Arrêt Nº259770 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/08/2021

Judgment Date31 août 2021
CourtIIde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number259770
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1
nr. 259 770 van 31 augustus 2021
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat M. DEVRIENDT
Ieperstraat 10
8830 HOOGLEDE
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Poolse nationaliteit te zijn, op 7 mei 2021 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissing
van de gemachtigde van de Staatssecretaris voor Asi el en Migratie van 8 april 2021 tot het opleggen
van een inreisverbod (bijlage 13sexies).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 7 juni 2021, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 18 juni 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. VERMANDER.
Gehoord de opmerkingen van advocaat M. DEVRIENDT , die verschijnt voor de verzoekende partij en
van advocaat M. DUBOIS, die loco advocaat E. MATTERNE verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
1.1. Op 5 april 2011 wordt de verzoekende partij in het bezit gesteld van een E-kaart.
1.2. Op 25 juli 2015 wordt de verzoekende partij opgesloten onder aanhoudingsmandaat uit hoofde van
opzettelijke slagen en verwondingen met ziekte of arbeidsongeschiktheid tot gevolg.
1.3. Op 28 augustus 2015 wordt het aanhoudingsmandaat onder voorwaarden opgeheven.
1.4. Op 12 april 2016 wordt de verzoekende partij door de correctionele rechtbank van Turnhout
veroordeeld tot een definitief geworden gevangenisstraf van acht maanden met probatie-uitstel voor een
termijn van drie jaar behalve de voorhechtenis daar zij zich schuldig had gemaakt aan opzettelijke
RvV X - Pagina 2
verwondingen of slagen die een ziekte of arbeidsongeschiktheid tot gevolg hebben gehad, met de
omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd op een persoon van wie de kwetsbare toestand ten
gevolge van de leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan wel lichamelijk of geestelijk gebrek of
onvolwaardigheid duidelijk was of hem bekend was en die niet bij machte was om in haar onderhoud te
voorzien en met de omstandigheid dat zij het misdrijf heeft gepleegd tegen een persoon met wie zij
samenleefde of samengeleefd heeft en met wie zij een duurzame affectieve en seksuele relatie had of
gehad heeft. Dit feit pleegde de verzoekende partij op 24 juli 2015.
1.5. Op 27 september 2017 wordt de verzoekende partij opgesloten onder aanhoudingsmandaat uit
hoofde van opzettelijke slagen en verwondingen met de dood tot gevolg.
1.6. Op 16 januari 2018 herroept de correctionele rechtbank van Turnhout de gunstmaatregel van het
probatie-uitstel verleend op 12 april 2016.
1.7. Op 20 februari 2018 kan de verzoekende partij haar voorlopige hechtenis verder onder elektronisch
toezicht ondergaan.
1.8. Op 22 februari 2018 wordt de verzoekende partij opnieuw opgesloten.
1.9. Op 20 april 2018 wordt de verzoekende partij door de correctionele rechtbank van Turnhout
veroordeeld tot een definitief geworden gevangenisstraf van vijf jaar daar de verzoekende partij zich
schuldig had gemaakt aan opzettelijk, maar zonder oogmerk om te doden, slagen en verwondingen te
hebben toegebracht met de dood tot gevolg, met de omstandigheid dat het misdrijf werd gepleegd op
een persoon van wie de kwetsbare toestand ten gevolge van de leeftijd, zwangerschap, een ziekte dan
wel lichamelijk of geestelijk gebrek of onvolwaardigheid duidelijk was of hem bekend was en die niet bij
machte was om in haar onderhoud te voorzien. Dit feit pleegde de verzoekende partij op 10 september
2017.
1.10. Op 13 februari 2019 wordt de verzoekende partij tijdens een persoonlijk gesprek met een
migratiebegeleider op de hoogte gesteld van het feit dat overwogen wordt om haar verblijfsrecht te
beëindigen en wordt haar de mogelijkheid geboden om binnen een termijn van 15 dagen relevante
elementen die het nemen van de beslissing zouden kunnen verhinderen of beïnvloeden, aan te voeren.
1.11. Op 8 maart 2019 wordt de vragenlijst hoorrecht ingevuld.
1.12. Nadat een verlenging van de termijn werd toegestaan, stuurt de advocate van de verzoekende
partij op 9 april 2019 een aantal documenten door.
1.13. Op 18 juli 2019 neemt de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en
Migratie een beslissing tot beëindiging van het verblijf. Tegen voormelde beslissing dient de
verzoekende partij een beroep in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad).
1.14. Bij arrest nr. 230 024 van 10 december 2019 verwerpt de Raad het beroep vermeld in punt 1.13.
1.15. Bij vonnis van 29 maart 2021 van de strafuitvoeringsrechtbank bij de rechtbank van eerste aanleg
te Antwerpen wordt de verzoekende partij onder voorwaarden voorlopig in vrijheid gesteld met het oog
op verwijdering van het grondgebied.
1.16. Op 30 maart 2021 wordt de vragenlijst hoorrecht ingevuld.
1.17. Op 8 april 2021 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een
beslissing houdende een bevel om het grondgebied te verlaten met vasthouding met het oog op
verwijdering.
1.18. Op 8 april 2021 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een
beslissing houdende een inreisverbod. Dit is de bestreden beslissing waarvan de motieven luiden als
volgt:
Aan de Heer
(…)

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT