Arrêt Nº259686 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/08/2021

Judgment Date30 août 2021
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number259686
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr.
259
686
van
30 augustus
2021
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
GROUWELS
Adolphe Lacomblélaan 59-61/5
1030 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Sri Lankaanse nationaliteit te zijn, op 10 juli 2020
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 10 juni 2020.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de beschikking houdende de vaststelling van het rolrecht van 19 augustus 2020 met
refertenummer X.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 18 maart 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 28 april 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat C. PONSAERTS loco advocaat
M. GROUWELS en van attaché, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. De verzoekende partij verklaart de Sri Lankaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn op X
1984.
1.2. De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 3 februari 2012. Dezelfde dag
dient de verzoekende partij een eerste verzoek om internationale bescherming in. Op 20 september
2012 neemt de commissaris-generaal een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en
weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Tegen deze beslissing dient de verzoekende partij
beroep in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna de Raad). Bij arrest van 3 januari 2013
RvV X - Pagina 2
met nummer 94 546 wordt zowel de vluchtelingenstatus als de subsidiaire beschermingsstatus aan de
verzoekende partij geweigerd.
1.3. Op 8 mei 2013 dient de verzoekende partij een tweede (volgend) verzoek om internationale
bescherming in. Op 4 juni 2013 neemt de gemachtigde van de bevoegde staatssecretaris een beslissing
tot weigering van inoverwegingname van een asielaanvraag (bijlage 13quater). Bij arrest van 16
december 2013 met nummer 115 726 verwerpt de Raad het beroep tot nietigverklaring tegen deze
beslissing.
1.4. Op 8 december 2013 dient de verzoekende partij een derde (volgend) verzoek om internationale
bescherming in. Op 25 september 2014, op 25 juni 2015 en op 9 februari 2016 wordt de verzoekende
partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het
CGVS). Op 28 juni 2016 neemt de commissaris-generaal een beslissing tot uitsluiting van de
vluchtelingenstatus en van de subsidiaire beschermingsstatus. Tegen deze beslissing dient de
verzoekende partij beroep in bij de Raad. Bij arrest van 21 februari 2017 met nummer 182 590 vernietigt
de Raad de beslissing van 28 juni 2016.
Op 26 februari 2019 wordt de verzoekende partij gehoord op het CGVS.
Op 10 juni 2020 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen een beslissing
waarbij de verzoekende partij wordt uitgesloten van zowel de vluchtelingenstatus als de subsidiaire
beschermingsstatus. Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen bent u een Tamil, afkomstig uit Kilinochchi, gelegen in de Noordelijke provincie
van Sri Lanka, en bent u in het bezit van de Srilankaanse nationaliteit. U bent gehuwd met V.S. met wie
u één minderjarige dochter, K.S., heeft. Uw echtgenote en dochter verblijven in België waar ze op 8
september 2016 een eigen verzoek om internationale bescherming indienden. Op 3 februari 2012
diende u in België een eerste asielaanvraag in. Op 21 september 2012 werd hierin door het
Commissariaat-generaal een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus genomen. Op 26 oktober 2012 werd deze beslissing in beroep door de
Raad voor Vreemdelingenbetwistingen bevestigd.
Op 8 mei 2013 diende u in België een tweede asielaanvraag in. Op 4 juni 2013 werd hierin door de
Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) een beslissing tot weigering van inoverwegingname van een
asielaanvraag genomen (13 quater).
Op 8 december 2013 diende u in België een derde asielaanvraag in. Op 28 februari 2014 nam het
CGVS een beslissing tot ontvankelijkheid van uw nieuw verzoek. U wijzigde immers uw verklaringen
afgelegd in het kader van uw eerste asielaanvraag. U gaf aan toen over volgende punten gelogen te
hebben: over uw detentie na de oorlog (in het bijzonder over de tijdsduur van uw verblijf in detentie en
de wijze van vrijkomen), over uw verleden in de LTTE (Liberation Tigers of Tamil Eelam; of Tamiltijgers)
en over de amputatie van de vingers van uw vader. In 1999 was hij zijn vingers kwijtgeraakt nadat hij
mishandeld werd door militairen op weg naar Mannar. U gaf tevens te kennen in 2009 de Vanni-regio
verlaten hebben en toen via de zee richting Jaffna te zijn gevlucht waar u door het leger werd
onderschept ter hoogte van Point Pedro. U werd ontmaskerd als lid van de LTTE en eerst vastgehouden
in kamp Munai waar u verbleef tot het einde van de eindstrijd (op 18 mei 2009 eindigde de oorlog).
Hierna werd u in mei 2009 overgeplaatst naar een legerkamp in Sempiyanpattu. Daar zat u vermoedelijk
5 à 6 maanden vast, waarna u tegen betaling vrijkwam. Hierna begaf u zich naar Vavuniya en begin
2012 verliet u Sri Lanka. Wat uw verleden in de LTTE betreft, verklaarde u in de periode voor het
vredebestand in Sri Lanka (2002-2006) lid te zijn geworden van de LTTE. U volgde uw basistraining
samen met toekomstige leden van de special eenheid Special Motorbike Brigade of Motor Uunthuruli
Padaiyani van de LTTE. Hierna werd u als chauffeur ondergebracht bij de vervoersafdeling (Vakana
Pirivu) van de LTTE, waarbij u werd uitgestuurd naar de gevechtslinies waar u voedselvoorraden en
wapens moest bezorgen en gewonde strijders moest ophalen. Tijdens de laatste oorlog (Eelam IV) werd
u tevens als strijder ingezet aan de frontlinie. U diende daar onder Theepan. Voorts gaf u te kennen dat
uw vader omwille van u in 2013 problemen kende in Kilinochchi. Op 26 september 2013 kwamen
onbekenden langs bij hem thuis op zoek naar u. Hij informeerde hen dat u naar India vertrokken was.
Op 8 november 2013 kwamen opnieuw onbekenden langs. Omdat hij niet kenbaar wou maken waar u
zich werkelijk bevond, werd hij ditmaal in elkaar geslagen. Uw vader heeft van deze feiten aangifte
gedaan. Eind mei 2015 werden u echtgenote en uw dochter opgepakt door de CID in Negombo, waar
ze sinds uw vertrek uit Sri Lanka ondergedoken leefden. Hun arrestatie hield verband met uw persoon.
Na betaling van 20.000 euro zijn ze toen vrijgekomen. Hierna verhuisden ze naar Point Pedro. U nam

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT