Arrêt Nº275327 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 15/07/2022
| Judgment Date | 15 juillet 2022 |
| Procedure Type | Plein contentieux |
| Judgement Number | 275327 |
| Court | IVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
X- Pagina 1
nr. 275 327 van 15 juli 2022
in de zaak RvV X / IV en X / IV
In zake:
1. X
2. X wetttelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige zoon X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat A. LOOBUYCK
Langestraat 46/1
8000 BRUGGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien de verzoekschriften die X en X (wettelijk vertegenwoordigd door X), die verklaren van
Salvadoraanse nationaliteit te zijn, op 30 juli 2021 hebben ingediend tegen de beslissingen van de
commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van 25 juni 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de nota’s met opmerkingen en de administratieve dossiers.
Gezien het arrest van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van 31 januari 2022 met nrs. X en X,
waarbij de debatten worden heropend en de zaken opgeroepen worden op de terechtzitting van 9 maart
2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partijen en hun advocaat M. KIWAKANA loco advocaat
A. LOOBUYCK en van attaché C. CORNELIS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partijen die verklaren van Salvadoraanse nationaliteit te zijn, zijn volgens hun
verklaringen België binnengekomen op 13 november 2018 en hebben op 16 november 2018 een
verzoek om internationale bescherming ingediend.
Nadat een vragenlijst werd ingevuld en ondertekend, werd het dossier van de verzoekende partijen op
27 maart 2019 door de Dienst Vreemdelingenzaken (hierna: DVZ) overgemaakt aan het Commissariaat-
generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: CGVS). De verzoekende partijen werden elk
afzonderlijk op het CGVS gehoord op 16 april 2021.
X- Pagina 2
Op 25 juni 2021 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen in hoofde van
elk van de verzoekende partijen een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en de
subsidiaire beschermingsstatus.
De eerste bestreden beslissing die in hoofde van de eerste verzoekende partij genomen werd, luidt als
volgt:
“A. Feitenrelaas
U verklaarde de Salvadoraanse nationaliteit te hebben en geboren te zijn in San Salvador. U verhuisde
in uw kindertijd meermaals binnen San Salvador. Uw vader, MAPM (OV […]), had een bedrijf dat
kleding maakte en bedrukte. U werkte samen met uw broer, DIPG (OV. […] ), en vader in het bedrijf. In
2013 ontmoette u uw huidige partner, TKVG (OV. […]), die de Nicaraguaanse nationaliteit heeft. U
kreeg samen met haar een zoontje, EMPV (OV. […]) op 24 maart 2017. Uw partner had al een zoon uit
een vorige relatie, ARLV (OV. […]).
Uw broer, DIPG (OV […].) werd vroeger afgeperst door de bendes en besliste in november 2017 het
land te verlaten en naar België te komen. Hij werd hier erkend als vluchteling op 26 juni 2018.
U moest sinds 2017 renta betalen aan de bende MS. Er werd ingebroken in uw auto en u kocht een
nieuwe. In juni of juli 2018 werd er ‘dood aan de christenen’ in het stof op uw auto geschreven. Eind
september 2018 haalde uw partner uw zoon af van school en zag ze dat er bloed op zijn kleren was. De
directrice van de school vertelde dat hij geslagen werd door een man. Die man dreigde dat er niet met
de bende gelachen wordt en eiste meer geld. Tien dagen later werd u bedreigd en geslagen door
bendeleden en eisten ze 1000 dollar per week in plaats van de 300 dollar die ze daarvoor vroegen. U
diende een klacht in bij de politie en betaalde het afpersgeld.
Uw partner keerde in februari 2018 terug naar Nicaragua om een paspoort en documenten aan te
vragen omdat u wilde trouwen met haar. Ze verbleef er twaalf dagen en ontmoette er familie.
U besliste het land te verlaten en regelde de nodige documenten. U vertrok met uw gezin op 12
november 2018 en reisde via Spanje naar België. U kwam hier aan op 13 november 2018 en diende op
16 november 2018 een verzoek om internationale bescherming in.
Na uw vertrek kwamen uw vader (MAPM OV […]) en uw zussen (CYPG; OV. […] en DLPG; OV. […])
met hun gezinnen naar België. Ze dienden op 9 augustus 2019 een verzoek om internationale
bescherming in.
Ter ondersteuning van uw verzoek om internationale bescherming legde u uw paspoort en een klacht
neer. Uw vrouw legde de volgende documenten neer in haar verzoek: een brief met de toestemming
van de vader van Axel, aankoopbewijs van de auto, uw uittreksel van de burgerlijke stand, bedrijfskaart,
een factuur van het bedrijf, uw paspoort, de paspoorten van uw kinderen, foto’s van een auto, uw
Salvadoraanse verblijfskaart, de geboorteaktes van de kinderen en krantenartikelen over de situatie in
El Salvador. Na het persoonlijk onderhoud maakt uw vrouw via de advocaat nog opmerkingen bij de
notities.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst
worden vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bi jzondere
procedurele noden kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw
hoofde heeft kunnen vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Na grondig onderzoek van de door u aangehaalde feiten en alle elementen aanwezig in het
administratieve dossier moet worden vastgesteld dat u er niet in geslaagd bent om een vrees voor
vervolging in de zin van de Vluchtelingenconventie aannemelijk te maken en evenmin om
zwaarwegende gronden aannemelijk te maken dat u een reëel risico loopt op ernstige schade in de zin
van art. 48/4, §2, a of b van de Vreemdelingenwet.
Vooreerst dient opgemerkt dat, zelfs al blijkt uit de beschikbare informatie dat de georganiseerde
misdaadgroepen actief in El Salvador een grote invloed kunnen uitoefenen op het sociale, economis che
en politieke leven aldaar en dat deze bendes door sommige bronnen bestempeld worden als een de
facto autoriteit, dan nog pogen deze bendes eerder door middel van criminele activiteiten hun
economische en territoriale positie te behouden en stellen we vast dat de drijfveer van daden van
vervolging veeleer economisch is en geenszins politiek gemotiveerd (cf. COI Focus El Salvador:
Situation Sécuritaire van 12 oktober 2020 (beschikbaar op https://www.cgvs.be/sites/
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI