Arrêt Nº252047 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/03/2021
| Judgment Date | 31 mars 2021 |
| Court | IVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
| Judgement Number | 252047 |
| Procedure Type | Plein contentieux |
RvV X - Pagina 1
nr.
252 047
van
31 maart 2021
in de zaak RvV X / IV
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
te
n kantore van advocaat C.
VAN CUTSEM
Berckmansstraat 89
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 24 november 2020
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 19 oktober 2020.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 12 januari 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
10 februari 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat A. HAEGEMAN loco advocaat C.
VAN CUTSEM en van attaché S. DUPONT, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn op 30 april
2005.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 25 april 2019. Op 26 april 2019 dient
de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 22 september 2020 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
RvV X - Pagina 2
De commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen (hierna: de commissaris-generaal)
neemt op 19 oktober 2020 een beslissing tot weigering van de vluchtelingenstatus en weigering van de
subsidiaire beschermingsstatus. Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
“A. Feitenrelaas
Volgens jouw verklaringen ben je een Afghaans staatsburger, Pashtun en soennitisch moslim. Je bent
afkomstig uit het dorp Deh Hayat, district Nirkh, provincie Wardak. Op het moment van jouw persoonlijk
onderhoud ben je vijftien jaar oud.
Ongeveer drie maanden voor jouw vertrek overleed jouw vader aan hartproblemen. Je woonde in Deh
Hayat samen met jouw moeder, twee broers en twee zussen. Zij wonen nog steeds in hetzelfde huis in
Deh Hayat. Zij leven van het spaargeld van jouw vader en worden ook gesteund door jouw maternale
oom die in het naburige dorp Bazi Khel woont.
De taliban verzamelden jongeren uit jouw regio om met hen mee te komen. Ze kwamen ook tweemaal
naar jouw huis met de vraag of jij hen wilde vervoegen. Bij beide bezoeken was je niet thuis. De eerste
keer was je bij jouw maternale oom en de tweede keer was je in de madrassa. Ze zouden jouw moeder
doden indien je zou weigeren om met hen mee te gaan. Na dit laatste bezoek bleef je nog twintig dagen
in Afghanistan. Jouw moeder wilde niet dat je de taliban zou vervoegen en sprak jouw maternale oom
hierover aan. Ze besloten dat je beter het land zou verlaten. Om deze reden verliet je Afghanistan toen
je dertien jaar oud was.
Na een reis van ongeveer anderhalf jaar, kwam je aan in België op 25 april 2019. Op 26 april 2019
diende je een verzoek om internationale bescherming in.
Bij de Dienst Vreemdelingenzaken (DVZ) haalde je ook nog aan dat de taliban jullie verbood om naar
school te gaan.
Ter ondersteuning van jouw verzoek om internationale bescherming leg je jouw taskara neer.
B. Motivering
Vooreerst moet worden opgemerkt dat het Commissariaat-generaal op grond van het geheel van de
gegevens in uw administratief dossier, van oordeel is dat er in jouw hoofde, als niet-begeleide
minderjarige, bijzondere procedurele noden kunnen worden aangenomen.
Om hier op passende wijze aan tegemoet te komen, werden er jou in het kader van de behandeling van
jouw verzoek door het Commissariaat-generaal steunmaatregelen verleend.
Meer bepaald werd er jou een voogd toegewezen die jou bijstaat in het doorlopen van de
asielprocedure; werd het persoonlijk onderhoud afgenomen door een gespecialiseerde protection
officer, die binnen de diensten van het Commissariaat-generaal een specifieke opleiding volgde om
minderjarigen op een professionele en verantwoorde manier te benaderen; heeft het persoonlijk
onderhoud plaatsgevonden in het bijzijn van jouw voogd en advocaat in de mogelijkheid verkeerden om
opmerkingen te formuleren en stukken neer te leggen; en werd er bij de beoordeling van jouw
verklaringen rekening gehouden met jouw jeugdige leeftijd en maturiteit, evenals met de algemene
situatie in jouw land van herkomst.
Na grondig onderzoek van de door jou aangehaalde feiten en alle elementen aanwezig in het
administratieve dossier dient er te worden vastgesteld dat je er niet in geslaagd bent om een vrees voor
vervolging in de zin van de Vluchtelingenconventie aannemelijk te maken en evenmin om
zwaarwegende gronden aannemelijk te maken dat jij een reëel risico loopt op ernstige schade in de zin
van art. 48/4, §2, a of b van de Vreemdelingenwet.
Om te beginnen wordt jouw algemene geloofwaardigheid aangetast doordat er problematische
elementen opvallen na vertaling van jouw taskara. Volgens deze vertaling werd jouw taskara afgeleverd
op de 30e van de vierde maand van 1398 (i. e. 21 juli 2019). Jouw verzoek om internationale
bescherming dateert echter van 26 april 2019 (zie boven), wat zou betekenen dat jouw taskara
afgeleverd werd nadat je hier een verzoek om internationale bescherming indiende en dus ook geruime
tijd nadat je Afghanistan verliet. Dit komt niet overeen met wat jij hierover verklaart, namelijk dat je jouw
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI