Arrêt Nº273514 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/05/2022
| Judgment Date | 31 mai 2022 |
| Procedure Type | Annulation |
| Judgement Number | 273514 |
| Court | IXde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr. 273 514 van 31 mei 2022
in de zaak RvV X / IX
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat P. ROELS
Graanmarkt 17
9300 AALST
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IXE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Angolese nationaliteit te zijn, op 21 januari 2022 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissing
van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 5 juli 2021, tot beëindiging van het verblijf met bevel
om het grondgebied te verlaten en inreisverbod.
Gezien titel Ibis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2 van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 10 maart 2022, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 13 april 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. MILOJKOWIC.
Gehoord de opmerkingen van advocaat M. KIWAKANA, die loco advocaat P. ROELS verschijnt voor
verzoeker en van advocaat E. WILLEMS, die loco advocaten C. DECORDIER en T. BRICOUT
verschijnt voor verweerder.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
Op 7 april 2021 wordt verzoeker in het kader van artikel 62, § 1 van de Vreemdelingenwet op de hoogte
gebracht van het feit dat overwogen wordt zijn verblijf te beëindigen om hem de mogelijkheid te bieden
om relevante elementen aan te voeren die het nemen van een beslissing kunnen verhinderen of
beïnvloeden. Verzoeker haalde de aangetekende zending niet af. Op 5 juli 2021 beslist de
staatssecretaris voor Asiel en Migratie om het verblijf van verzoeker te beëindigen, met bevel om het
grondgebied te verlaten en inreisverbod. Dit is de bestreden beslissing:
“BESLISSING TOT BEËINDIGING VAN HET VERBLIJF MET BEVEL OM HET GRONDGEBIED TE
VERLATEN EN INREISVERBOD
RvV X - Pagina 2
Mijnheer
naam : KM
voornaam : Y.
geboortedatum : (…)1992
geboorteplaats: Luanda
nationaliteit : Angola
ALIAS : K M
Krachtens artikel 22, §1, 30, van de wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt een einde gemaakt aan uw verblijf en
krachtens artikel 7, eerste lid, 3°, wordt u bevolen het grondgebied van België te verlaten, alsook het
grondgebied van de Staten die het Schengenacquis volledig toepassen, tenzij u beschikt over de
documenten die zijn vereist om die Staten binnen te komen, binnen 30 dagen vanaf de kennisgeving
van de beslissing, om de volgende redenen:
Op 20/05/1993 is uw vader KP samen met uw moeder MKD aangekomen in België. Hun drie kinderen,
met name uzelf en uw twee broers KMH en KMH, waren bij hen. Uw zus S zou overleden zijn in Angola
voor jullie vertrek naar België.
Op 25/05/1993 heeft uw vader KP een eerste keer asiel aangevraagd in België.
Op 29/07/1993 nam de Dienst Vreemdelingenzaken in hoofde van uw vader en moeder een beslissing
tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten.
Op 30/07/1993 werd een dringend beroep ingediend tegen deze beslissing.
De beslissing tot weigering van verblijf werd door het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en
de Staatlozen bevestigd op 15/12/1993.
Op 12/02/1994 werd een verzoekschrift tot nietigverklaring van de beslissing ingediend bij de Raad van
State.
Op 24/03/1994 heeft de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen, ingevolge het
ingediende beroep, de beslissing tot weigering van verblijf met bevel om het grondgebied te verlaten
bevestigd.
Op 28/02/1996 werd een aanvraag tot machtiging tot verblijf op basis van artikel 9 § 3, van de wet van
15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen ingediend.
Op 26/03/1996 werd een aanvraag tot machtiging tot verblijf voor uw gezin in toepassing van art. 9 § 3,
van de wet van 15/12/1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen verworpen.
Na een illegaal verblijf van 3 jaar heeft uw gezin op 20/11/1996 een tweede maal asiel aangevraagd in
België.
Op 21/11/1996 werd door de Dienst Vreemdelingenzaken in hoofde van uw gezin een beslissing
genomen tot weigering van verblijf zonder bevel om het grondgebied te verlaten.
Op 23/12/1996 hebben uw ouders en uw broer H zich aangeboden bij het gemeentebestuur om zich te
laten inschrijven.
Op 21/01/1997 nam de Dienst Vreemdelingenzaken een beslissing tot weigering van verblijf in hoofde
van de leden van jullie gezin. Dezelfde dag nam de Dienst Vreemdelingenzaken eveneens een
beslissing om jullie vast te houden op een welbepaalde plaats, in het kader van een terugkeer naar het
land van herkomst.
Op 21/01/1997 dienden uw ouders een dringend beroep in tegen de beslissing.
Op 05/02/1997 nam het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen een beslissing
tot bevestiging van de weigering van verblijf in hoofde van uw gezin.
Op 12/02/1997 werd bij de Raad van State een hoogdringend verzoek tot schorsing ingesteld tegen de
negatieve beslissing van het Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen van
05/02/1997.
Op 21/02/1997 heeft de Raad van State bij arrest de uitvoering van de beslissing van het
Commissariaat-generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen voorlopig geschorst. De rechtsdag
werd vastgesteld op 20/03/1997.
Op 23/04/1997 werd de weigeringsbeslissing van 05/02/1997 ingetrokken door het Commissariaat-
generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen.
Het Commissariaat-generaal besliste op 26/11/1997 dat de asielaanvragen ontvankelijk waren en dat
verder onderzoek van de aanvragen noodzakelijk was.
Op 04/11/1998 heeft uw gezin opnieuw een aanvraag tot regularisatie van verblijf ingediend. Op
17/01/2000 hebben uw ouders zich nogmaals bij het gemeentebestuur van Wetteren aangemeld om
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI