Arrêt Nº259305 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 10/08/2021

Judgment Date10 août 2021
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number259305
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr. 259 305 van 10 augustus 2021
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat L. VRONINKS
Stationsstraat 10 A
3800 SINT-TRUIDEN
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 27 april 2021 heeft
ingediend tegen de beslissing van de commissaris -generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen van
25 maart 2021.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 7 juni 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 20 juli 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat E. DELVAUX, die loco advocaat L. VRONINKS verschijnt voor
de verzoekende partij, en van attaché B. DESMET, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn op 1 januari
1999.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 12 november 2019. Op 13 november
2019 dient de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 16 juli 2020 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
Op 25 maart 2021 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen een
beslissing waarbij zowel de vluchtelingenstatus als de subsidiaire beschermingsstatus wordt geweigerd.
Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
RvV X - Pagina 2
A. Feitenrelaas
Volgens uw verklaringen bent u Afghaans staatsburger en bent u geboren in het vluchtelingenkamp
Koga Camp in Peshawar, in Pakistan. Toen u elf à twaalf jaar oud was, verhuisde u met uw familie naar
Ibtabad, in dezelfde buurt. U ging zeven jaar naar school in Pakistan. Vier à vijf jaar geleden verhuisde u
samen met uw familie naar het dorp Qardaka, in de regio van Kelagai, in het district Dushi van de
provincie Baghlan. U werkte samen met uw vader op de velden in Afghanistan. Op een dag had een
conflict met de taliban omdat u hen initieel niet de gevraagde ushr wou geven. Uw vader werd kwaad op
u en zei dat u te jong was om het te begrijpen. Eén van de aanwezige talibanleden kwam naar u om te
slaan en uw vader zei dat u zo’n dingen niet moest zeggen. Anderhalve maand later, en vijftien dagen
voor uw vertrek uit Afghanistan, kwamen ze terug naar uw huis. U was buiten met vrienden en zag de
taliban toen u thuiskwam. U groette hen en uw vader zei dat u voedsel naar hen moest brengen.
Plots begon er een gevecht tussen de taliban, het leger en de special forces. U ging schuilen in een
ondergrondse bunker. Twee taliban kwamen om het leven, vele talibanleden raakten gewond en uw
buurman werd gedood. Toen het gevecht kalmer werd ging u naar het huis van uw oom langs
vaderszijde, waar u de nacht doorbracht. De talibanleden waren kwaad op u en dachten dat u hen had
verklikt. Uw vader zei dat u naar het huis van kennissen moest gaan, waar u de volgende morgen
naartoe ging. U belde uw vader en vroeg wat u moest doen. Uw vader zei dat hij u naar Europa zou
sturen. U bleef er één nacht, waarna u naar Nimroz vertrok. In Nimroz wachtte u tot u met andere
reizigers kon meereizen. Na uw vertrek werd uw vader door de taliban opgeroepen om naar hun
rechtbank te gaan. Uw vader werd twee dagen door de taliban vastgehouden. Uw oom en de
dorpsouderen gingen naar de taliban om naar uw vader te vragen. De talibanleden zeiden dat u naar
hen moest komen en dat uw vader dan vrijgelaten zou worden. De dorpsouderen zeiden dat uw vader
een arme man is, dat u weg was gegaan en dat er nu niemand meer was om voor uw vader te zorgen.
Uw vader werd vrijgelaten. Nadat uw vader door de taliban werd vrijgelaten werd hij door de politie
opgepakt en ondervraagd. U was ongeveer zes maanden onderweg naar België en kwam een dag
voordat u uw verzoek om internationale bescherming indiende, aan in België. Op 13 november 2019
diende u een verzoek in.
Ter staving van uw verzoek legt u uw taskara, 3 foto’s van de schade aan uw huis in Qardaka als gevolg
van het gevecht en een foto van uw buurman die hierbij is omgekomen, neer.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst
worden vastgesteld dat u géén elementen kenbaar hebt gemaakt waaruit eventuele bijzondere
procedurele noden kunnen blijken, en dat het Commissariaat-generaal evenmin dergelijke noden in uw
hoofde heeft kunnen vaststellen.
Bijgevolg werden er u geen specifieke steunmaatregelen verleend, aangezien er in het kader van
onderhavige procedure redelijkerwijze kan worden aangenomen dat uw rechten gerespecteerd worden
en dat u in de gegeven omstandigheden kunt voldoen aan uw verplichtingen.
Er dient verder te worden opgemerkt dat u doorheen uw verklaringen niet aannemelijk heeft gemaakt
dat u een persoonlijke vrees voor vervolging zoals bedoeld in de Vluchtelingenconventie heeft of een
reëel risico op het lijden van ernstige schade zoals bepaald in de definitie van subsidiaire bescherming
loopt.
Er dient immers vastgesteld dat u niet aannemelijk maakt dat u vervolging van de taliban vreest als
gevolg van uw vermeend verraad.
Vooreerst maakt u weinig aannemelijk dat de taliban u ervan verdachten de autoriteiten te hebben
gewaarschuwd van hun aanwezigheid in uw huis. Wanneer u op de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ)
gevraagd wordt naar de motieven van uw verzoek, verklaart u dat de taliban jullie ervan beschuldigden
spionnen te zijn omdat ze nooit problemen hadden gekend en bij jullie wel (Vragenlijst CGVS, vraag 5).
Pas wanneer u op het CGVS wordt gevraagd naar uw problemen in Afghanistan, geeft u aan dat u
persoonlijk door de taliban werd geviseerd omwille van uw ongehoorzaamheid jegens hen in het
verleden (CGVS, p. 9-10). Dat u pas op het CGVS verklaart dat u persoonlijk door de taliban werd
geviseerd omwille van uw gedrag, is opmerkelijk en zet de geloofwaardigheid van uw verklaringen op de
helling.
Voorts dient opgemerkt dat uw verklaringen over uw interactie met de taliban in uw dorp in Afghanistan
vragen doen rijzen. U was het “nooit eens met hen” (CGVS, p. 11), u “luisterde nooit naar hen” en u
“sprak hen altijd tegen” (CGVS, p. 16). Echter, wanneer u gevraagd wordt naar de manier waarop u uw
ontevredenheid uitte, zegt u louter dat u niet bij hen ging gaan studeren en dat u opstond en wegging
wanneer de taliban preekten (CGVS, p. 11). Wanneer u naar concrete confrontaties met de taliban
gevraagd wordt, haalt u slechts het meningsverschil met de taliban aan, anderhalve maand voor de
aanval op uw huis, dat aanleiding zou hebben gegeven tot uw vertrek (CGVS, p. 10), waarbij u de door
hun gevraagde ushr niet wilde geven (CGVS, p. 12). U zegt dan weer, vreemd genoeg, voordien geen

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT