Arrêt Nº249509 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 23/02/2021
| Judgment Date | 23 février 2021 |
| Court | IIE KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen) |
| Judgement Number | 249509 |
| Procedure Type | Annulation |
X - Pagina 1
nr. 249 509 van 23 februari 2021
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat P. DE BLOCK
Sint-Bernardusstraat 96-98
1060 BRUSSEL
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de Staatssecretaris voor Asiel en
Migratie.
DE VOORZITTER VAN DE IIE KAMER,
Gezien het verzoekschrift X, die verklaart van Gambiaanse nationaliteit te zijn, op 26 oktober 2020 heeft
ingediend om bij uiterst dringende noodzakelijkheid de schorsing van de tenuitvoerlegging en de
nietigverklaring te vorderen van de beslissing van de gemachtigde van de minister van Sociale Zaken
en Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie van 21 oktober 2020 tot terugdrijving (bijlage 11).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2 van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gelet op het arrest nr. 244 869 van 26 november 2020 waarbij de schorsing van de tenuitvoerlegging
van de bestreden beslissing wordt bevolen.
Gezien de brief van de hoofdgriffier van 22 januari 2021 waarbij de partijen in kennis worden gesteld
van de mogelijkheid om gehoord te worden.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
Luidens artikel 39/82, § 5 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het rondgebied,
het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen (hierna: de vreemdelingenwet) en artikel
39, § 1 van het Procedurereglement van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van 21 december
2006, kan de Raad de bestreden akten nietig verklaren indien geen enkele partij vraagt gehoord te
worden en de verwerende partij geen vraag tot voortzetting heeft ingediend.
Bij arrest nr. 244 869 werd de schorsing bij uiterst dringende noodzakelijkheid bevolen.
De verwerende partij heeft geen vraag tot voortzetting ingediend.
De partijen hebben niet gevraagd gehoord te worden binnen de vooropgestelde termijn van acht dagen.
Met toepassing van artikel 39/82, § 5 van de vreemdelingenwet verklaart de Raad de bestreden akte
nietig.
OM DIE REDENEN BESLUIT DE RAAD VOOR VREEMDELINGENBETWISTINGEN:
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI