Arrêt Nº273471 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/05/2022

Judgment Date30 mai 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number273471
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 273 471 van 30 mei 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat P. J.P. LIPS
Louizalaan 523
1050 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Palestijnse nationaliteit te zijn, op 14 februari 2022 heeft
ingediend tegen de beslissing van de adjunct-commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 31 januari 2022.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 28 april 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 16 mei 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken D. DE BRUYN.
Gehoord de opmerkingen van verzoeker en zijn advocaat P. J.P. LIPS en van attaché B. DESMET, die
verschijnt voor verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Op 27 april 2019 wordt verzoeker, die verklaart van Palestijnse nationaliteit te zijn, door de
grensinspectie te Zaventem aangetroffen. De volgende dag wordt hij vastgehouden in een welbepaalde
aan de grens gelegen plaats en verzoekt hij om internationale bescherming.
1.1.1. Op 17 mei 2019 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna:
de commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Bij arrest nr. X van 18 juni 2019 vernietigt de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad) deze beslissing.
1.1.2. Nadat verzoeker op 15 juli 2019 wordt meegedeeld dat een verder onderzoek van zijn verzoek om
internationale bescherming noodzakelijk is en dat hij wordt toegelaten tot het grondgebied, beslist de
RvV X - Pagina 2
commissaris-generaal op 10 juni 2020 opnieuw tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van
de subsidiaire beschermingsstatus. Bij arrest nr. X van 21 januari 2021 weigert de Raad eveneens de
vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus aan verzoeker. De Raad van State beslist bij
beschikking nr. X van 26 maart 2021 dat het cassatieberoep tegen dit arrest niet toelaatbaar is.
1.2. Zonder België te hebben verlaten dient verzoeker op 16 april 2021 een tweede verzoek in om
internationale bescherming. Nadat de commissaris-generaal op 21 mei 2021 een beslissing houdende
een ontvankelijk verzoek (volgend verzoek) neemt, beslist de adjunct-commissaris-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de adjunct-commissaris-generaal) op 31 januari 2022 opnieuw tot
weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Dit is de thans
bestreden beslissing, die de volgende dag aan verzoeker aangetekend wordt verzonden.
Deze beslissing luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
U, O. S. M. A. (…), bent een Palestijnse burger van Arabische origine. U bent geboren op (…) 1991 in
Gaza en u bent een soennitische moslim.
Uw familie behoort tot de oorspronkelijke bewoners van Gaza. U heeft een broer, A. K. S. M. (…), die in
België verblijft. Hij diende op 2 januari 2018 een verzoek om internationale bescherming in en op
27 december 2021 betekende het CGVS hem een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en
weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. U woonde vanaf uw geboorte tot begin 2016 in Khan
Younes bij uw ouders. Daarna ging u aan de hand van vervalste documenten naar Israël waar u
gedurende twee jaar illegaal werkte als arbeider. In nov ember 2018 werd u echter opgepakt door de
Israëlische autoriteiten en omdat u geen geldige verblijfsdocumenten had werd u vervolgens terug naar
Gaza gestuurd via de grenspost Erez. Bij uw aankomst aan de Palestijnse kant werd u door Hamas
ondervraagd. Ze hebben u vragen gesteld over de reden waarom u naar Israël ging en of u daar in contact
kwam met de Israëlische inlichtingendienst. Na de ondervraging werd u vrijgelaten. Hamasleden vertelden
u erbij dat u nog opgeroepen zou worden en dat u zich dan moest komen melden. Op 15 januari 2019
kreeg u een eerste oproepingsbrief van de Interne Veiligheidsdienst van Hama s. Vervolgens meldde u
zich in het ondervragingsbureau aan. U kreeg dezelfde vragen over de redenen en details van uw verblijf
in Israël. Ze hebben ook uw gsm gecontroleerd en gekeken naar uw foto’s. Hamas wilde zeker zijn dat u
geen gevaar vormde voor Gaza. U werd vrijgelaten omdat er geen bewijs tegen u werd gevonden. Later,
op 8 februari 2019, kreeg u een tweede oproepingsbrief van de Interne Veiligheidsdienst waarop u zich
nogmaals hebt gemeld. U werd nogmaals ondervraagd en vrijgelaten. Een derde oproepingsbrief kreeg u
op 28 maart 2019. U hebt zich begeven naar de Interne Veiligheidsdienst waar u opnieuw ondervraagd
en daarna vrijgelaten werd. U werd nog een paar keer opgeroepen maar die oproepingsbrieven bent u
ondertussen kwijtgeraakt. U vermeldt dat u tijdens de ondervragingen een klap kreeg en geduwd werd. U
kon de stresserende situatie niet meer aan en vreesde valselijk beschuldigd te worden door Hamas en
bijgevolg een oneerlijke straf te krijgen. Daarom besliste u het land te verlaten. U regelde zelf uw vertrek
en betaalde 7000 dollar om door de grenspost Rafah te vertrekken. U regelde een toelatingsdocument
voor Jordanië door zich voor te doen als zieke en een met de hulp van een valse Belgische identiteitskaart.
Zo verliet u Gaza op 16 april 2019.
U nam een vlucht van Caïro naar Jordanië waar u een verdere vlucht nam naar Brussel. In de luchthaven
van Brussel hebt u uw Palestijns paspoort vernietigd en daarna uw verzoek om internationale
bescherming gedaan op 28 april 2019.
Ter staving van uw verzoek om internationale bescherming legde u de volgende documenten neer: de
kopie van uw identiteitskaart, de kopie van de eerste pagina van uw Palestijns paspoort, de kopie van uw
rijbewijs, de kopieën van drie oproepingsbrieven die u kreeg van Hamas, de kopie van uw
familiesamenstelling, de kopie van een aanhoudingsbewijs afgegeven door de Israëlische autoriteiten en
de kopie van uw laissez-passer voor Israël.
Op 20 mei 2019 ontving u van het Commissariaat -generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen een
beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus.
Tegen deze beslissing tekende u beroep aan bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (RvV). Op
18 juni 2019 vernietigde de RvV de beslissing van het CGVS (arrest 222797). De RvV volgde de motieven
van het CGVS betreffende de ongeloofwaardigheid van de door u aangehaalde vervolgingsfeiten, maar

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT