Arrêt Nº273472 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/05/2022

Judgment Date30 mai 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number273472
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr.
273 472
van
30 mei
2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
Kroonlaan 88
1050 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van onbepaalde nationaliteit en Palestijnse origine te zijn,
op 3 maart 2022 heeft ingediend tegen de beslissing van de adjunct-commissaris-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen van 31 januari 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 28 april 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 16 mei 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken D. DE BRUYN.
Gehoord de opmerkingen van verzoeker en zijn advocaat A. HAEGEMAN loco advocaat F. JACOBS en
van attaché B. DESMET, die verschijnt voor verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
Verzoeker, die verklaart van onbepaalde nationaliteit en van Palestijnse origine te zijn, komt volgens zijn
verklaringen op 20 juni 2020 België binnen met een paspoort en verzoekt op 30 juli 2020 om
internationale bescherming. Op 31 januari 2022 beslist de adjunct-commissaris-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de adjunct-commissaris-generaal) tot weigering van de
vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Dit is de thans bestreden
beslissing, die op dezelfde dag aan verzoeker aangetekend wordt verzonden.
Deze beslissing luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U verklaart van Palestijnse origine te zijn en afkomstig te zijn van Khan Y ounis. U bent niet bij het UNRWA
geregistreerd. U bent afgestudeerd in de fysica.
Na uw studies deed u in februari 2017 een sollicitatie voor de functie van assistent laborant bij het
universitaire college. Begin maart 2017 werd u opgebeld door A. I. (...), die u voorstelde om elkaar te
ontmoeten in de moskee van Al Qabir. Daar deed hij u het voorstel om samen te werken met Al Qassam.
U weigerde, maar hij gaf u bedenktijd. Twee weken later werd u wederom opgebeld door A. I. (...), waarna
jullie elkaar ontmoetten in de moskee van Abu Hamed. U weigerde opnieuw, waarna A. I. (...) u aangaf
van uw leven de hel te gaan maken. Op 27 april 2017 werd u opnieuw door A. I. (...) opgebeld. U bevond
zich toen in de buurt van de Al Mahatastraat. Hij dwong u om daar te wachten tot hij ter plaatse was.
Vervolgens pikte hij u op en deed hij hetzelfde voorstel. U weigerde opnieuw, waarop hij u zijn pistool
toonde. Hij bracht u naar een militaire locatie waar u opgewacht werd door twee gemaskerde mannen. U
werd ondervraagd en verwittigd niemand op de hoogte te brengen van jullie gesprekken. Hij waarschuwde
u dat ze u anders opnieuw zouden arresteren en hij uw leven moeilijk zou maken. De volgende ochtend
werd u terug vrijgelaten. U sloot zich een maand thuis op, stopte met uw activiteiten en geraakte
depressief. Uw familie begon ook vragen te stellen. U biechtte het verhaal op aan uw vader. U probeerde
tot rust te komen en uw activiteiten te hernemen. Gedurende twee weken ging u aan de slag bij
Al Mustakbar. U zocht vervolgens nog naar werk, maar vond niets binnen uw specialisatie omwille van de
dreigementen van A. I. (...). Omwille van uw problemen verhui sde u toen naar Qizan Rashwan bij uw oom
H. R. (…). U verbleef daar van augustus 2017 tot januari o f februari 2019. In februari 2019 keerde u terug
naar uw ouderlijk huis en begon u regelingen te treffen voor uw reis.
U verliet Gaza op 5 mei 2019 met een Umrah-visum. Via Egypte reisde u naar Saudi-Arabië, waar u
ongeveer twee weken verbleef om de zwarte steen in Mekka te bezoeken. Op 22 mei 2019 reisde u naa r
Turkije om na een tweetal maanden door te reizen naar Griekenland, waar u ongeveer een jaar verbleef
zonder een verzoek om internationale bescherming in te dienen. Begin juni 2020 reisde u via Albanië,
Kosovo, Servië, Roemenië, Hongarije, Oostenrijk, Tsjechië en Duitsland naar België. Op 20 juni 2020
kwam u aan in België en op 30 juli 2020 diende u uw verzoek om internationale bescherming in.
Bij terugkeer naar Gaza vreest u gearresteerd en slecht behandeld te worden door A. I. (...) of Al Qass am
omdat u in Europa was en over uw problemen heeft verteld.
Ter staving van uw verzoek om internationale bescherming legt u de volgende originele documenten neer:
uw paspoort (d.d. 25/09/2017), uw geboorteakte (d.d. 14/09/2010) en uw diploma (d.d. 02/08/2016).
Vervolgens legt u ook kopieën neer van de volgende documenten: uw identiteitskaart (d.d. 11/01/1993),
enkele geldtransacties aan uw familie, een kaart van de omgeving van uw huis met aanduiding van de
locaties van bombardementen, een schadeattest om het gevaar van uw omgeving aan te tonen, drie foto’s
van uw bezoek aan Mekka, twee vliegtuigtickets om uw reis aan te tonen en uw Turks visum met de
inreisstempel van Turkije op.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere procedurele noden
kunnen blijken, en dat het Commissariaat-Generaal evenmin dergelijke noden in uw hoofde heeft kunnen
vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Na onderzoek van al de door u aangehaalde feiten en alle elementen aanwezig in het administratieve
dossier dient vastgesteld te worden dat u noch de status van vluchteling noch de status van het subsidiair
beschermde kan toegekend worden, dit om onderstaande redenen.
Artikel 1D van de Vluchtelingenconventie, waarnaar artikel 55/2 van de Vreemdelingenwet verwijst,
bepaalt dat personen die de bijstand of bescherming genieten van andere organen of instellingen van de
Verenigde Naties, zoals het UNRWA, uitgesloten dienen te worden van de vluchtelingenstatus. Uit uw
verklaringen en uit de door u neergelegde stukken blijkt dat u nooit geregistreerd bent bij het UNRWA en
RvV X - Pagina 3
dat u nooit beroep heeft gedaan op de bijstand van het UNRWA (notities van het persoonlijk onderhoud,
d.d. 15/09/2021, CGVS, p. 4). Bijgevolg moet uw verzoek om internationale bescherming onderzocht
worden in het licht van de artikelen 48/3 en 48/4 van de Vreemdelingenwet.
Na een grondig onderzoek van alle door u afgelegde verklaringen en de door u voorgelegde stukken dient
te worden vastgesteld dat u niet aannemelijk heeft gemaakt dat er in uw hoofde sprake is van een
gegronde vrees voor vervolging in de zin van artikel 48/3 van de Vreemdelingenwet of een reëel risico op
ernstige schade in de zin van artikel 48/4 van dezelfde wet.
Vooreerst dient vastgesteld te worden dat uw houding niet in overeenstemming kan worden gebracht met
een gegronde vrees voor vervolging of een reëel risico op het lijden van ernstige schade. Uit uw
verklaringen blijkt immers dat u van 10 juli 2019 tot 1 juni 2020 in Griekenland verbleef zonder daar een
verzoek om internationale bescherming in te dienen (CGVS, p. 9; verklaring DVZ, d.d. 17/09/2020, vraag
32). U stelt dit niet gedaan te hebben omdat de situatie in Griekenland slecht was, u niet in Griekenland
wou blijven en meerdere verhoopte pogingen ondernomen had om het land te verlaten (CGVS, p. 9). Dit
is echter geen vergoelijking voor uw nalatende houding, daar het land waar u aankomt ondergeschikt is
aan uw beschermingsnood. Van een persoon die daadwerkelijk een risico op vervolging en/of ernstige
schade in zijn land van herkomst loopt mag redelijkerwijze worden verwacht dat hij of zij, na aankomst in
landen die de Conventie van Genève hebben ondertekend en die de beschermingsmodaliteiten die erin
voorzien zijn, toepassen, zo snel mogelijk informatie vergaart over en een beroep doet op deze
beschermingsmogelijkheden. Uw houding kan dan ook niet in overeenstemming gebracht worden met
een daadwerkelijke vrees voor vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie, noch met een reëel
risico op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming.
De vaststelling dat u pas twee jaar na de start van uw problemen Gaza uit reisde en Gaza uiteindelijk
legaal, met uw eigen paspoort, via de Rafah-grenspost verliet, zet uw geloofwaardigheid verder op de
helling. Hoewel de beschikbare informatie aantoont dat het voor Palestijnen uit de Gazastrook voor
maart 2019 lange tijd niet toegestaan was om via een Umrah visum naar Saudi-Arabië te reizen, hetgeen
overeenstemt met uw verklaringen (CGVS, p. 19), dient te worden opgemerkt dat er nog andere opties
bestonden om het land te verlaten en dat het niet geheel onmogelijk was om reeds eerder te reizen. De
reden dat Egypte het Umrah-programma stopte in 2015 voor Gazanen was omwille van de instabiliteit in
het noordelijk deel van het Sinaï-gebied. Ze stonden echter wel nog steeds de doorgang toe voor de
belangrijke jaarlijkse hajj-bedevaart. Verder blijkt dat jaarlijks ongeveer 2500 pelgrims de toestemming
krijgen om Gaza via Egypte te verlaten om de hajj te kunnen verrichten. Dit toont aan dat het mogelijk
was om andere manieren aan te wenden om een poging te wagen om het land te verlaten. Hoewel de
grensovergang in 2017, bij de aanvang van uw problemen, slechts sporadisch geopend was, blijkt verder
uit de beschikbare informatie dat vanaf juli 2018 de grensovergang zo goed als altijd vijf dagen per week
geopend is, en dit van zondag tot donderdag. Deze informatie stemt dan ook niet overeen met uw
verklaringen niet eerder te kunnen vertrekken zijn omdat de grensovergang dicht was (vragenlijst CGVS,
d.d. 17/09/2020, vraag 3.5). U was immers eveneens in het bezit van een Turks visum, dat op zich
volstond om Gaza te kunnen uitreizen (CGVS, p. 8, p. 19). Bovendien is het opmerkelijk dat u het risico
nam om legaal via de Rafah-grenspost te vertrekken. U had immers schrik om Gaza eerder uit te reizen
omdat u geconfronteerd kon worden dat uw naam op een lijst van personen met een reisverbod zou staan
(CGVS, p. 19). U stelt met een Umrah-visum dergelijke ondervragingen te kunnen hebben vermijden, ook
omdat deze door Ramallah zouden zijn uitgegeven (vragenlijst CGVS, vraag 3.5; CGVS, p. 8). Gezien
Hamas de controle had over de Rafah-grenspost in mei 2019, is het geens zins aannemelijk dat u, indien
u daadwerkelijk door A. I. (...) zou worden gezocht, dit risico zou nemen omdat kan worden aangenomen
dat ze u alsnog zouden controleren, los van met welk visum u al dan niet reisde. Dat u vervolgens
probleemloos Gaza kon uitreizen en zonder problemen dat specifieke visum kon verkrijgen (CGVS, p. 8,
p. 9), wijst er eens te meer op dat geen geloof kan worden gehecht aan uw bewering vervolging te moeten
vrezen voor A. I. (...). Indien A. I. (...) of Al Qassam u nog steeds daadwerkelijk in het vizier hielden, kan
dan ook worden verwacht dat ze uw reis zouden proberen te verhinderen, hetgeen ze nagelaten hebben
te doen, gelet op bovenstaande vaststellingen. Tot slot dient opgemerkt te worden dat u op geen enkele
manier kan aantonen daadwerkelijk met een Umrah-visum Gaza te zijn uit gereisd. U stelt een elektronisch
Umrah-visum en een kopie van dit visum te hebben gehad, maar dit bij aankomst in de luchthaven van
Saudi-Arabië te hebben verscheurd (CGVS, p. 10). Gezien u Gaza verliet omwille van een vrees voor
vervolging (CGVS, p. 9), kan niet worden verstaan dat u bewijsmateriaal die de manier van uw vertrek
kan aantonen, zonder reden zou vernietigen. In tegenstelling tot uw Umrah-visum hebt u namel ijk wel een
kopie van uw Turks visum bijgehouden (CGVS, p. 19). Er kan dan ook niet worden verstaan waarom u dit
niet zou hebben gedaan met uw Umrah-visum. Daar u geen enkel begin van bewijs aanlevert van dat
Umrah-visum, worden deze verklaringen ernstig in twijfel gesteld.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT