Arrêt Nº232987 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 21/02/2020

Judgment Date21 février 2020
CourtConseil du Contentieux des Etrangers (France)
Judgement Number232987
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1 van 19
nr. 232 987 van 21 februari 2020
in de zaak RvV X / VK
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat P. STAES
Lange van Ruusbroecstraat 76-78
2018 ANTWERPEN
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie
en Administratieve Vereenvoudiging, thans de minister van Sociale Zaken en
Volksgezondheid, en van Asiel en Migratie.
DE VERENIGDE KAMERS VAN DE RAAD VOOR VREEMDELINGENBETWISTINGEN,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Marokkaanse nationaliteit te zijn, op 31 oktober 2018
heeft ingediend om de nietigverklaring te vorderen van de beslissing van de gemachtigde van de
staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging van 3 oktober 2018 tot
weigering van verblijf van meer dan drie maanden (bijlage 20).
Gezien titel Ibis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gezien het arrest nr. 228 203 van de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen van 29 oktober 2019.
Gelet op de beschikking van 7 november 2019, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
11 december 2019.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken M. RYCKASEYS.
Gehoord de opmerkingen van advocaat J. VAN LAER, die loco advocaat P. STAES verschijnt voor de
verzoekende partij en van advocaat T. BRICOUT, die loco advocaat C. DECORDIER verschijnt voor de
verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
De verzoekende partij verklaart de Marokkaanse nationaliteit te bezitten en geboren te zijn op X.
Op 3 juli 2017 dient de verzoekende partij, in functie van haar Belgische grootvader, een eerste
aanvraag in tot afgifte van een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie.
RvV X - Pagina 2 van 19
Op 4 december 2017 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel en Migratie en
Administratieve Vereenvoudiging (hierna: de gemachtigde van de staatssecretaris) de beslissing tot
weigering van verblijf van meer dan drie maanden. De verzoekende partij tekent beroep aan tegen deze
beslissing bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen (hierna: de Raad). Bij arrest van 28 september
2018 met nummer 210 320 verwerpt de Raad het beroep tot nietigverklaring.
Op 5 april 2018 dient de verzoekende partij, in functie van haar Belgische grootvader, een tweede
aanvraag in tot afgifte van een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie.
Op 3 oktober 2018 neemt de gemachtigde van de staatssecretaris de beslissing tot weigering van
verblijf van meer dan drie maanden. Dit is de bestreden beslissing die op 5 oktober 2018 aan de
verzoekende partij ter kennis wordt gebracht en waarvan de motieven als volgt luiden:
In uitvoering van artikel 52, §4, 5de lid van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, wordt de
aanvraag van een verblijfskaart van een familielid van een burger van de Unie, die op 05.04.2018 werd
ingediend door:
Naam: [B.] Voorna(a)m(en): [Y.]
Nationaliteit: Marokko
[…]
om de volgende reden geweigerd :
De betrokkene voldoet niet aan de vereiste voorwaarden om te genieten van het recht op verblijf van
meer dan drie maanden in de hoedanigheid van familielid van een burger van de Unie of van ander
familielid van een burger van de Unie.
Betrokkene vroeg op 05.04.2018 gezinshereniging aan met haar Belgische grootvader [B.,A.] (RR […])
op basis van art. 40ter van de wet van 15.12.1980.
Artikel 40ter van de wet van 15.12.1980 stelt dat bij een aanvraag gezinshereniging in functie van een
Belg de Belgische onderdaan moet aantonen dat hij over stabiele, toereikende en regelmatige
bestaansmiddelen beschikt. Aan de voorwaarden wordt geacht voldaan te zijn indien de
bestaansmiddelen ten minste gelijk zijn aan honderd twintig procent van het bedrag bedoeld in artikel
14, §1, 3° van de wet van 26 mei 2002 betreffende het recht op maatschappelijke integratie.
Als bewijs van inkomen legt de referentiepersoon een attest voor van de RVP dd. 26.06.2018. Hieruit
blijkt dat hij maandelijks een pensioen ontvangt van 1109,21 euro bestaande uit 116,53 euro
rustpensioen werknemer, 10,76 euro pensioenbonus rust werknemer en 981,92 euro IGO. Het pensioen
van de referentiepersoon bestaat hoofdzakelijk uit een inkomensgarantie voor ouderen, dit wil zeggen
dat de referentiepersoon behoeftig is maar gezien zijn leeftijd geen leefloon meer kan krijgen maar dus
wel een inkomensgarantie voor ouderen en zo wel degelijk ten laste valt van het sociale bijstandsstelsel
van het Rijk. Overeenkomstig de bepalingen van art. 40ter kunnen uitkeringen die onder sociale bijstand
vallen niet in overweging worden genomen wanneer gezinshereniging wordt aangevraagd.
Voor zover de behoeftenanalyse overeenkomstig art. 42, §1, tweede lid van de wet van 15.12.1980 zou
moeten worden gemaakt, is het onoverkomelijk om te moeten vaststellen dat de referentiepersoon als
behoeftig dient te worden beschouwd, gezien de RVP hem inkomensgarantie voor ouderen geeft. Om
dus het verblijfsrecht van betrokkene te kunnen toestaan zou de referentiepersoon minimaal moeten
kunnen beschikken over een bedrag gelijkwaardig aan de inkomensgarantie voor ouderen (maar dan
niet uit sociale bijstand). Dit is immers het bedrag waarvan de RVP heeft ingeschat dat het voldoende is
voor de referentiepersoon om in zijn eigen behoeften te kunnen voorzien. De middelenvereiste
overeenkomstig art. 40ter is niet voldaan, wel integendeel. Voor zover betrokkene in België zou
verblijven, zou zij ten laste zijn van de sociale bijstand, evenals de referentiepersoon
Het recht op verblijf wordt daarom geweigerd aan betrokkene. Het AI van betrokkene dient te worden
ingetrokken. De Dienst Vreemdelingenzaken wenst de aandacht erop te vestigen dat de te vervullen
voorwaarden van de gezinshereniging cumulatief zijn. Aangezien minstens één van deze voorwaarden

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT