Arrêt Nº272128 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 29/04/2022

Judgment Date29 avril 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number272128
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr.
272 128
van
29
april
2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
1.
2. X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat A. LOOBUYCK
Langestraat 46/1
8000 BRUGGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X en X, die verklaren van Peruaanse nationaliteit te zijn, op 3 januari 2022
hebben ingediend tegen de beslissingen van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 30 november 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 16 maart 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 20 april 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partijen en hun advocaat H. VAN NIJVERSEEL loco
advocaat A. LOOBUYCK en van attaché G. HABETS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partijen verklaren de Peruaanse nationaliteit te bezitten. De eerste verzoekende partij
verklaart geboren te zijn in 1972. De tweede verzoekende partij verklaart geboren te zijn in 1973.
Beide hebben samen drie kinderen, waarvan de twee jongste kinderen samen met hen in België
verblijven. In Peru woonden verzoekers weliswaar nog samen, alhoewel ze hun relatie al hadden
beëindigd.
De verzoekende partijen verklaren het Rijk te zijn binnengekomen op 18 februari 2020. Op 2 maart 2020
dienen de verzoekende partijen een verzoek om internationale bescherming in.
RvV X - Pagina 2
Op 9 juni 2021 worden de verzoekende partijen gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op 30 november 2021 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna:
de commissaris-generaal) ten aanzien van beide verzoekende partijen een beslissing tot weigering van
de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Dit zijn de bestreden
beslissingen.
De bestreden beslissing ten aanzien van G.Q.[J.][E.](hierna: verzoeker) luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen bent u afkomstig uit Lima (Peru) en bezit u de Peruaanse nationaliteit. U had
een relatie met [L.O.C.J.] […]. Jullie waren niet gehuwd en zijn intussen uit elkaar, hoewel jullie nog steeds
samenwonen. Samen kregen jullie drie kinderen. In Peru tiert de criminaliteit welig. Uw oudste zoon [E.]
werd in 2012 op straat overvallen door een man met de bijnaam [M.]. Omdat de politie uw vrouw niet hielp,
ging u op onderzoek uit en kwam u te weten waar deze man woonde. U gaf deze informatie door aan
de politie. Uw klacht werd genoteerd maar [M.] werd nooit gearresteerd. Zelf werd u in 2006, in 2010 en
in 2018 slachtoffer van een diefstal. Dit laatste incident had een grote impact op u. Niet alleen werd u
fysiek toegetakeld, waardoor u beroep moest doen op een arts, ook mentaal had dit grote gevolgen. U
werd doorverwezen naar een gespecialiseerd centrum en kreeg begeleiding van een psycholoog en een
psychiater. Deze brachten u er terug bovenop. Er werd u aangeraden om iets te ondernemen waar u echt
zin in had. U zette hierop de activiteiten van het confectiebedrijf dat u samen met [L.] had opgezet op een
laag pitje en begon aan een opleiding tot barbier. In juni 2019 startte u een eigen barbierszaak op de
benedenverdieping van uw woning in Puente Piedra, een noordelijke stadswijk van Li ma.Op 6 november
2019 vond [L.] een dreigbrief die onder de deur van uw zaak geschoven was. Hierin werd geëist dat jullie
1500 soles zouden betalen ter bescherming van uw zaak. Jullie mochten de politie niet contacteren en
moesten wachten op verdere informatie.Twee of drie dagen later werd [L.] een eerste keer opgebeld. Een
man vertelde haar dat jullie moesten meewerken, dat jullie 1500 sol es moesten betalen voor bescherming
en dat ze op de hoogte waren van het reilen en zeilen in jullie gezin. Om de man af te schrikken, zei [L.]
dat ze de politie op de hoogte zou brengen. Hij begon haar hierop te beledigen en [L.] beëindigde
de oproep. Diezelfde dag bleef [L.] oproepen krijgen van hetzelfde telefoonnummer. Ze nam ev enwel niet
meer op. Een dag later ging [L.] naar het politiecommissariaat in Puente Piedra. Hier werd ze op haar gsm
gebeld door een ander nummer. Ze nam op en herkende de stem van de man die haar daags voordien
opgebeld had. De bedreigingen werden herhaald. [L.] trachtte een agent aan te klampen maar werd niet
geholpen. Er werd haar gezegd dat er te weinig personeel was, dat ze haar telefoonnummer moest
veranderen en dat jullie maar camera’s aan jullie woning moesten hangen. [L.] keerde onverrichterzake
huiswaarts en ontdeed zich van de dreigbrief. Haar zus [N.], die in Spanje woont, raadde jullie aan om het
land te verlaten. Haar was immers hetzelfde overkomen. Jullie besloten haar raad op te volgen en
begonnen de nodige voorbereidingen te treffen om het land te verlaten. Jullie besloten ook voorzichtig te
zijn en het huis niet onnodig te verlaten. Jullie kinderen legden enkel nog examens af in december 2019,
maar gingen verder niet meer naar school. [L.] bleef nog voortdurend gebeld worden door onbekende
nummers. Ze beantwoordde deze oproepen echter niet meer. Eenmaal werd er een ruit van jullie woning
gebroken. Op 26 januari 2020 vond [L.] een tweede dreigbrief in de barbierszaak. Opnieuw werd er een
poging ondernomen om jullie af te persen. Ditmaal zaten er ook vier kogels in de enveloppe. Jullie belden
de politie. Onmiddellijk kwamen er twee agenten ter plaats[E.]Zij deden de nodige vaststellingen. Later die
dag gingen u en [L.] naar het politiecommissariaat om de officiële aangifte op te maken. Met
uitzondering van de voortdurende telefonische oproepen gebeurde er nadien wekenlang niets. Op 17
februari 2020 verlieten u, [L.] en jullie twee jongste kinderen, P. en S., het land. Daags nadien kwamen
jullie aan in België. Op 2 maart 2020 verzochten jullie om internationale bescherming. Bij een eventuele
terugkeer naar Peru vreest u om het leven gebracht te worden. U weet niet door wie u in Peru afgeperst
en bedreigd werd. In de media werd er wel veel bericht over soortgelijke zaken waarbij de slachtoffers het
leven lieten. U vermoedt dat u zich nergens anders in Peru kan vestigen omdat de daders uw nieuwe
adres eenvoudig zouden kunnen achterhalen. Uw oudste zoon [E.]trok na jullie vertrek uit Peru in bij D.,
de zus van [L.] die in het centrum van Lima woont. Eenmaal keerde hij terug naar jullie woning in Puente
Piedra om er iets op te halen. Hij vond er een derde dreigbrief en deed hiervan aangifte bij de politie.
Ter ondersteuning van uw verzoek om internationale bescherming legde u de volgende documenten neer:
uw paspoort; uw identiteitskaart; uw rijbewijs; de aangifte di e [L.] in 2012 deed bij de politie naar aanleiding
van de problemen van [E.]met een zekere [M.], door wie hij overvallen en geslagen werd; jullie poli tieklacht
d.d. 27 januari 2020 waarin genoteerd werd dat er een dreigbrief met enkele kogels werd aangetroffen in
uw woning; en enkele moeilijk leesbare documenten waaruit blijkt dat u in Peru een psychologische

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT