Arrêt Nº270813 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/03/2022

Judgment Date31 mars 2022
CourtConseil du Contentieux des Etrangers (France)
Judgement Number270813
Procedure TypePlein contentieux
RvV X- Pagina 1
nr. 270 813 van 31 maart 2022
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat N. AHMADZADAH
Vlaanderenstraat 4
2000 ANTWERPEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE RAAD VOOR VREEMDELINGENBETWISTINGEN, IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 23 augustus 2021
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris -generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 10 augustus 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 16 september 2021 met
refertenummer X
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 11 januari 2022 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
23 februari 2022, dag waarop de zaak wordt uitgesteld naar de terechtzitting met drie rechters op 9
maart 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat N. AHMADZADAH en van
attaché H. NUYTS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn in 1998.
1.2. De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 5 oktober 2018 en dient diezelfde
dag een eerste verzoek om internationale bescherming in. Op 6 september 2019 wordt de verzoekende
partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het
CGVS). Op 9 oktober 2019 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
(hierna: de commissaris-generaal) een beslissing waarbij zowel de vluchtelingenstatus als de
RvV X- Pagina 2
subsidiaire beschermingsstatus worden geweigerd. Tegen deze beslissing dient de verzoekende partij
beroep in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Bij arrest van 30 juni 2020 met nummer X wordt
de verzoekende partij niet als vluchteling erkend en wordt de subsidiaire beschermingsstatus
geweigerd.
1.3. Op 9 september 2020 dient de verzoekende partij een tweede verzoek om internationale
bescherming in. Bij beslissing van 28 april 2021 verklaart de commissaris-generaal het volgend verzoek
niet-ontvankelijk. Tegen deze beslissing dient de verzoekende partij geen beroep in.
1.4. Op 17 mei 2021 dient de verzoekende partij een derde verzoek om internationale bescherming in.
Op 29 juni 2021 verklaart de commissaris-generaal het volgend verzoek niet-ontvankelijk. Tegen deze
beslissing dient de verzoekende partij geen beroep in.
1.5. Op 13 juli 2021 dient de verzoekende partij een vierde verzoek om internationale bescherming in.
Op 10 augustus 2021 verklaart de commissaris-generaal het volgend verzoek niet-ontvankelijk. Dit is de
bestreden beslissing:
A. Feitenrelaas
U verklaarde de Afghaanse nationaliteit te bezitten en afkomstig te zijn van Deh Afghanan (Maidan
Shahr, provincie Maidan Wardak). U bent van Tadzjiekse origine. U ging niet naar school maar volgde
wel enkele jaren koranlessen. U werkte in de landbouw. U heeft een zus die ouder is en twee jongere
broers. Zij wonen nog bij uw moeder. Uw vader is sedert geruime tijd vermist. Bij aankomst in België
verklaarde u zestien jaar oud te zijn.
Uw vader werkte voor de lokale politie (arbaki) in het district Jalrez (provincie Maidan Wardak). De
Taliban verspreidden een brief waarin stond dat elkeen zijn activiteiten voor de overheid diende te
staken. Uw vader gaf daar geen gehoor aan. Begin mizan 1395 (eind augustus 2016) zijn de Taliban
naar jullie huis gekomen. U en uw moeder werden geslagen, uw vader werd meegenomen. Sindsdien
hebben jullie niets meer van hem vernomen. Ongeveer tien dagen later zijn de Taliban nog eens
langsgekomen. Ze vroegen u waar de wapens van uw vader waren. U was niet op de hoogte van de
eventuele aanwezigheid van wapens en zei dit tegen de Taliban. U werd geslagen, verloor het
bewustzijn en werd wakker in de auto van de Taliban. Jullie waren onderweg toen er een vuurgevecht
uitbrak. Toen het gevecht stopte, werd u bevrijd door mensen van de Afghaanse autoriteiten. Zij namen
u mee naar huis, waarna uw familie u naar een hospitaal bracht waar u verzorgd werd. De Taliban
hadden u verwond aan de arm, zij hadden ook uw neus gebroken. Toen u ontslagen werd uit het
hospitaal, kon u niet naar huis terugkeren maar vond u onderdak bij uw oom. U reisde naar Nimroz waar
u de grens overstak. Vervolgens bent u via Pakistan, Iran, Turkije (verblijf gedurende een jaar),
Bulgarije, Servië (verblijf gedurende zeven maanden), Griekenland, Macedonië, opnieuw Servië,
Kroatië, Slovenië, Italië en Frankrijk naar België gekomen. Op 4 oktober 2018 ging u zich aanmelden bij
de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) en diende u een verzoek om internationale bescherming in. U
verklaarde niet terug te kunnen naar Afghanistan waar u problemen met de Taliban vreest. Sinds uw
vertrek uit het land zijn ze nog drie of vier keer naar u komen vragen. Bovendien acht u de algemene
situatie in uw land van herkomst onveilig, reden waarom u in ondergeschikte orde de subsidiaire
beschermingsstatus vraagt.
Ter staving van uw verklaringen legde u uw taskara, foto’s van uw vader en een attest van een dokter
neer.
Op 10 oktober 2019 nam het Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS)
de beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire
beschermingsstatus aangezien er geen geloof werd gehecht aan de problemen die u aanhaalde, en
aangezien de veiligheidssituatie in uw regio van herkomst niet noopte tot het toekennen van subsidiaire
bescherming zoals in bedoeld in art. 48/4, §2, c van de Vreemdelingenwet. U diende beroep in tegen
deze beslissing op 13 november 2019 bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen. Op 30 juni 2020
bevestigde de Raad de beslissing van het CGVS. U diende geen cassatieberoep in.
Op 9 september 2020 diende u, zonder naar Afghanistan te zijn teruggekeerd, een tweede verzoek om
internationale bescherming in. U verwees naar de verklaringen die u reeds aanhaalde in uw voorgaande
verzoek tot internationale bescherming. U haalde aan dat uw problemen nog steeds actueel waren en
dat u niet kan terugkeren omdat uw leven in gevaar was. U verklaarde ook dat de algemene situatie in
uw land slecht is, had het over uw situatie in België: u had tandpijn, uw neus was gebroken, u
verklaarde problemen met uw armen en benen te hebben, en bovendien had u geen onderdak. U legde
geen nieuwe documenten neer ter ondersteuning van uw tweede verzoek om internationale
bescherming.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT