopen en de Taliban openlijk heeft vervloekt (Vragenlijst CGVS,
pt.3.5). Echter, op uw persoonlijk onderhoud verklaart u dat hij hierop een meeting heeft georganiseerd
die één dag en één nacht nadat u het hem heeft verteld heeft plaatsgevonden (NPO, p.26).
Geconfronteerd met deze tegenstrijdigheid verklaart u dat hij op het moment zelf boos naar buiten liep
en een meeting bij elkaar riep die later heeft plaatsgevonden, dit lijkt echter een ad-hoc toevoeging wat

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT