Arrêt Nº273517 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/05/2022

Judgment Date31 mai 2022
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number273517
CourtIIde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 273 517 van 31 mei 2022
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat M. ESHAGHZEY
Turnhoutsebaan 314
2110 WIJNEGEM
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Mongolische nationaliteit te zijn, op 8 maart 2022 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissing
van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 9 februari 2022 tot afgifte van een
bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 13).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 29 maart 2022, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 3 mei 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. BEELEN.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat M. ESHAGHZEY en van advocaat
L. DE MAERTELAERE, die loco advocaten C. DECORDIER en T. BRICOUT verschijnt voor de
verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
De verzoekende partij verklaart van Mongoolse nationaliteit te zijn en kwam het Rijk binnen, samen met
haar ouders op 19 november 2003.
Het is niet betwist dat, na de afwijzing van de asielaanvraag op 11 december 2008, haar ingediende
aanvraag, gesteund op artikel 9ter van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de
Vreemdelingenwet), ontvankelijk is bevonden en op 23 november 2009 gegrond. De verzoekende partij
werd gemachtigd tot een verblijf van onbeperkte duur. Op 14 januari 2010 werd zij in het bezit gesteld van
een B-kaart, wat opnieuw gebeurde op 24 december 2014.
RvV X - Pagina 2
De verwerende partij erkent dat de laatst afgegeven B-kaart geldig was tot 23 december 2019, integendeel
met wat vermeld staat in de nota met opmerkingen, en stelt ter terechtzitting dat dit een materiële
vergissing is.
De verzoekende partij wordt betrapt op een winkeldiefstal waar zij in totaliteit vier flessen sterke drank stal
uit een Colruytwinkel en een pompstation. In eerste instantie werd de verzoekende partij veroordeeld voor
deze feiten door de correctionele rechtbank te Antwerpen op 6 januari 2021, bij verstek gewezen, tot een
gevangenisstraf van 8 maanden en een geldboete.
Na verzet heeft deze rechtbank op 9 februari 2022 zijn vonnis hervormd en worden de straffen herleid.
De gevangenisstraf wordt niet langer weerhouden en de verzoekende partij wordt veroordeeld tot een
werkstraf van 100 uren en tot een geldboete, dit laatste evenwel met uitstel.
De gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie neemt op 9 februari 2022 de beslissing
tot afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 13). Dit is de bestreden beslissing met
volgende redengeving:
“(…)
Aan de Heer:
Naam: B.
Voornaam: T.
Geboortedatum: X
Geboorteplaats: Ulaanbaatar
Nationaliteit: Mongolië
ALIAS: B. T., geboren op X te Ulaanbatar, onderdaan van China; B. T., geboren op X te Ulaanbatar,
onderdaan van China
wordt het bevel gegeven het grondgebied van België te verlaten, evenals het grondgebied van de staten
die het Schengenacquis ten volle toepassen,
- tenzij hij beschikt over de documenten die vereist zijn om er zich naar toe te begeven,
- tenzij er actueel een asielaanvraag hangende is in een van deze staten,
onmiddellijk na kennisgeving.
REDEN VAN DE BESLISSING:
Het bevel om het grondgebied te verlaten wordt afgegeven in toepassing van de artikel(en) van de wet
van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen (hierna ‘de wet’) en volgende feiten:
Artikel 7, alinea 1, van de wet:
1° wanneer hij in het Rijk verblijft zonder houder te zijn van de bij artikel 2, van de wet vereiste
documenten.
De betrokkene is niet in het bezit van een geldig paspoort en niet van een geldig visum noch van een
geldige verblijfstitel op het moment van zijn arrestatie.
3° wanneer hij door zijn gedrag geacht wordt de openbare orde te kunnen schaden.
Op 06.01.2021 heeft betrokkene een veroordeling opgelopen van 8 maanden door de Correctionele
Rechtbank van Antwerpen voor gewone diefstal als dader of mededader (verzet ontvankelijk 09.02.2022).
De door beklaagde gepleegde feiten getuigen van een gebrek aan normbesef en van het zoeken naar
gemakkelijk geldgewin zonder respect voor andermans eigendomsrecht. Dergelijke feiten kunnen
bijzonder traumatiserend zijn voor de slachtoffers en voeden het onveiligheidsgevoel van de burgers.
Gezien de ernst van deze feiten, kan worden afgeleid dat betrokkene door zijn gedrag geacht wordt de
openbare orde te kunnen schaden.
Artikel 74/13

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT