Arrêt Nº250515 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 08/03/2021

Judgment Date08 mars 2021
CourtIIE KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgement Number250515
Procedure TypeAnnulation
X - Pagina 1
nr. 250 515 van 8 maart 2021
in de zaak RvV X / II
In zake:
1. X
handelend in eigen naam en als wettelijk vertegenwoordigster van haar
minderjarige kinderen X en X
2. X
handelend als wettelijk vertegenwoordiger van zijn minderjarige kinderen X
en X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat D. GEENS
Lange Lozanastraat 24
2018 ANTWERPEN
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie, thans de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie
DE VOORZITTER VAN DE IIe KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Mongolische nationaliteit te zijn en die handelt in
eigen naam en als wettelijk vertegenwoordigster van haar minderjarige kinderen X en X, en X, die
verklaart van Mongolische nationaliteit te zijn en die handelt als wettelijk vertegenwoordiger van de
voormelde minderjarige kinderen, op 8 januari 2021 hebben ingediend om de schorsing van de
tenuitvoerlegging en de nietigverklaring te vorderen van de beslissing van de gemachtigde van de
minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie van 28 februari 2020, tot
verlenging van de Dublin-overdrachtstermijn.
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 1 februari 2021 met toepassing van artikel 39/73 van voormelde wet,
waarvan hierbij een kopie gaat.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
Artikel 39/73, § 2 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het
verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de Vreemdelingenwet) bepaalt:
“Bij beschikking stelt de kamervoorzitter of de door hem aangewezen rechter de partijen in kennis dat de
kamer zonder een terechtzitting uitspraak zal doen tenzij één van de partijen, binnen een termijn van
vijftien dagen na het versturen van de beschikking, vraagt om gehoord te worden. […]”

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT