Arrêt Nº267600 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/01/2022

Judgment Date31 janvier 2022
CourtConseil du Contentieux des Etrangers (France)
Judgement Number267600
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1
nr. 267 600 van 31 januari 2022
in de zaak RvV X / IX
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat L. MAROY
Nederzwalmsesteenweg 40b
9750 ZINGEM
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie
DE VOORZITTER VAN DE RAAD,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Kameroense nationaliteit te zijn, op 2 november 2021
heeft ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de
beslissing van de gemachtigde van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 28 september 2021
tot afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 13).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gelet op de beschikking van 9 december 2021 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet,
waarvan hierbij een kopie gaat.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
Artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet) bepaalt:
“Bij beschikking stelt de kamervoorzitter of de door hem aangewezen rechter de partijen in kennis dat de
kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen tenzij één van de partijen, binnen een termijn van
vijftien dagen na het versturen van de beschikking, vraagt om gehoord te worden. […]”
Uit deze bepaling vloeit voort dat de verzending van de beschikking bij een ter post aangetekende brief
en niet de kennisgeving ervan de voorziene termijn van vijftien dagen laat ingaan (in die zin: GwH 13
juni 2013, nr. 84/2013; RvS 30 april 2015, nr. 11.257 (c); RvS 5 augustus 2014, nr. 10.691 (c)).
Bijgevolg begint de termijn te lopen de dag die volgt op de dag van verzending van de beschikking.
In casu heeft geen enkele van de partijen, binnen een termijn van vijftien dagen na het versturen van de
beschikking, gevraagd om te worden gehoord.
Hieruit volgt dat de partijen op grond van artikel 39/73, § 3 van de Vreemdelingenwet worden geacht in
te stemmen met de in de beschikking opgenomen grond.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT