Arrêt Nº251592 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 25/03/2021

Judgment Date25 mars 2021
CourtVIIIe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number251592
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1
nr. 251 592 van 25 maart 2021
in de zaak RvV X / VIII
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat D. GEENS
Lange Lozanastraat 24
2018 ANTWERPEN
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie, thans de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie
DE VOORZITTER VAN DE VIIIe KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Afghaanse nationaliteit te zijn, op 5 oktober 2020 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissing
van de gemachtigde van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie
van 23 september 2020, tot terugleiding naar de grens en vasthouding in een welbepaalde plaats met
het oog op overdracht aan de verantwoordelijke lidstaat.
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 4 februari 2021 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet,
waarvan hierbij een kopie gaat.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
Artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet) bepaalt:
“Bij beschikking stelt de kamervoorzitter of de door hem aangewezen rechter de partijen in kennis dat de
kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen tenzij één van de partijen, binnen een termijn van
vijftien dagen na het versturen van de beschikking, vraagt om gehoord te worden. […]”
Uit deze bepaling vloeit voort dat de verzending van de beschikking bij een ter post aangetekende brief
en niet de kennisgeving ervan de voorziene termijn van vijftien dagen laat ingaan (in die zin: GwH 13
juni 2013, nr. 84/2013; RvS 30 april 2015, nr. 11.257 (c); RvS 5 augustus 2014, nr. 10.691 (c)).
Bijgevolg begint de termijn te lopen de dag die volgt op de dag van verzending van de beschikking.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT