Arrêt Nº272498 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 10/05/2022

Judgment Date10 mai 2022
Procedure TypeAnnulation
Judgement Number272498
CourtIXde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr. 272 498 van 10 mei 2022
in de zaak RvV X / IX
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat B. SOENEN
Vaderlandstraat 32
9000 GENT
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IXE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Albanese nationaliteit te zijn, op 24 januari 2022 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissing
van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 10 december 2021 waarbij de
aanvraag om machtiging tot verblijf met toepassing van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen onontvankelijk wordt verklaard.
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 1 april 2022, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 4 mei 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. MOONEN.
Gehoord de opmerkingen van advocaat M. KIWAKANA, die loco advocaat B. SOENEN verschijnt voor
de verzoekende partij en van advocaat Ö. SOZEN, die loco advocaat H. CILINGIR verschijnt voor de
verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
Verzoeker dient op 14 augustus 2020 een aanvraag tot verblijfsmachtiging in met toepassing van artikel
9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebi ed, het verblijf, de
vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de vreemdelingenwet).
Op 10 december 2021 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een
beslissing waarbij hij de aanvraag van verzoeker onontvankelijk verklaart, aan verzoeker ter kennis
gebracht op 24 december 2021.
RvV X - Pagina 2
Dit is de bestreden beslissing, waarvan de motivering luidt als volgt:
Onder verwijzing naar de aanvraag om machtiging tot verblijf die op datum van 14.08.2020 werd
ingediend door :
H. (…), G. (…) (geen R.R.)
Geboren te (…) op (…) 2002
Nationaliteit: Albanië
Adres: (…)
in toepassing van artikel 9bis van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het
grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, ingevoegd bij artikel 4 van
de wet van 15 september 2006 tot wijziging van de wet van 15 december 1980, deel ik u mee dat dit
verzoek onontvankelijk is.
Redenen:
De aangehaalde elementen vormen geen buitengewone omstandigheid waarom de betrokkene de
aanvraag om machtiging tot verblijf niet kan indienen via de gewone procedure namelijk via de
diplomatieke of consulaire post bevoegd voor de verblijfplaats of de plaats van oponthoud in het
buitenland.
Betrokkene beroept zich op het feit dat hij als minderjarige België binnenkwam met een studentenvisum.
Echter, uit het administratief dossier blijkt niet dat betrokkene ooit een visumaanvraag heeft ingediend.
Ook bij huidige aanvraag 9bis legt betrokkene geen enkel stuk voor dat daarop wijst. Evenmin blijkt dat
betrokkene samen met zijn familie naar België gekomen is. Betrokkene kan zich dan ook niet nuttig op
deze elementen beroepen. Uit het administratief blijkt namelijk dat huidige aanvraag 9bis de eerste
procedure van betrokkene is. Uit de voorgelegde stukken en uit huidig verzoekschrift blijkt dat hij
mogelijk sinds 2018 in België verblijft. Er is dan ook geen sprake van een langdurig ononderbroken
verblijf noch van langdurige verblijfsprocedures noch van een lang legaal verblijf. Betrokkene meent dat
hij zich in legaal verblijf bevindt tot zijn 18e levensjaar, maar dit blijkt evenmin uit het administratief
dossier van betrokkene. Volgens zijn eigen verklaringen verblijft hij sinds 01.01.2018 in België zonder
dat hij geprobeerd heeft om een machtiging tot een verblijf van lange duur te bekomen op een andere
wijze dan door middel van huidige aanvraag en dit meer dan twee jaar na zijn binnenkomst. Betrokkene
diende zich te schikken naar de Belgische wetgeving en heeft nagelaten zijn verblijf kenbaar te maken
aan de bevoegde autoriteiten. Dit element kan dan ook niet aanvaard worden als buitengewone
omstandigheid.
Betrokkene wijst erop dat het de keuze van zijn ouders geweest is om zich in België te vestigen, dat hij
deze beslissing niet in vraag kon stellen en dat hij beschouwd dient te worden als een ‘dreamer’, die
gebruikelijke term in de Verenigde Staten van Amerika om de illegale kinderen van migranten te
benoemen. Echter, allereerst dienen we op te merken dat uit het administratief dossier niet blijkt dat zijn
ouders eveneens in België verblijven. Uit het administratief dossier blijkt enkel dat betrokkene
samenwoont met een persoon die door hem omschreven wordt als oom en die dezelfde familienaam
heeft als betrokkene. Bewijzen van verwantschap worden echter niet voorgelegd. Betrokkene maakt dan
ook niet aannemelijk dat hij samen met zijn ouders naar België gekomen is en dat hij over deze keuze
niets te zeggen had. Tenslotte merken we op dat betrokkene zich via huidige aanvraag 9bis beroept op
de Belgische wetgeving terzake en niet op de Amerikaanse. Dit element kan dan ook niet aanvaard
worden als buitengewone omstandigheid.
Betrokkene beroept zich op zijn scholing en het feit dat hij hier les volgt in het Nederlands. Het feit dat hij
hier naar school is gegaan, kan niet aanzien worden als een buitengewone omstandigheid daar
betrokkene niet aantoont dat een scholing niet in het land van herkomst kan verkregen worden. Tevens
behoeft zijn scholing geen gespecialiseerd onderwijs, noch een gespecialiseerde infrastructuur die niet
in het land van herkomst te vinden is. Bovendien dient er op gewezen te worden datd zijn scholing in
België steeds plaats vond in illegaal verblijf. Tenslotte merken we op dat betrokkene reeds meerderjarig
is en dus niet langer leerplichtig. Evenmin toont hij aan dat hij momenteel nog steeds naar school gaat.
Hij legt slechts stavingsstukken voor die betrekking hebben op schooljaar 2018-2019 en 2019-2020. Dit
element kan dan ook niet aanvaard worden al buitengewone omstandigheid.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT