Arrêt Nº259672 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 30/08/2021

Judgment Date30 août 2021
CourtConseil du Contentieux des Etrangers (France)
Judgement Number259672
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr.
259 672
van
30
augustus
2021
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
ten kantore van advocaat G
.
JORDENS
de Wynantsstraat 23
1000 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVeKAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Venezolaanse nationalitei t te zijn,op 14 april 2021 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
11 maart 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 10 mei 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 25 juni 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken S. VAN CAMP.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat J. JANSSENS loco advocaat
G. JORDENS, en van attaché L. VANDERVOORT, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
1.1. Verzoekster, die volgens haar verklaringen België is binnengekomen op 8 juli 2019, diende op 15 juli
2019 een verzoek om internationale bescherming in.
1.2. Op 11 maart 2021 nam de commissaris-generaal de beslissing tot weigering van de
vluchtelingenstatus en weigering van de subsidiaire beschermingsstatus. Deze beslissing, die verzoekster
bij aangetekende brief van 11 maart 2021 ter kennis werd gebracht, is de bestreden beslissing die luidt
als volgt:
“Asielaanvraag: 15/07/2019
Overdracht CGVS: 20/12/2019
RvV X - Pagina 2
Op 08 december 2020 van 08.40 uur tot 12.20 uur, had u een eerste persoonlijk onderhoud op het
Commissariaatgeneraal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen (CGVS). Op 20 januari 2021 van 08.45
uur tot 12.30 uur, had u een tweede persoonlijk onderhoud op het CGVS. Beide keren werd u bijgestaan
door een tolk die het Spaans machtig is. Uw advocaat, meester Gaelle Jordens, was op beide data
aanwezig gedurende het volledige persoonlijk onderhoud.
A. Feitenrelaas
U hebt de Venezolaanse nationaliteit en werd op 29 mei 1971 geboren in Tucupita in de staat Delta
Amacuro in Venezuela. U woonde er tot aan uw vertrek samen met uw broer L. A. en zijn vrouw. U bent
sinds 2015 gescheiden en u heeft geen kinderen. U bent advocate van opleiding en bekleedde doorheen
uw carrière verschillende posten bij de Venezolaanse overheid. Van 2013 tot 2015 werkte u als juridisch
coördinatrice bij het hooggerechtshof in Tucupita. Deze job nam al uw tijd in beslag en omwille van het
ambt dat u bekleedde werd u gezegd dat u zich moest onthouden van maatschappelijke activiteiten. U
kreeg een escort als u zich verplaatste voor het werk, u kon geen verlof nemen en moest steeds
beschikbaar zijn om te werken. In uw functie moest u mensen te woord staan die hun zaak hangende
hadden bij het gerechtshof en ook maakte u wekelijks het veiligheidsrapport op voor het veiligheidskabinet
van de staat. U werd door uw oversten nauwlettend in de gaten gehouden en moest uw mond houden
over al de illegale gebeurtenissen die zich achter uw rug afspeelden. Delta Amacuro is namelijk een
strategisch gelegen staat voor de smokkel van drugs en brandstof.
Van september 2015 tot november 2018 was u werkzaam voor de UNES (Universidad Nacional
Experimental de la Seguridad) in Delta Amacuro. Van september 2015 tot maart 2017 was u er professor
van vakken over veiligheid. Vanaf mei 2017 bekleedde u er het ambt van coördinatrice van intellectuele
creatie en sociale banden. De UNES is de universiteit waar al het veiligheidspersoneel van de staat heen
moest om opgeleid te worden. U zetelde ook in de tuchtraad van de academie waar u een belangrijke
beslissende macht had in zaken van personen die voor de raad verschenen, dit waren zowel studenten
als personeel van de verschillende veiligheidsdiensten van de staat zoals onder andere de SEBIN en de
CICPC. U had een hoge functie die normaal gezien zou worden ingevuld door een militair. Het feit dat u
als gewone burger deze functie had was voor sommige leden van het veiligheidspersoneel moeilijk te
verkroppen.
In 2016 kreeg u voor het eerst problemen toen er op een dag een jongen bij u thuis een gl as water kwam
vragen. De jongen dronk het glas leeg en hief daarna zijn T-shirt op om het pistool te tonen dat tussen
zijn broeksriem stak. Hij zei: “Ja meester, u weet het al”, waarna hij weer vertrok. U vernam niets meer
van deze jongen en weet niet wat hij precies van u wilde.
Op een dag halverwege 2018 werd u vroeg in de ochtend gebeld door een buurman die u waarschuwde
dat twee mannen uw woning probeerden binnen te breken. U stak het licht aan waarop de personen
vertrokken. U hebt verder niets meer van hun vernomen.
Verder had u een éénmalig conflict met A. C., directeur van de politieacademie, omdat die ontslagen werd
na het vertonen van ongepast gedrag ten aanzien van een andere vrouwelijke ambtenaar en u hier het
verslag over had geschreven. Als reactie op zijn ontslag zei hij u dat u misschien veilig was binnen de
instelling, maar dat jullie elkaar erbuiten nog wel zouden tegenkomen. Na zijn ontslag hebt u echter nooit
meer iets van hem vernomen.
Op 22 november 2018 was u na het werk op weg naar huis toen u onderschept werd door twee jongeren
op een motor. Eén van hen stapte af en zette een geweer tegen uw hoofd terwijl hij u toeriep dat hij u ging
vermoorden. Hij haalde tweemaal de trekker over maar het geweer blokkeerde. Er kwamen mensen
aangewandeld waarop de andere jongen zei: “Haast je, dood haar”. Omdat de mensen te dicht in de buurt
waren sprong hij terug achterop de moto en reden ze weg. Na dit incident besloot u het land te verlaten.
Uw zus Z. U., eveneens werkzaam in het juridisch milieu, zou met u meegaan. Twee dagen na het incident
ging u van Tucupita naar Caracas. Vanuit Caracas nam u samen met uw zus de bus naar Colombia.
Vijf maanden na uw vertrek uit het land werd H. G. vermoord, een oud-studiegenoot van u en coördinator
van de nationale antidrugseenheid. Volgens u had hij dezelfde fout gemaakt als u, namelijk als burger
een militair ambt bekleden.
Daarnaast haalt u aan dat ook de UNES als werkgever eiste dat u steeds beschikbaar zou zijn om te
werken, u kon geen enkele dag verlof nemen en er werd u verboden het land te verlaten. Wanneer u één
dag niet kon gaan werken wegens ziekte stuurde uw werkgever al iemand naar uw huis om u te komen
RvV X - Pagina 3
ophalen. Daarnaast werd u tijdens uw carrière bij de UNES door uw bazen steeds verplicht om deel te
nemen aan politieke activiteiten. De dienst HR had een lijst waarmee ze bijhielden of de ambtenaren
gehoorzaamden, zo niet kon u uw job verliezen. Enkele weken voor het laatste incident liet de
personeelschef een formulier achter op uw bureau dat u verplicht moest ondertekenen. Volgens uw
verklaringen was het om lid worden van de milities in Venezuela. U wilde dit niet en liet het formulier liggen
tot u het land verliet.
In Colombia probeerde u uw leven opnieuw op te bouwen en woonde u samen met uw zus in Fontibon.
Op 20 februari 2019 zei uw buurvrouw in Colombia dat er eerder op de dag mannen met een Venezolaans
accent op zoek waren gekomen naar jullie, jullie waren toen niet thuis. Enkele dagen later ging u hierover
klacht indienen bij het parket van Bogota. Uit voorzorg verhuisden jullie naar Puerta Detejas. Hier had u
verder geen problemen. U besloot Colombia te verlaten en verder te reizen naar België. Uw zus ging terug
naar Venezuela omdat ze niet verder kon reizen doordat haar paspoort nog maar drie maanden geldig
was. Op 15 juli 2019 diende u bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) een verzoek om internationale
bescherming in.
Indien u zou moeten terugkeren naar Venezuela vreest u dat u vermoord zal worden omwille van uw
professionele carrière als overheidsmedewerker en dit omdat u als burger een functie had die eigenlijk
voor een militair bedoeld was. Ook vreest u vervolging door uw werkgever omdat u uw post en het land
verlaten heeft.
Ter staving van uw verzoek legt u volgende documenten neer: uw nationale identiteitskaart (CDI), uw
internationaal paspoort, uw rijbewijs, uw scheidingsakte, een klacht die u indiende bij het openbaar
ministerie van Colombia, een toestemming van de kerk om het land te verlaten, een bewijs van uw woonst
in Tucupita, een bewijs van goed gedrag en zeden en een kopie van een WhatsAppconversatie met uw
broer. Betreffende uw professionele carrière: uw arbeidscertificaat als rechter, uw diploma als advocaat,
uw arbeidscertificaat van uw tewerkstelling bij de gevangenis, uw arbeidscertificaat van uw tewerkstelling
bij de UNES, een weigering van de UNES om het land te verlaten, een werkattest van het UNES (4p.),
een tot orde roeping door de UNES (5p.), een bewijs van uw benoeming als coördinatrice bij de UNES,
een weigering van uw vakantieaanvraag door de UNES, een bewijs van tekort aan personeel bij de UNES,
uw ontslagbrief bij de UNES. Tot slot ontving het CGVS nog vijf mails van uw advocaat met extra
documenten aangaande uw dossier. Op 29 oktober 2020 kreeg het CGVS een mail met als bijlage 22
documenten aangaande uw professionele carrière. Op 3 november 2020 kreeg het CGVS een mail met
als bijlage een psychologisch attest. Op 15 december 2020 kreeg het CGVS een mail met als bijlage 36
documenten aangaande uw professionele carrière. Op 14 januari 2021 kreeg het CGVS een mail met als
bijlage twee documenten, namelijk uw CV en enkele foto’s die uw professionele activiteiten staven. Op 1
februari 2021 ontving het CGVS een mail met enkele opmerkingen aangaande de notities van uw
persoonlijk onderhoud.
B. Motivering
Na analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst worden
vastgesteld dat er onvoldoende concrete elementen voorhanden zijn waaruit een bijzondere procedurele
nood in uw hoofde kan worden afgeleid die het nemen van bepaalde specifieke steunmaatregelen
rechtvaardigt.
Vooreerst stelde u bij de registratie van uw verzoek om internationale bescherming dat er geen
kwetsbaarheden waren in uwen hoofde (registratie verzoek om internationale bescherming, datum
inschrijving 11 juli 2019). Ook blijkt dat u bij DVZ opnieuw verklaarde dat er geen elementen of
omstandigheden waren die het vertellen van uw verhaal of uw deelname aan de procedure internationale
bescherming kunnen bemoeilijken (vragenlijst “bijzondere procedurele noden” DVZ, 17 december 2019).
Op 3 november 2020 legt u via een mail van uw advocaat een psychologisch attest neer. Hoewel het
attest melding maakt van een aantal symptomen die duiden op post-traumatische stressproblemen (in
gedeeltelijke remissie maar met residuele symptomen) met verbeterende anxio-depressieve
comorbiditeit), blijkt er echter niet uit dat dit een normale deelname aan de procedure zou verhinderen.
Gelet op wat voorafgaat kan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze worden aangenomen dat uw
rechten in het kader van onderhavige procedure gerespecteerd worden evenals dat u kunt voldoen aan
uw verplichtingen.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT