Arrêt Nº259764 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/08/2021

Judgment Date31 août 2021
CourtIIde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number259764
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1
nr. 259 764 van 31 augustus 2021
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat J.HARDY
Rue de la Draisine 2/004
1348 LOUVAIN-LA-NEUVE
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Armeense nationaliteit te zijn, op 23 april 2021 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de
beslissingen van de gemachtigde van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie van 26 maart 2021 tot
afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 13) en tot afgifte van een inreisverbod
(bijlage 13sexies).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 29 april 2021 met refertenummer
X.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 21 mei 2021, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 4 juni 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken N. VERMANDER.
Gehoord de opmerkingen van advocaat M. BALLEZ, die loco advocaat J. HARDY verschijnt voor de
verzoekende partij en van advocaat M. DUBOIS, die loco advocaten C. DECORDIER en T. BRICOUT
verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
1.1. Op 26 maart 2021 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een
beslissing houdende een bevel om het grondgebied te verlaten. Dit is de eerste bestreden beslissing
waarvan de motieven luiden als volgt:
Aan de Heer:
RvV X - Pagina 2
(…)
wordt het bevel gegeven het grondgebied van België onmiddellijk te verlaten, evenals het grondgebied
van de staten die het Schengenacquis ten volle toepassen,
- tenzij hij beschikt over de documenten die vereist zijn om er zich naar toe te begeven,
- tenzij er actueel een asielaanvraag hangende is in een van deze staten,
REDEN VAN DE BESLISSING:
Het bevel om het grondgebied te verlaten wordt afgegeven In toepassing van de artikel(en) van de wet
van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen (hierna ‘de wet') en volgende feiten:
Artikel 7, alinea 1, van de wet:
X 3° wanneer hij door zijn gedrag geacht wordt de openbare orde of de nationale veiligheid te kunnen
schaden. De betrokkene heeft zich schuldig gemaakt aan gewone diefstal, feiten waarvoor hij op
20/04/2020 door de correctionele rechtbank van Antwerpen werd veroordeeld tot een gevangenisstraf
van 8 maanden (straf waartegen hij verzet heeft aangetekend).
Overwegende het winstgevende karakter van de misdadige activiteiten van betrokkene, bestaat er een
ernstig, reëel en actueel risico op een nieuwe schending van de openbare orde;
Gezien de ernst van deze feiten, kan worden afgeleid dat betrokkene door zijn gedrag geacht wordt de
openbare orde te kunnen schaden.
Artikel 74/13
In het administratief dossier van betrokkene zit geen enkele aanwijzing waaruit we kunnen besluiten dat
betrokkene een gezinsleven leidt zoals begrepen In het art 8 van het EVRM. Deze beslissing schendt
dus het artikel 8 van het EVRM niet. De betrokkene heeft geen verzoek tot internationale bescherming
ingediend in België. In het administratief dossier van betrokkene zit geen enkele aanwijzing waaruit we
kunnen besluiten dat betrokkene een vrees heeft In het kader van art 3 van het EVRM Bijgevolg heeft
de gemachtigde van de Staatssecretaris In zijn verwijderingsbeslissing rekening gehouden met de
bepalingen van artikel 74/13.
Artikel 74/14: Reden waarom geen termijn voor vrijwillig vertrek wordt toegestaan:
X Artikel 74/14 §3,1°: er bestaat een risico op onderduiken.
3° Betrokkene werkt niet mee of heeft niet meegewerkt met de overheden.
Betrokkene heeft zich niet aangemeld bij de gemeente binnen de door artikel 5 van de wet van
15/12/1980 bepaalde termijn en levert geen bewijs dat hij op hotel logeert.
X Artikel 74/14 §3, 3°: de onderdaan van een derde land is een bedreiging voor de openbare orde of de
nationale veiligheid.
De betrokkene heeft zich schuldig gemaakt aan gewone diefstal, feiten waarvoor hij op 20/04/2020 door
de correctionele rechtbank van Antwerpen werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden
(straf waartegen hij verzet heeftaangetekend).
Overwegende het winstgevende karakter van de misdadige activiteiten van betrokkene, bestaat er een
ernstig, reëel en actueel risico op een nieuwe schending van de openbare orde;
Gezien de ernst van deze feiten, kan worden afgeleid dat betrokkene door zijn gedrag geacht wordt de
openbare orde te kunnen schaden.
1.2. Op 26 maart 2021 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie een
beslissing houdende een inreisverbod. Dit is de tweede bestreden beslissing waarvan de motieven
luiden als volgt:

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT