Arrêt Nº252044 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 31/03/2021

Judgment Date31 mars 2021
CourtIVde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number252044
Procedure TypePlein contentieux
RvV X - Pagina 1
nr.
252 044
van
31 maart
2021
in de zaak RvV X / IV
In
zake:
X
woonplaats:
t
en
kantore
van
advocaat
A.
NACHTERGAELE
Moskoustraat 2
1060 BRUSSEL
tegen:
de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen
DE WND. VOORZITTER VAN DE IVde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 28 december 2020
heeft ingediend tegen de beslissing van de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de
staatlozen van 23 november 2020.
Gelet op artikel 51/4 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 5 februari 2021 waarbij de terechtzitting wordt bepaald op 10 maart 2021.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van de verzoekende partij en haar advocaat A. HAEGEMAN loco advocaat A.
NACHTERGAELE en van attaché M. SOMMEN, die verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Over de gegevens van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn op 1 januari
1998.
De verzoekende partij verklaart het Rijk te zijn binnengekomen op 4 november 2019. Op dezelfde dag
dient de verzoekende partij een verzoek om internationale bescherming in.
Op 3 september 2020 wordt de verzoekende partij gehoord op het Commissariaat-generaal voor de
vluchtelingen en de staatlozen (hierna: het CGVS).
RvV X - Pagina 2
Op 23 november 2020 neemt de commissaris-generaal voor de vluchtelingen en de staatlozen een
beslissing waarbij zowel de vluchtelingenstatus als de subsidiaire beschermingsstatus wordt geweigerd.
Dit is de bestreden beslissing, die luidt als volgt:
A. Feitenrelaas
U, A.S., verklaart de Afghaanse nationaliteit te bezitten, etnisch Pashtun te zijn en het soennitische
geloof te belijden. U bent geboren in het dorp Joybar, in het district Tagab van de Afghaanse provincie
Kapisa. Toen u nog klein was verlieten uw ouders Afghanistan en trokken naar Pakistan, waar zij zich
lieten registreren als Afghaanse vluchtelingen. Uw beide broers zijn in Pakistan geboren. Nadat de
Pakistaanse regering ophield met het uitreiken van nieuwe ‘Proof of Registration’-kaarten (kortweg PoR-
kaarten) en enkel nog periodiek bekend maakte dat de oude kaarten geldig bleven, werd het leven in
Pakistan aanhoudend moeilijker voor jullie: de politie viel jullie lastig omdat de geldigheidsdatum op de
oude kaarten verlopen was en nadat het kamp waar jullie woonden werd opgeruimd slaagden uw
ouders er niet in om een huurwoning te vinden vanwege hun verblijfsstatus. Met de hulp van UNHCR
koos uw familie voor een vrijwillige terugkeer naar Afghanistan. Jullie reisden op 03 januari 2019 via de
grenspost Torkham naar Kabul, waar uw vader het geld waar hij recht op had in ontvangst nam.
Vervolgens reisden jullie door naar Tagab district, waar uw oom aan moederszijde op jullie grond
woonde. Jullie bouwden een huis naast dat van uw oom.
Uw vader trad als bodyguard in dienst van de malik (het dorpshoofd), die een oude vriend was van hem.
Het was de bedoeling dat u naar school zou gaan, maar daarvoor was een taskara, een Afghaans
identiteitsbewijs, vereist. Uw vader ging met u naar het districtscentrum en liet voor u een taskara
maken. De volgende dag moest hij voor zijn baas opnieuw naar het districtscentrum, maar onderweg
werd hij tegengehouden en ontvoerd. Volgens een ooggetuige waren de daders talibanstrijders van
commandant qari A.. Deze man, die alles had gezien, kwam aan uw oom aan moederszijde vertellen
wat er was gebeurd. Op zijn beurt ging uw oom naar de malik, die beloofde dat hij zou zoeken naar uw
vader. Dit leverde echter geen resultaat op. 15 dagen na de ontvoering kwamen vier mannen naar uw
huis. Zij stelden zich voor als strijders van qari A. en mawlawi N., en vroegen dat u met hen mee zou
gaan. Ze wilden u meenemen naar uw vader en zeiden dat zij voor al uw kosten zouden instaan, en dat
u met hen mee jihad moest doen. Indien u daarbij u zou sneuvelen, zou u naar het paradijs gaan. Uw
moeder, die achter de deur het gesprek mee volgde, sprak haar veto uit en eiste dat de taliban eerst uw
vader zouden vrijlaten. De taliban vertrokken weer.
Korte tijd later hing u rond in het dorp toen de arbaki’s, de lokale politie, in een nabijgelegen winkel
inkopen kwamen doen. Ze vroegen u om het water naar hun checkpost te helpen dragen, wat u ook
deed. Eens aangekomen kreeg u van hen schouderklopjes en ze boden u thee aan om te drinken met
hen. De volgende dag kwam kwamen de arbaki’s u weer halen. U zat opnieuw een tijdlang bij hen en ze
raakten u heel vaak aan, wat u opvatte als een teken van medeleven. De derde dag dat u naar de
checkpost ging nam de commandant u mee en zei tegen zijn mannen om de wacht te houden. Hij
probeerde u te kussen en te verkrachten, maar u verzette zich en begon te roepen. U liep weg en voor u
mocht vertrekken werd u duidelijk gemaakt dat u uw mond moest houden, zoniet zouden de arbaki’s u
vermoorden. U ging huilend naar buiten aan de checkpost en twee voorbijgangers vroegen u wat er aan
de hand was. U vertelde hen alles wat er was gebeurd en ging naar huis. Daar deed u nogmaals het
relaas aan uw moeder en oom. Even later kreeg uw oom telefoon van de taliban. Zij waren op de hoogte
van wat er was gebeurd maar schoven u de schuld in de schoenen: volgens hen was u vrijwillig naar de
arbaki’s gegaan om seks te hebben met hen. Ze eisten dat uw oom u zou uitleveren aan hen. Indien dat
niet zou gebeuren, zouden het huis beschieten. Om dit bewijzen vuurden ze een schot af op het huis.
Uw moeder wilde niet dat u zou worden uitgeleverd aan de taliban. Uw oom loog daarom dat u was
weggelopen van huis na wat er die namiddag was gebeurd. Vervolgens regelde hij voor u een
mensensmokkelaar en in de vroege uren van de volgende dag verliet u het huis en vertrok u naar
Europa. Via diverse doorreislanden ging u naar België, waarbij in Kroatië en in Duitsland
vingerafdrukken werden genomen. Op 04 november 2019 kwam u toe in België en diezelfde dag diende
u een verzoek tot internationale bescherming in. Sinds uw vertrek komen zowel de taliban als de
arbaki’s naar u vragen in het huis van uw oom.
U vreest bij terugkeer te zullen worden gedood door de taliban of door regeringsgetrouwe strijders.
Ter ondersteuning van uw verzoek hebt u volgende documenten neergelegd: een taskara met vertaling
in het Nederlands, een PoR-kaart, een repatriëringsformulier, een foto van een kogelinslag en de
enveloppe waarmee de documenten naar u zijn verstuurd. Uw advocaat liet op 22 september 2020 nog
een brief met opmerkingen over de notities van het persoonlijk onderhoud aan het dossier toevoegen.
B. Motivering
Na grondige analyse van het geheel van de gegevens in uw administratief dossier, moet vooreerst
worden vastgesteld dat er onvoldoende concrete elementen voorhanden zijn waaruit een bijzondere
procedurele nood in uw hoofde kan worden afgeleid die het nemen van bepaalde specifieke

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT