Arrêt Nº272980 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 19/05/2022

Judgment Date19 mai 2022
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number272980
CourtVIIIste KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1 van 18
nr. 272 980 van 19 mei 2022
in de zaak RvV X / VIII
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat H. LEUNG
Terninckstraat 13 C1
2000 ANTWERPEN
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie
DE WND. VOORZITTER VAN DE VIIIste KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Colombiaanse nationaliteit te zijn, op
15 december 2021 heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen van de beslissing van de
gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 29 oktober 2021 die een einde stelt aan
het recht op verblijf van meer dan drie maanden (bijlage 21).
Gezien titel Ibis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gezien de synthesememorie.
Gelet op de beschikking van 10 februari 2022, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 8 maart 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken I. CORNELIS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat H. LEUNG, en van advocaat L.
ASSELMAN, die loco advocaten C. DECORDIER en T. BRICOUT verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
1.1. Verzoekster betreedt op 4 juli 2018 via Madrid, Spanje, het Schengengrondgebied.
1.2. Op 30 oktober 2018 dient verzoekster een aanvraag in voor een verblijfskaart van een familielid van
een burger van de Unie, in functie van haar neef met de Spaanse nationaliteit. Omwille van het uitblijven
van een beslissing binnen een termijn van zes maanden wordt verzoekster op 15 mei 2019 in het bezit
gesteld van de elektronische F-kaart.
RvV X - Pagina 2 van 18
1.3. De gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie beslist op 31 augustus 2021 tot
beëindiging van het recht op verblijf van meer dan drie maanden. Dit is de bestreden beslissing, die is
gemotiveerd als volgt:
In uitvoering van artikel 42quater van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen en van artikel 54 gelezen in
combinatie met artikel 58 van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen wordt er een einde gesteld
aan het verblijf van:
Naam: [J.M.] Voorna(a)m(en): [N.] Nationaliteit: Colombia
Geboortedatum: […] Geboorteplaats: […]
Identificatienummer in het Rijksregister: […]
Verblijvende te: […]
Reden van de beslissing:
Betrokkene bekwam het verblijfsrecht als familielid van een burger van de Unie na indiening van een
bijlage 19ter op 30.10.2018. Ten gevolge van het uitblijven van een beslissing van de DVZ, werd zij op
15.05.2019 in het bezit gesteld van een F-kaart. Betrokkene verkreeg het verblijfsrecht in toepassing
van artikel 47/1, 2° van de wet van 15.12.1980 in functie van de Burger van de Unie [M.J.J.A.] […], haar
Spaanse neef met wie zij zich vestigde. Intussen is de situatie van betrokkene totaal gewijzigd.
Overeenkomstig de gegevens in het Rijksregister blijkt er geen gezamenlijke vestiging meer te zijn
tussen betrokkene en referentiepersoon, en dit sedert 16.11.2020, datum waarop betrokkene samen
met haar zoon [M.J.J.J.] […] werd ingeschreven op een afzonderlijk adres.
Betrokkene verkreeg het verblijfsrecht als ander familielid ten laste of deel uitmakend van het gezin van
de referentiepersoon in het land van herkomst. Betrokkene verkreeg het verblijfsrecht niet omdat bleek
dat voldaan werd aan de voorwaarden om te verblijven als ander familielid van een burger van de Unie,
maar wegens het uitblijven van een beslissing van de Dienst Vreemdelingenzaken. Heden is het redelijk
te stellen dat de gezinshereniging achterhaald is, gelet betrokkene niet meer bij referentiepersoon woont
en geheel ten laste valt van het sociale bijstandsstelsel. Nochtans beweerde betrokkene bij haar
verblijfsaanvraag ten laste te zijn van de referentiepersoon of deel uit te maken van zijn gezin in het land
van herkomst. Ze blijkt heden niet meer deel uit te maken van zijn kerngezin, noch kan ze nog enigszins
terugvallen op hem gelet op het leefloon. In tegenstelling tot wat het CAW voorhoudt, is er dus
géénszins nog sprake van een gezinscel, noch kan gelet op de uitkering van leefloon voor een ruime
periode blijken dat zij op één van haar andere in het Rijk verbli jvende familieleden zou kunnen
terugvallen. Overigens dient er op gewezen te worden dat betrokkene sedert 30.09.2019 onafgebroken
leefloon ontvangt, wat betekent dat zij zelfs al tijdens de periode waar nog sprake was een gezamenlijke
vestiging niet meer kon rekenen op de financiële ondersteuning van de referentiepersoon. De
gezinshereniging is dan ook volstrekt achterhaald.
Bij gebrek aan gezamenlijke vestiging met de referentiepersoon kan overeenkomstig art. 42quater, §1,
4° van de wet van 15.12.1980 het verblijfsrecht van betrokkene beëindigd worden.
Om overeenkomstig dit wetsartikel rechtmatig een einde te kunnen stellen aan het verblijf van
betrokkene werd zij op 29.07.2021 verzocht haar individuele situatie toe te lichten zodat kon getoetst
worden of zij eventueel toch het verblijfsrecht verder kon uitoefenen. Dit verzoek werd betekend op
05.08.2021. Betrokkene legde daarop volgende stukken voor:
- Verklaring CAW
- Inschrijving Nederlandse lessen dd. 24.08.2021 eerste les op 08.09.2021
- Schoolattesten [M.J.J.] (zoon) schooljaren 2018 2019, 2020 2021 en 2021-2022
- Attest ouderlijk gezag + vertaling
- Attest van erkenning handicap op naam van betrokkene, 66% vermindering verdienvermogen + 8
punten vermindering van de zelfredzaamheid
- Attest leefloon
- Medische gegevens
- Fiscaal attest ziekte en invaliditeitsuitkeringen zus van betrokkene voor inkomstenjaar 2019
- Verklaring referentiepersoon dd. 01.09.2021

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT