Arrêt Nº259561 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 25/08/2021

Judgment Date25 août 2021
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number259561
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr.
259
561
van
25 augustus
2021
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
B.
LOOS
Rotterdamstraat 53
2060 ANTWERPEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 19 maart 2021 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
15 februari 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 7 juni 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 20 juli 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat M. VANDENBERGHE loco
advocaat B. LOOS en van attaché B. DESMET, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn op 15
september 2001.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 24 september 2019. Op 25
september 2019 dient de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 20 oktober 2020 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op 15 februari 2021 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen een
beslissing waarbij zowel de vluchtelingenstatus als de subsidiaire beschermingsstatus wordt geweigerd.
Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
U bent een Afghaanse Pashtoun geboren op 15/09/2001 in Haidarkani en een soennitische moslim. U
bent afkomstig uit Haidarkhani, Mehtarlam in de provincie Laghman en woonde daar tot 2008. Nadien
verhuisde u samen met uw familie naar Kabul waar u woonde tot aan uw vertrek.
Uw broer, [Aj.W.] werkte sinds 2007 als tolk in dienst van de Amerikanen toen zijn activiteiten in het dorp
waar jullie woonden bekend werden. Volgens uw verklaringen verhuisden jullie in 2008 naar Kabul
naar de Yakakot-wijk, meer specifiek naar Qali-i-Ali Mardan. In november 2011 werden jullie thuis
aangevallen door onbekende gewapende mannen, uw vader werd geslagen en uw zus F. raakte
gewond. Door deze problemen besloot uw familie opnieuw te verhuizen naar Nowrozabad. In februari
en maart 2013 werd uw broer opnieuw telefonisch bedreigd en werd besloten dat hij het land zou
verlaten. Van Nowrozabad gingen jullie terug naar politiedistrict 9 naar Banaie waar u verbleef tot uw
vertrek. Daar was alles aanvankelijk rustig tot uw vader twee jaar voor uw vertrek werd tegengehouden
op weg naar zijn werk door de Taliban. De Taliban dreigde via uw vader ermee om u, uw broer en uw
zussen te doden indien uw vader er niet zou in slagen om uw broer aan hen uit te leveren. Kort voor uw
vertrek begin mei 2018 werd uw vader twee dagen ontvoerd toen hij op weg was naar zijn winkel. Toen
hij zijn ontvoerder beloofde zijn zoon aan hem uit te leveren, werd hij vrijgelaten. Na zijn vrijlating nam
hij u, uw broer, uw zussen en uw moeder dringend mee naar het huis van een vriend, en drong er op
aan dat jullie het land verlieten. Deze vriend van uw vader S. zocht voor jullie een smokkelaar en na
twee nachten vertrokken u en uw broer Ak. richting Iran en daarna richting Turkije. Op de Iraans-
Turkse grens raakten jullie elkaar kwijt. Nadat u een tijdje op hem wachtte in Turkije, reisde u verder
naar Griekenland. Daar kreeg u de kans om naar België te komen waar u op 24 september 2019
aankwam en een verzoek tot internationale bescherming indiende bij de Belgische autoriteiten op 25
september 2019.
Ter staving van uw verzoek om internationale bescherming legt u de volgende stukken voor: uw
originele taskara (o) en een officiële vertaling van uw taskara (o).
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst
worden vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere
procedurele noden kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw
hoofde heeft kunnen vaststellen. Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend,
aangezien er in het kader van onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw
rechten gerespecteerd worden en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw
verplichtingen.
Uit uw verklaringen blijkt dat u vervolging door de Taliban vreest omwille van bedreigingen die uw vader
en uw familie kreeg naar aanleiding van het werk van uw broer als tolk voor buitenlandse militairen.
Doorheen uw verklaringen heeft u niet aannemelijk gemaakt dat u een persoonlijke vrees voor
vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie heeft of een reëel risico op het lijden van ernstige
schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming loopt.
Zo dient te worden vastgesteld dat u er niet in slaagde om aannemelijk te maken dat uw familie na het
vertrek van uw broer uit Afghanistan nog geviseerd werd door de Taliban omwille van zijn werk.
Hoewel er kan aangenomen worden dat uw broer problemen ervaarde door zijn werk als tolk voor
buitenlandse troepen, zijn uw verklaringen over de problemen die zich na zijn vertrek zouden hebben
voorgedaan vaag, weinig concreet en bovendien weinig logisch te noemen. Zo is het opmerkelijk dat de
Taliban in de drie jaar na het vertrek van uw broer, geen pogingen meer ondernam om uw broer te
vinden, om dan plots, uit het niets, twee jaar voor uw vertrek uit Afghanistan uw vader terug te
bedreigen om uw broer aan hen uit te leveren (NPO, p. 7). Deze manier van handelen van de Taliban is
weinig logisch, men kan immers veronderstellen dat indien de Taliban uw broer had willen vinden zij
geen drie jaar zouden wachten. Gedurende deze drie jaar slaagden u en uw broer om school te lopen: u
verklaarde een jaar school te lopen in Nowruzabad en nadien twee jaar school in Lhesa Haji Abdul Kadir
in de buurt van uw woonplaats (NPO, p. 14) zonder noemenswaardige problemen
of voorzorgsmaatregelen (NPO, p. 14 en p. 18). Bovendien dient erop gewezen te worden dat u zelf
aangaf dat jullie woon- en verblijfplaats sinds het vertrek van uw broer in 2013 steeds in het
politiedistrict/zone 9 lag (Verklaring DVZ, Persoongegevens, punt 10), en bij nazicht van de door u
opgegeven woonplaatsen en scholen blijkt dat de eerste verblijfplaats waar jullie domicilie lag en de
aanval plaatsvond, namelijk in Ali Mardan Kalay en uw laatste tijdelijke verblijfplaats in Banaie, waar
jullie woonden toen uw vader bedreigd werd, dicht bij elkaar in de buurt liggen, de bewijsstukken
hiervoor zijn toegevoegd aan uw dossier. Deze vaststellingen ondermijnen reeds in ernstige mate de
geloofwaardigheid van uw asielrelaas.
Nog opmerkelijker is de vaststelling dat ondanks uw verklaring dat de bedreigingen aan het adres van
uw vader steeds intenser werden (NPO, p. 18), de Taliban eigenlijk louter dezelfde vraag aan uw vader

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT