Arrêt Nº272704 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 13/05/2022
| Judgment Date | 13 mai 2022 |
| Procedure Type | Annulation |
| Judgement Number | 272704 |
| Court | IXde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr. 272 704 van 13 mei 2022
in de zaak RvV X / IX
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat N. DEMIR
Hoge Aardstraat 22/1
2610 WILRIJK
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IXE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Turkse nationaliteit te zijn, op 6 mei 2022 heeft
ingediend om bij uiterst dringende noodzakelijkheid voorlopige maatregelen te vorderen bij de schorsing
van de tenuitvoerlegging van de beslissing tot afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten met
vasthouding met het oog op verwijdering van 14 februari 2022.
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980 betreffende
de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gelet op de artikelen 39/82 en 39/85 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gelet op titel II, hoofdstuk II en III van het koninklijk besluit van 21 december 2006 houdende de
rechtspleging voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 6 mei 2022, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 9 mei 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. MILOJKOWIC.
Gehoord de opmerkingen van advocaat N. DEMIR die verschijnt voor de verzoekende partij en van
advocaat T. SCHREURS, die loco advocaat E. MATTERNE verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
Op 7 oktober 2002 treedt verzoeker in het huwelijk met N. E. (Nederlandse nationaliteit). Op 11 februari
2003 komt verzoeker naar België, in het kader van gezinshereniging met zijn Nederlandse echtgenote.
Op 11 februari 2008 wordt verzoeker in het bezit gesteld van een F-kaart. Op 7 april 2022 wordt verzoeker
in het bezit gesteld van een F+ kaart.
RvV X - Pagina 2
Op 15 juni 2021 neemt de Staatssecretaris Asiel en Migratie een beslissing tot beëindiging van het verblijf
met bevel om het grondgebied te verlaten en inreisverbod. Het verzoek tot schorsing en tot nietigverklaring
van deze beslissingen wordt bij arrest nr. 261 989 van 11 oktober 2021 verworpen. Op 12 november 2021
dient verzoeker cassatieberoep in tegen voormeld arrest. Bij beschikking nr. 14.735 van 3 februari 2022
wordt het cassatieberoep niet toelaatbaar verklaard door de Raad van State.
Op 14 februari 2022 wordt aan verzoeker een bevel om het grondgebied te verlaten met vasthouding met
het oog op verwijdering (bijlage 13septies) afgeleverd. Op 23 februari 2022 dient verzoeker een beroep
tot nietigverklaring en een vordering tot schorsing in tegen voornoemd bevel om het grondgebied te
verlaten, zaak gekend onder nr. 271 790.
Op 16 februari 2022 dient verzoeker een verzoek om internationale bescherming in.
Bij arrest nr. 268 741 van 22 februari 2022 wordt de vordering tot schorsing in uiterst dringende
noodzakelijkheid verworpen.
Op 11 april 202 weigert de Commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en Staatlozen de
vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus toe te kennen.
Op 4 mei 2022 neemt de verwerende partij een beslissing tot verlenging van het vasthouden in een
welbepaalde plaats. Hiertegen dient verzoeker op 6 mei 2022 een vordering bij uiterst dringende
noodzakelijkheid in, zaak gekend onder nr. 274 712. De vordering bij uiterst dringende noodzakelijkheid
wordt bij arrest nr. 272 703 van 13 mei 2022 verworpen.
Het bevel van 14 februari 2022 wordt terug uitvoerbaar verklaard op grond van artikel 52/3, §3 van de
Vreemdelingenwet. Dit is de bestreden beslissing waartegen verzoeker bij uiterst dringende
noodzakelijkheid voorlopige maatregelen vordert en die als volgt luidt:
“BEVEL OM HET GRONDGEBIED TE VERLATEN MET VASTHOUDING MET HET OOG OP
VERWIJDERING
Betrokkene werd gehoord door de politie van Antwerpen op 14.02.2022 en in deze beslissing werd
rekening gehouden met zijn verklaringen.
Bevel om het grondgebied te verlaten
Aan de Heer die verklaart te heten:
naam: E.
voornaam L.
geboortedatum: […]
geboorteplaats: […]
nationaliteit: Turkije
wordt het bevel gegeven tiet grondgebied van België te verlaten, evenals het grondgebied van de staten
die het Schengenacquis ten volle toepassen), tenzij hij beschikt over de documenten die vereist zijn om
er zich naar toe te begeven.
REDEN VAN DE BESLISSING EN VAN DE AFWEZIGHEID VAN EEN TERMIJN OM HET
GRONDGEBIED TE VERLATEN
Het bevel om het grondgebied te verlaten wordt afgegeven in toepassing van volgend(e) artikel(en) van
de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen en volgende feiten en/of vaststellingen
Artikel 7. alinea 1
X 1°: wanneer hij in het Rijk verblijft zonder houder te zijn van de bij artikel 2 vereiste documenten,
X 3°: wanneer hij door zijn gedrag geacht wordt de nationale veiligheid te kunnen schaden,
X 12°: wanneer een vreemdeling het voorwerp uitmaakt van een inreisverbod dat noch opgeschort noch
opgeheven .
De betrokkene is niet in het bezit van een geldig paspoort en niet van een geldig visum/verblijfstitel op het
moment van zijn arrestatie.
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI