Arrêt Nº272686 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 12/05/2022
| Judgment Date | 12 mai 2022 |
| Procedure Type | Plein contentieux |
| Judgement Number | 272686 |
| Court | IVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
RvV X - Pagina 1
nr.
272 686
van
12
mei
2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat T
.
WIBAULT
Henri Jasparlaan 128
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Palestijnse nationaliteit te zijn, op 10 december 2021
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 30 november 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 14 december 2021 met
refertenummer X.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 11 januari 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
23 februari 2022, dag waarop de zitting uitgesteld wordt naar de zitting van 23 maart 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat T. HAYEZ, die loco advocaat T. WIBAULT verschijnt voor de
verzoekende partij, en van attaché K. ALLYNS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. De verzoekende partij verklaart van Palestijnse origine te zijn en geboren te zijn in 1977.
1.2. De verzoekende partij dient op 18 november 2018 aan de grens een verzoek om internationale
bescherming in. Op 19 december 2018 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen (hierna: de commissaris-generaal) de beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en
weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Deze beslissing wordt vernietigd bij ’s Raads arrest
van 16 januari 2019 met nummer X. Op 22 januari 2019 wordt door de commissaris-generaal de
beslissing tot verder onderzoek (grens) genomen. Op 28 mei 2019 neemt de commissaris-generaal de
RvV X - Pagina 2
beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus.
Tegen deze beslissing dient de verzoekende partij beroep in bij de Raad voor
Vreemdelingenbetwistingen. Bij arrest van 7 juli 2020 met nummer X wordt de verzoekende partij niet
als vluchteling erkend en wordt de subsidiaire beschermingsstatus geweigerd.
1.3. Op 29 september 2020 dient de verzoekende partij een tweede verzoek om internationale
bescherming in. Op 30 november 2021 neemt de commissaris-generaal een beslissing “niet-ontvankelijk
verzoek (internationale bescherming in een andere EU lidstaat)”. Dit is de bestreden beslissing:
“A. Feitenrelaas
U verklaart geboren te zijn in de wijk Al Nasser, Gaza stad, te Gaza op (…)1977. U bent van Palestijnse
origine en u bent soennitisch moslim.
U heeft uw gehele leven in hetzelfde gebouw in de Al Nasser wijk te Gaza-stad gewoond. Tot een jaar
voor uw huwelijk woonde u bij uw familie op de eerste verdieping van het gebouw. Hierna bouwde u zelf
een appartement met het geld van de erfenis van uw vader, op de derde verdieping van dat gebouw. In
april 2000 bent u gehuwd met H.B. (geboren op (…) 1986 te Saoedi Arabië). Samen hebben jullie vier
kinderen: M. (geboren op (…) 2003), A. (geboren op (…) 2005), A. (geboren op (…) 2007) en D.
(geboren op (…) 2010). Zij verblijven op heden in uw appartement, dat nog steeds in uw eigendom is.
Uw beide ouders zijn overleden: uw vader stierf toen u vijf jaar oud was en uw moeder ongeveer drie
jaar geleden. Uw oudste broer A. stierf in 2006 toen hij werd vermoord door een lid van een
terroristische groepering. Hij stierf naar aanleiding van het feit dat hij, als automecanicien, één van de
auto's van de groepering niet wenste te herstellen. Naar aanleiding hiervan hebben u en uw familie geen
verdere problemen gekend. Daarnaast verblijven uw drie andere broers op heden in hetzelfde gebouw
waar u verbleef, en verblijft uw zus op heden in een andere wijk in Gaza met haar gezin.
U bent tot het zesde middelbaar naar school geweest. Vervolgens heeft u steeds in de horeca gewerkt.
U oefende verschillende functies uit, zoals ober en hoteldirecteur. In de periode 2005-2006 werd u
zelfstandige. In 2013 besloot u een restaurant te openen. U huurde dit restaurant van de gemeente.
Tijdens de oorlog van 2014 werd dit restaurant aangevallen. U heeft dit vervolgens terug verbouwd en
bleef actief als chef kok tot kort voor uw vertrek.
In het verleden heeft u Gaza een aantal keer verlaten. In 1995 of 1996 ging u voor een jaar naar
Griekenland om werk te zoeken, in 2000 ging u voor een opleiding naar Turkije, in 2006 ging u voor een
vijftiental dagen naar Egypte op vakantie, in 2010 of 2011 ging u op bedevaart naar Saoedi Arabië. Ook
ging u verschillende keren naar Ramallah in verband met uw werk, de laatste keer was in 2017.
Na de oorlog van 2014 kende u problemen met Hamas. Eén van hen is A.A.W., een persoon die
raketten afvuurde dichtbij de plaats waar u verbleef. U werd door leden van Hamas benaderd omdat ze
zich in uw restaurant wilden vestigen, alsook kwam u met hen in aanraking omwille van het afvuren van
de raketten. Hierdoor werd u in mei 2017 een week lang vastgehouden door hen. Daarnaast kwam u
met hen in aanraking wanneer u door een instorting van uw restaurant een militaire tunnel ontdekte
onder uw restaurant. Deze instorting vond plaats in maart 2016. U werd door Hamas benaderd met de
vraag wat u gezien had en u werd het zwijgen opgelegd. Begin januari 2018 werd u voor één dag
ontvoerd door Hamas, u werd de volgende ochtend wakker voor het ziekenhuis van Al Shifa. Eén van
de ontvoerders was een bekende voor u, A.A.W.. Twee tot drie dagen na de ontvoering ontving u een
oproepingsbrief en u ging zich aanmelden. U werd beschuldigd van verraad omdat u hen niet de
toelating gaf om uw restaurant te gebruiken en u niet met hen wenste samen te werken. U werd
gedurende drie uur vastgehouden. Na uw vrijlating verbleef u enkele dagen bij uw tante.
Op 6 juni 2018 heeft u Gaza via Rafah definitief verlaten door een illegale overeenkomst. U kende
hierdoor geen problemen aan de Palestijnse of Egyptische kant van de grens. Op 22 mei 2018 had u
tevens gepoogd Gaza te verlaten, maar deze poging was niet succesvol. Van Egypte ging u naar
Turkije, legaal met uw paspoort. Vervolgens ging u via Turkije naar Griekenland en Roemenië. Op 18
november 2018 kwam u met een vlucht vanuit Roemenië aan op Belgisch grondgebied. Aangezien u
geen geldig visum had voor binnenkomst, werd u in detentie gehouden aan de grens.
Op 18 november 2018 diende u een verzoek om internationale bescherming in. U gaf aan dat uw broers
vertelden dat ze na uw vertrek dikwijls werden aangesproken over waar u was. Ze konden een
document bemachtigen waarin stond dat u op 6 juni 2018 Gaza had verlaten. Door dit document werden
ze minder benaderd. Ook deden Hamasleden een huiszoeking, ze hadden informatie gekregen dat u
thuis was. U vreesde bij terugkeer gearresteerd of vermoord te worden door Hamas, ongeacht welke
reden. U had bovendien een persoonlijke vrees ten aanzien van A.A.W., hij maakte een gebaar naar u
dat hij u zou vermoorden.
Ter staving van uw verzoek om internationale bescherming legde u volgende documenten neer: uw
originele paspoort, uw originele identiteitskaart, een kopie van de identiteitskaart van uw dochter, een
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI