Arrêt Nº259124 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 05/08/2021

Judgment Date05 août 2021
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number259124
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr. 259 124 van 5 augustus 2021
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat T. HALSBERGHE
Canadaplein 1/glv
8400 OOSTENDE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Albanese nationaliteit te zijn, op 16 november 2020
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris -generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 29 oktober 2020.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 15 maart 2021 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet.
Gelet op het verzoek tot horen van 29 maart 2021.
Gelet op de beschikking van 16 juni 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 15 juli 2021.
Gehoord het verslag van kamervoorzitter M.-C. GOETHALS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat T. HALSBERGHE verschijnt voor de verzoekende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
Uit de gegevens in het administratief dossier blijkt dat verzoekende partij zich voor haar tweede verzoek
om internationale bescherming baseert op dezelfde motieven als degene die door haar echtgenoot F. K.
worden aangevoerd in het kader van diens tweede verzoek om internationale bescherming. Deze
vaststelling wordt in het verzoekschrift en ter terechtzitting niet betwist.
Inzake verzoekende partij haar echtgenoot wordt bij arrest nr. X van 5 augustus 2021 als volgt
gemotiveerd:
1. Er dient op gewezen te worden dat overeenkomstig artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december
1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet) aan de verzoekende partij de grond meegedeeld werd
waarop de kamervoorzitter steunt om te oordelen dat het beroep door middel van een louter schriftelijke
procedure kan verworpen worden. In casu wordt het volgende gesteld:

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT