Arrêt Nº271061 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 08/04/2022

Judgment Date08 avril 2022
Procedure TypePlein contentieux
Judgement Number271061
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
RvV X - Pagina 1
nr.
271 061
van
8
april
2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
te
n kantore van advocaat C.
VAN CUTSEM
Berckmansstraat 89
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Colombiaanse nationaliteit te zijn, op 17 januari 2022
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 14 december 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 11 februari 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 9 maart 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat E. VANDERHAEGEN, die loco advocaat C. VAN CUTSEM
verschijnt voor de verzoekende partij, en van attaché C. CORNELIS, die verschijnt voor de verwerende
partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Colombiaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn op in 1984.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 13 maart 2020. Op 13 mei 2020 dient
de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 14 oktober 2021 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op 14 december 2021 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna:
de commissaris-generaal) een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U verklaarde de Colombiaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn op (…) 1984 in Baranquila. U
woonde het merendeel van uw leven in Cali. U bent alleenstaand en hebt een kind met uw ex-partner.
Zij wonen beiden nog in Colombia.
De vrouw van uw oom, genaamd M.H.D., was woordvoerster van de ‘falsos positivos’. Deze organisatie
vertegenwoordigde familieleden van vermoorde mensen die ten onrechte werden beschuldigd van
lidmaatschap van guerrillabewegingen. Uw oom kwam op het spoor dat M. zich bezoldigde met
frauduleuze activiteiten, waaronder een geconstrueerde aanslag op haar leven. Hij stelde dit aan de
kaak bij de gerechtelijke instanties. In oktober 2014 vond een aanslag op uw oom plaats. Twee belagers
kwamen naar zijn werkplaats en staken hem met een mes in de hals. In het ziekenhuis kon men zijn
leven redden maar bleek dat hij grotendeels gehandicapt was en niet meer kon spreken.
Na de aanslag op uw oom werd uw vader telefonisch bedreigd en werd van hem geld geëist. De
belagers wisten ook waar jullie woonden. Een maand na een eerste telefoontje besloten jullie Cali te
verlaten en verspreid onder te duiken in Colombia. Ú ging twee maanden in Medellín wonen. De politie
had samen met jullie een plan opgezet om de belagers te vatten, dit door een transactie te laten
plaatsvinden waarbij deels vals geld werd overhandigd en zij ter plaatse door de politie zouden
gearresteerd worden. Dit plan ging echter niet door omdat u denkt dat uw belagers hier lucht van
kregen. U weet niet meer of dit plan plaatsvond voor of na uw verhuis naar Medellín. U en uw
familieleden keerden terug naar Cali omdat uw vader nog steeds telefonische bedreigingen ontving en
ze hem hierbij ook kenbaar hadden gemaakt waar jullie ondergedoken leefden. Daarmee viel het nut
weg om onder te duiken. Jullie belagers lieten jullie uiteindelijk met rust toen ze te weten kwamen dat
uw oom als gevolg van de aanval niet meer kon spreken.
Een rechtszaak werd aangespannen tegen M. door de openbare aanklager. Ze stond terecht voor zowel
frauduleuze activiteiten als de moord op uw oom. U stond uw moeder en grootmoeder bij in hun
pogingen om fysiek bij de rechtszaak aanwezig te zijn. U contacteerde ook dikwijls de openbare
aanklager voor een stand van zaken. Om die reden werd u begin 2020 bedreigd. U werd opgebeld,
bedreigd en men vroeg ook geld van u. U werd aan het huis van uw vriendin ook een keer aangevallen
met een mes en een andere keer werd u hier ook bestolen van uw identiteitskaart. U ging voor al deze
zaken aangifte doen bij de politie, die hier geen gehoor aan gaf. U kon namelijk niet bewijzen dat deze
problemen gelinkt waren aan M.. Ook een voormalige advocate van M. die ging getuigen tegen haar
werd op een dag beschoten.
U verliet Colombia uiteindelijk op 9 maart 2020 per vliegtuig en kwam in België, na transit in Peru en
Spanje, aan op 13 maart 2020. U diende op 13 mei 2020 een verzoek om internationale bescherming in.
Bij terugkeer naar uw land van herkomst vreest u te worden vermoord door de mensen waarmee M.
samenwerkt. U stelt dat de Colombiaanse autoriteiten niet in staat zijn om u te beschermen tegen deze
personen.
Ter staving van uw verzoek legt u volgende documenten neer: uw paspoort, documenten omtrent de
handelszaak die u bezat, bankafschriften, een krantenartikel over M. en de aanval op de advocate die
ging getuigen, aangiftes bij de politie, brieven over de zitting van de rechtszaak tegen M. en een
medisch attest dat aantoont dat u werd aangevallen door een mes.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst
worden vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere
procedurele noden kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw
hoofde heeft kunnen vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Er dient voorts te worden opgemerkt dat u doorheen uw verklaringen niet aannemelijk heeft gemaakt dat
u een persoonlijke vrees voor vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie heeft of een reëel
risico op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming loopt.
Het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS) kan namelijk geen geloof
hechten aan uw verklaringen als zou u bedreigd zijn geweest omwille van het op het spoor komen van
fraude. Vooreerst wordt erop gewezen dat, hoewel niet in twijfel getrokken wordt dat uw oom zou zijn
aangevallen, u uw betrokkenheid bij deze zaak niet weet aan te tonen. Ten eerste laat uw kennis over
deze rechtszaak tegen M.H.D., de vrouw van wijlen uw oom, te wensen over. U weet niet in welk jaar de
zaak aangespannen werd en weet evenmin wanneer deze rechtszaak begon, zelfs niet een jaartal bij

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT