Arrêt Nº267553 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/01/2022

Judgment Date31 janvier 2022
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number267553
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr.
267 553
van
31 januari 2022
in de zaak RvV X / IV
In
zake:
1.
X
2. X
ten kantore van advocaat
S.
SAROLEA
Rue de la Draisine 2/004
1348 LOUVAIN-LA-NEUVE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X en X, die verklaren van Iraanse nationaliteit te zijn, op 25 mei 2021
hebben ingediend tegen de beslissingen van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 22 april 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 23 november 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
24 januari 2022.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken J. BIEBAUT.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partijen en hun advocaat I. FONTIGNIE loco advocaat
S. SAROLEA en van attaché I. SNEYERS, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. De bestreden beslissingen
1.1. De bestreden beslissing luidt ten aanzien van A.B.H. (verzoeker) als volgt:
“A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen bent u een etnische Fars, afkomstig uit Teheran en bent u Iraans staatsburger.
U bent getrouwd met A., B. (…) (O.V. X) en samen hebben jullie een zoontje genaamd A. (…). In Iran
was u tewerkgesteld als coach in het bodybuilding. U had uw eigen fitnessclub in Teheran.
U werd geboren als moslim en aangezien u in een islamitische maatschappij leefde, geloofde u in de
islamitische geloofsleer. Praktiseren vond u niet zo belangrijk, maar soms bad u wel. U was wel op zoek
naar God, maar u vond en begreep hem niet in de islam. Sinds 1386 of 1387 (2007-2008, Gregoriaanse
RvV X - Pagina 2
kalender) had u een fitnessclub in de Armeense wijk. U kwam in contact met het christendom via Arabo,
Sevada en Armen, Armeense studenten die kwamen trainen in uw fitnessclub sinds 1394 of 1395 (2015-
2016). U zag hoe vriendelijk christenen waren en hoe ze iedereen goed behandelden. U raakte
geïnteresseerd in hun gedrag en hun manier van doen. In de vierde maand van 1396 (juni-juli 2017)
ging u met hen mee naar de kerk en u zag hoe zij hun God aanbidden. Het was Arabo en Armen die
jullie begeleidden in de huiskerk en hun vrolijkheid gaf u een goed gevoel. In de vijfde maand 1396 (juli-
augustus 2017) kreeg u een Bijbel van Arabo. In de zevende maand van 1396 (september-oktober
2017) moest u voor een competitie naar Hongarije, maar u werd ernstig ziek. Arabo en Sevada kwamen
voor u bidden. U werd beter en zo kon u toch deelnemen aan de competitie in Hongarije. Op dat
moment geloofde u echt in het christendom en besloot u uw hart te geven aan Jezus Christus.
Op 11 november 2017 ging u naar Cyprus waar u deelnam aan de competitie bodybuilding. Tijdens uw
wedstrijd besloot u een christelijk liedje af te spelen. Dit wou u doen om het christendom te promoten en
uit dank aangezien het gebed u genezen had. Na de competitie werd u aangehouden. U ontkende dat
het liedje van u was en zei dat er een vergissing was gebeurd. Uw broer Nader hielp u vrijkomen. U
werd geschorst gedurende acht maanden en u mocht geen activiteiten meer uitoefenen die te maken
hadden met het bodybuilden. Er werd tijdens een huiszoeking twee christelijke beelden gevonden. Na
uw arrestatie nam u afstand van het christendom uit schrik om verder in de problemen te komen. Ook
Arabo stopte met de huiskerk uit schrik om aangehouden te worden. Hij begon een nieuwe huiskerk in
Lavasan, enkele uren van Teheran. Toen de schorsing werd opgegeven ging u twee keer naar de
huiskerk in Lavasan. Uw vrouw maakte zich grote zorgen wegens uw arrestatie. Toen het bergaf ging
met uw vrouw kwam Arabo bidden voor uw vrouw bij jullie thuis.
Aangezien uw vrouw alopecia ontwikkelde wegens de stress, stelde haar dokter jullie voor om op reis te
gaan. Jullie verlieten Iran op 19.02.2019, waarna jullie twee dagen in Milaan verbleven. Jullie reisden
verder naar België en kwamen aan op 21.02.2019 in België. Het was jullie bedoeling om in België en
Duitsland familieleden te bezoeken. Enkele dagen na uw aankomst in België waren jullie bij een nicht
van uw vrouw, toen u een telefoontje kreeg van een vriend Ali. Hij vertelde u dat één van de jongens van
de huiskerk in Lavasan was aangehouden. U belde naar Iran en kwam te weten dat Abolfazl inderdaad
aangehouden was. Uw broer Nader belde u op en vertelde dat u zijn reputatie schade had toegebracht.
Hij dreigde u uit te leveren aan de Iraanse autoriteiten. U kwam ook te weten dat de Iraanse autoriteiten
naar uw club, uw woning en de woning van uw vader zijn geweest op zoek naar u. Jullie dienden een
verzoek om internationale bescherming in op 11.03.2019.
Bij terugkeer naar Iran vreest u dat de autoriteiten u zullen executeren en vreest u dat uw broer Nader u
zal overdragen aan de Sepah.
Ter staving van uw verzoek om internationale bescherming legden jullie originele paspoorten, jullie
mellikaarten, kopies van jullie shenasnamehs, verschillende certificaten en diploma’s betreffende het
bodybuilding, foto’s van competities bodybuilding, foto’s van uw vrouw haar aandoening, alopecia
areata, twee medische attesten betreffende de alopecia areata, een attest waarin uw psycholoog stelt
dat uw vrouw psychologische opvolging nodig heeft, foto’s betreffende julllie kerkgang in België, twee
doopcertificaten, een document betreffende de schorsing van uw bodybuildingactiviteiten, twee attesten
van de Red Rocks church, een attest van de Iraanse kerk in Brussel, foto’s betreffende jullie kerkgang in
België, een e-mail van jullie advocaat betreffende opmerkingen bij het eerste interview op de DVZ, een
foto van uw gesloten fitnessclub en een filmpje van uw wedstrijd in Cyprus neer.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst
worden vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere
procedurele noden kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw
hoofde heeft kunnen vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Na grondig onderzoek dient te worden vastgesteld dat op basis van uw verklaringen en alle elementen
in uw administratief dossier in uw hoofde niet kan worden besloten dat er een persoonlijke en gegronde
vrees voor vervolging bestaat zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie, dan wel een reëel risico op
het lijden van ernstige schade zoals voorzien in de definitie van subsidiaire bescherming.
Bij terugkeer naar Iran vreest u dat de autoriteiten u zullen executeren en vreest u dat uw broer u zal
overdragen aan de Sepah (CGVS, p. 9).
Eerst en vooral dient vastgesteld te worden dat u niet kon overtuigen omwille van een diepere
overtuiging te zijn bekeerd tot het christendom en dit omwille van onderstaande redenen. Vooreerst
dient er worden opgemerkt dat van een verzoeker die beweert zich te hebben bekeerd, kan verwacht
worden dat hij kan uiteenzetten om welke reden en op welke wijze het proces van bekering is geschied,
alsook wat de persoonlijke betekenis van de bekering of van de nieuwe geloofsovertuiging inhoudt. De
RvV X - Pagina 3
verzoeker moet gedetailleerde verklaringen kunnen afleggen van zijn algemene kennis van de
geloofsleer en de geloofspraktijk en, indien van toepassing, van zijn kennis van de kerkgang en de
evangeliseringsactiviteiten. Dit geldt des te meer wanneer de verzoeker afkomstig is uit een land waar
de bekering tot een andere dan de in het land algemeen gangbare geloofsovertuiging, strafbaar en
maatschappelijk niet aanvaardbaar is, daar een bekering in die omstandigheden ingrijpende en
verstrekkende gevolgen heeft voor de verzoeker. Uw verklaringen over uw bekering zijn echter
ontoereikend.
Zo stelt het CGVS vast dat u vaag blijft en weinig details kan verschaffen over uw introductie tot het
christendom. Zo blijft u heel beknopt betreffende de aanleiding van het gesprek met Arabo en Sevada. U
verklaart hoe u in uw fitnessclub zag dat de Armeense studenten Arabo, Sevada en Armen, die lid
werden in 1394 of 1395 (2015-2016), vriendelijk en lief waren voor iedereen (CGVS H. (…), p. 12). Het
maakte niet uit of het moslims waren of christenen, ze waren tegen iedereen vriendelijk (CGVS H. (…),
p. 12). U verklaart dat u zich aangetrokken voelde tot hun geloof en stilletjes aan begonnen jullie over
het christendom te praten. Dit situeert u in 1396 (2017) (CGVS H. (…), p. 12), terwijl u dat later in 1395
(2016) situeert (CGVS H. (…), p. 12). Wanneer u wordt gevraagd waarom u veronderstelt dat hun
gedrag en hun vriendelijkheid door hun religie kwam, antwoordt u dat u nog andere christenen kende,
die allemaal goede mensen zijn en vriendelijk waren (CGVS H. (…), p. 12). Dergelijke
veralgemeenheden kunnen niet overtuigen. Voorts kan u ook niet verduidelijken wat u in deze eerste
gesprekken over het christendom aansprak. Andermaal kan u slechts verwijzen naar hun vriendelijke
houding (CGVS H. (…), p.12). U wordt eveneens aangemoedigd om meer details te geven over hoe die
gesprekken dan verliepen waarbij u verklaart dat u Arabo aansprak waarom hij zo lief was voor moslims
en hij zoveel geeft zonder te verwachten iets terug te krijgen (CGVS H. (…), p. 12). Arabo antwoordde
dat zijn godsdienst dat van hem vraagt en dat hij de liefde over de hele wereld moeten verspreiden
(CGVS H. (…), p. 12). Wanneer u wordt gevraagd of moslims dan niet vriendelijk en lief zijn, dan
antwoordt u dat de islam ook goed is en u niet zegt dat moslims niet vriendelijk zijn. Maar dat u in uw
club zag dat sjiitische moslims onmiddellijk veranderen als er een soenniet in de club binnen kwam
(CGVS H. (…), p. 12). U zegt dat verschillende stromingen in het christendom elkaar niet beledigen en
Arabo lief was tegen iedereen, zowel tegen moslims, zoroasters en christenen (CGVS H. (…), p. 13). Er
kan niet aangenomen worden dat Arabo de enige persoon was die u kende die zich open opstelde naar
alle Iraniërs toe. Te meer u als moslim blijk gaf van eenzelfde open houding ten aanzien Iraniërs met
een ander geloof daar er uit uw klantenbestand afgeleid kan worden dat zowel soennitische, sjiitische
als christelijke klanten zich thuis voelden in uw fitnessclub (CGVS H. (…), p.12). Bovendien verklaart u
later dat de moslims in het opvangcentrum u ook goed behandelen als christen (CGVS H. (…), p. 14).
Hierdoor valt uw these dat christenen iedereen goed behandelen en moslims dat niet doen in het water.
Daarenboven doen uw erg stroeve verklaringen aangaande uw kennismaking met het protestantisme,
de oprechtheid van uw voorgehouden bekering ondermijnen. Dat u in navolging van enkele vriendelijke
studenten plots interesse zou gekregen hebben in het protestantisme zonder enige intrinsieke motivatie,
terwijl u uw club al enkele jaren had in de Armeense buurt, is opvallend.
Bovendien dient vastgesteld te worden dat u er niet in slaagt om uw bekeringstraject naar het
christendom aannemelijk te maken. U legt in dit verband namelijk verschillende onaannemelijke en
inconsistente verklaringen af. Vooreerst verklaart u dat u wel een gelovige moslim was en in God
geloofde (CGVS H. (…), p. 9). Echter zegt u dat u pas te weten kwam wie uw God was na uw bekering
(CGVS H. (…), p. 9). U bad wel, maar u kende uw God eigenlijk niet (CGVS H. (…), p. 9). Echter
verklaart u ook dat u de Koran niet kon lezen, omdat u die niet begreep (CGVS H. (…), p. 10). U was
tijdens uw legerdienst verplicht om uit de Koran te lezen, maar volgens uw verklaringen wist u niet wat u
aan het zeggen was (CGVS H. (…) p. 10). Wanneer u gevraagd wordt of u gezocht heeft wie de God
van de islam was, antwoordt u dat u dat niet moest doen want u woonde in Iran, overal werd er over
God gepraat, ook op de televisie. U verklaart te hebben geluisterd naar alles in de islam maar voor u
bleef het ontastbaar (CGVS H. (…), p. 10). Dit is niet ernstig. Indien u daadwerkelijk een gelovig man
was die op zoek was naar uw God en die de islamitische geloofsleer niet begreep kan er redelijkerwijze
van u verwacht worden dat u in een land als Iran oprechte inspanningen deed om het islamitische geloof
te begrijpen en dat u zich dan ook verder in de islam verdiepte. Dat u dit niet deed getuigt allerminst van
een religieuze honger, zoals u verklaart. Voorts is het ook niet aannemelijk dat volgens u de islam enkel
maar rouwen, huilen en verdriet is. Dat u geboren en getogen in een islamitische samenleving met haast
uitsluitend moslims als vrienden en familie de islam enkel pejoratieve kenmerken zou toekennen is
allerminst geloofwaardig. Dat slechts deze weinig overtuigende bevindingen u tot een nieuwe
geloofsovertuiging brachten kan geenszins aangenomen worden. Het was na uw huwelijk dat u met uw
club begon en zag hoe vriendelijk de christenen waren (CGVS H. (…), p. 9). Zo verklaart u dat u al een
tijdje de christenen in de gaten hield om een reden voor hun gedrag te vinden en u vergeleek hun
gedrag met de islamitische leer (CGVS H. (…), p. 14). Deze verklaringen zijn opvallend, aangezien u
zelf verklaart dat u zomaar wat las in de Koran, enkel tijdens uw legerdienst, omdat het moest, maar u

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT