Arrêt Nº275326 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 15/07/2022
| Judgment Date | 15 juillet 2022 |
| Procedure Type | Plein contentieux |
| Judgement Number | 275326 |
| Court | IVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr.
275 326
van
15 juli
2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
1.
X
2. X
Gekozen woonplaats:
t
en kantore van advocaat H.
CHATCHATRIAN
Langestraat 46/1
8000 BRUGGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X en X, die verklaren van Salvadoraanse nationaliteit te zijn, op
19 november 2021 hebben ingediend tegen de beslissingen van de commissaris-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen van 18 oktober 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 11 februari 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 9 maart 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partijen en hun advocaat M. KIWAKANA loco advocaat
H. CHATCHATRIAN en van attaché C. CORNELIS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partijen die verklaren van Salvadoraanse nationaliteit te zijn, zijn volgens hun
verklaringen België binnengekomen op 3 augustus 2019 en hebben op 9 augustus 2019 een verzoek
om internationale bescherming ingediend.
Nadat een vragenlijst werd ingevuld en ondertekend, werd het dossier van de verzoekende partijen op
29 november 2019 door de Dienst Vreemdelingenzaken (hierna: DVZ) overgemaakt aan het
Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: CGVS). De verzoekende
partijen werden elk afzonderlijk op het CGVS gehoord op 6 april 2021.
RvV X - Pagina 2
Op 18 oktober 2021 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen in hoofde
van de verzoekende partijen een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en de subsidiaire
beschermingsstatus.
De eerste bestreden beslissing die in hoofde van de eerste verzoekende partij genomen werd, luidt als
volgt:
“A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen hebt u de Salvadoraanse nationaliteit en bent u geboren in Huizúcar in het
departement La Libertad. U was gehuwd met DDCG, maar zij overleed op 11 augustus 2005. Jullie
hebben samen vier kinderen: DIPG (DVZ[…]; CGVS[…]), CYPG (DVZ […]; CGVS […]B), DLPG (DVZ
[…]; CGVS […]) en MJPG (DVZ […]; CGVS […]). U huwde opnieuw op 28 februari 2009 met JERDP
(DVZ[…]; CGVS […]B). Jullie hebben samen twee minderjarige kinderen: MZPR (DVZ […]) en GMPR
(DVZ[…]). U woonde tot aan uw vertrek te Barrio La Vega in San Salvador. U ging naar school tot aan
het tweede jaar van het middelbaar onderwijs. Vervolgens had u een eigen textielbedrijf waar ook uw
zonen MJ en DI tewerkgesteld waren, net als uw echtgenote.
Uw zoon MJ werkte samen met u in het textielbedrijf en diende na het vertrek naar België van uw
andere zoon DI wekelijks 300 dollar renta te betalen aan bende MS. Hij besloot daarop om eveneens El
Salvador te verlaten en op 13 november 2018 kwam hij aan in België. Hij diende een verzoek om
internationale bescherming in op 10 december 2018. Zijn verzoek werd op 28 juni 2021 afgesloten met
een weigeringsbeslissing.
Een week na het vertrek van uw zoon MJ viel een bendelid uw dochter aan op school. Hij zei haar dat
ze MJ niet konden vinden en dat ze iedereen in de gaten hielden. Ook zei hij dat jullie moesten zeggen
waar MJ zich bevond want dat hij de renta diende te betalen. Ook sloeg het bendelid uw dochter. Jullie
besloten daarop een klacht in te dienen bij de directrice van de school. Zij wilde zich er echter niet met
bemoeien uit angst voor de bende.
Diezelfde avond kwamen er twee bendeleden naar jullie huis die met u wilden spreken. Ze vroegen
eveneens naar de verblijfplaats van MJ, waarop u zei dat hij naar San Miguel was gegaan omdat zijn
echtgenote daar was. De bendeleden meldden u vervolgens dat u dan vanaf nu de renta zou moeten
betalen in plaats van uw zoon. Jullie betaalden dit tot aan jullie vertrek naar België omdat het de manier
was om uzelf te beschermen. De betalingen gingen elke zaterdag door en de bende stuurde dan
iemand naar uw woning om het geld te komen halen.
Op 9 juli 2019 vroeg de bende echter 1000 dollar omdat ze geld nodig hadden om een advocaat te
betalen. Jullie wilden dit bedrag eerst niet betalen, maar omdat de bende jullie met de dood bedreigde,
hebben jullie diezelfde avond toch betaald. De dag nadien dienden jullie klacht in bij het parket. De 300
dollar aan renta bleven jullie ook nog steeds elke zaterdag betalen.
Op 26 juli 2019 werd uw zoon MZ tegengehouden door twee bendeleden. Ze hebben hem geslagen om
te laten zien dat het een ernstige bedreiging betrof. Ook gaven ze hem een krant mee en meldden ze
hem dat u een verrader was. Ze beschuldigden jullie er namelijk van een klacht te hebben ingediend
tegen de persoon die in de krant staat.
U verliet El Salvador samen met uw echtgenote JE en jullie twee kinderen MZ en GM op 3 augustus
2019 en kwam de volgende dag aan in België. Op 9 augustus 2019 diende u een verzoek tot
internationale bescherming in bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ).
Bij terugkeer naar El Salvador vreest dat de bende u of u familie zal vermoorden. Ook vreest u dat uw
dochter de vrouw zou moeten worden van een bendelid of dat ze haar gaan verkrachten. Voorts vreest
u ook dat ze uw kinderen gaan ontvoeren of rekruteren voor de bende.
Ter staving van jullie verzoek leggen u en uw echtgenote volgende documenten neer: de Salvadoraanse
paspoorten van uw gezin; uw identiteitskaart; de geboorteaktes van uw gezinsleden; de overlijdensakte
van DDC; een kopie van een klacht; foto’s van uw zaak; een foto van uw zoons verwonding; het
krantenartikel met een bedreiging; krantenartikels over El Salvador; een foto van uw zoon; een attest
over de psychologische behandeling van uw dochter G; en documenten betreffende uw zaak.
B. Motivering
Na analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele
noden kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft
kunnen vaststellen. Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in
het kader van onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten
gerespecteerd worden en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI