Arrêt Nº251585 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 25/03/2021

Judgment Date25 mars 2021
CourtVIIIe KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number251585
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1
nr. 251 585 van 25 maart 2021
in de zaak RvV X / VIII
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat F. VAN ROYEN
Joseph Lonckestraat 50
9100 SINT-NIKLAAS
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie, thans de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie
DE VOORZITTER VAN DE VIIIe KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Albanese nationaliteit te zijn, op 25 juni 2020 heeft
ingediend om de schorsing van de tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissing
van de gemachtigde van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie
van 18 mei 2020 waarbij de aanvraag om machtiging tot verblijf op basis van artikel 9bis van de wet van
15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de
verwijdering van vreemdelingen onontvankelijk verklaard wordt en van de beslissing van de
gemachtigde van de minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie van
dezelfde datum tot afgifte van een bevel om het grondgebied te verlaten (bijlage 13).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de beschikking tot vaststelling van het rolrecht van 1 juli 2020 met refertenummer X.
Gezien de nota met opmerkingen.
Gelet op de beschikking van 4 februari 2021 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet,
waarvan hierbij een kopie gaat.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
Artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet) bepaalt:
“Bij beschikking stelt de kamervoorzitter of de door hem aangewezen rechter de partijen in kennis dat de
kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen tenzij één van de partijen, binnen een termijn van
vijftien dagen na het versturen van de beschikking, vraagt om gehoord te worden. […]”

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT