Arrêt Nº275555 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 28/07/2022

Judgment Date28 juillet 2022
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number275555
CourtVIIIste KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1 van 31
nr. 275 555 van 28 juli 2022
in de zaak RvV X / VIII
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat R. AKTEPE
Amerikalei 95
2000 ANTWERPEN
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie
DE WND. VOORZITTER VAN DE VIIIste KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Marokkaanse nationaliteit te zijn, op 2 mei 2022 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de
beslissingen van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 31 maart 2022 tot
weigering van verblijf van meer dan drie maanden met bevel om het grondgebied te verlaten en tot het
opleggen van een inreisverbod (bijlagen 20 en 13sexies).
Gezien titel Ibis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de beschikking tot vaststelling van het rolrecht van 5 mei 2022 met refertenummer X.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gezien het verzoek en de instemming om gebruik te maken van de louter schriftelijke procedure met
toepassing van artikel 39/73-2 van voormelde wet.
Gelet op de beschikking van 8 juni 2022 waarbij het sluiten van de debatten wordt bepaald op 16 juni
2022.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
1.1. Verzoekster komt naar België op basis van een visumaanvraag gezinshereniging van 10 april 2008,
goedgekeurd op 4 november 2008, om haar Nederlandse echtgenoot te vervoegen.
1.2. Op 1 september 2010 beslist de gemachtigde van de destijds bevoegde s taatssecretaris tot
beëindiging van het verblijfsrecht met bevel om het grondgebied te verlaten. Verzoekster tekent beroep
aan tegen deze beslissingen bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad). Bij arrest
van 16 december 2010 met nummer 53 248 verwerpt de Raad het beroep tot nietigverklaring.
RvV X - Pagina 2 van 31
1.3. Op 1 maart 2018 dient verzoekster een eerste aanvraag in voor een verblijfskaart van een familielid
van een burger van de Unie, in functie van haar Nederlandse broer. Deze aanvraag wordt op 8 augustus
2018 geweigerd.
1.4. Op 19 oktober 2018 dient verzoekster een tweede aanvraag in voor een verblijfskaart van een
familielid van een burger van de Unie, in functie van haar Nederlandse broer. Deze aanvraag wordt op 12
april 2019 geweigerd.
1.5. Op 4 juni 2019 dient verzoekster een derde aanvraag in voor een verblijfskaart van een familielid van
een burger van de Unie, in functie van haar Nederlandse broer. Deze aanvraag wordt op 18 september
2019 geweigerd.
1.6. Op 3 december 2019 dient verzoekster een vierde aanvraag in voor een verblijfskaart van een
familielid van een burger van de Unie, in functie van haar Nederlandse broer. Deze aanvraag wordt op 11
maart 2020 geweigerd.
1.7. Op 13 januari 2021 dient verzoekster een vijfde aanvraag in voor een verblijfskaart van een familielid
van een burger van de Unie, in functie van haar Nederlandse broer. Zij doet op 27 januari 2021 afstand
van deze aanvraag.
1.8. Op 18 november 2021 dient verzoekster een zesde aanvraag in voor een verblijfskaart van een
familielid van een burger van de Unie, in functie van haar Nederlandse broer. Op 31 maart 2022 beslist
de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie tot weigering van verblijf van meer dan drie
maanden met bevel om het grondgebied te verlaten. Dit zijn de eerste en tweede bestreden beslissingen,
die tezamen in de vorm van een bijlage 20 aan verzoekster ter kennis worden gebracht en die zijn
gemotiveerd als volgt:
“In uitvoering van artikel 52, §4, 5de lid gelezen in combinatie met artikel58 of 69ter van het koninklijk
besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen, wordt de aanvraag van een verblijfskaart van een familielid van een
burger van de Unie, die op 18.11.2021 werd ingediend door:
Naam: [S.] Voornaam: [S.]
Nationaliteit: Marokko
[…]
om de volgende reden geweigerd:
De betrokkene voldoet niet aan de vereiste voorwaarden om te genieten van het recht op verblijf van meer
dan drie maanden in de hoedanigheid van familielid van een burger van de Unie of van een ander familielid
van een burger van de Unie.
Betrokkene vroeg op 18.11.2021 voor de zesde keer gezinshereniging aan met haar broer, zijnde [S.K.],
van Nederlandse nationaliteit, met rijksregistemummer […]
Betrokkene vroeg de gezinshereniging aan op basis van artikel 47/1,2° van de wet van 15.12.1980: ‘de
niet in artikel 40bis, §2, bedoelde familieleden die, in het land van herkomst, ten laste zijn of deel uitmaken
van het gezin van de burger van de Unie;...’
Artikel 47/3, §2 van de wet van 15.12.1980 stelt dat 'de andere familieleden bedoeld in artikel 47/1, 2°,
moeten bewijzen dat zij ten laste zijn van de burger van de Unie die zij willen begeleiden of bij wie zij zich
willen voegen of dat zij deel uitmaken van zijn gezin. De documenten die aantonen dat het andere
familielid ten laste is of deel uitmaakt van het gezin van de burger van de Unie moet uitgaan van de
bevoegde overheden van het land van oorsprong of van herkomst. Bij ontstentenis hiervan, kan het feit
ten laste te zijn of deel uit te maken van het gezin van de burger van de Unie bewezen worden met elk
passen middel'.
Ter staving van bovenstaande voorwaarden van artikel 47/3, §2 van de wet van 15.12.1980 werden
volgende documenten voorgelegd:
- reispaspoort Marokko […] op naam van betrokkene, afgeleverd op 02.03.2018 te Antwerpen

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT