Arrêt Nº258954 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 03/08/2021

Judgment Date03 août 2021
CourtIVe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number258954
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr.
258 954
van
3 augustus
2021
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
n kantore van advocaat A.
LOOBUYCK
Langestraat 46/1
8000 BRUGGE
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE VOORZITTER VAN DE IVE KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Palestijnse nationaliteit te zijn, op 28 december 2020
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 15 december 2020.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 9 maart 2021 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet.
Gelet op het verzoek tot horen van 23 maart 2021.
Gelet op de beschikking van 16 juni 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 15 juli 2021.
Gehoord het verslag van kamervoorzitter M.-C. GOETHALS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat M. KIWAKNA, die loco advocaat A. LOOBUYCK verschijnt
voor de verzoekende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Er dient op gewezen te worden dat overeenkomstig artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december
1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet) aan de verzoekende partij de grond meegedeeld werd
waarop de kamervoorzitter steunt om te oordelen dat het beroep door middel van een louter schriftelijke
procedure kan ingewilligd worden. In casu wordt het volgende gesteld:
“1. Verzoekende partij dient beroep in tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen van 15 december 2020, getiteld “niet-ontvankelijk verzoek (volgend
verzoek)”, waarbij haar huidig volgend verzoek om internationale bescherming niet-ontvankelijk wordt
verklaard in de zin van artikel 57/6/2, § 1, eerste lid van de Vreemdelingenwet.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT