Arrêt Nº194988 de Conseil du Contentieux des Etrangers, 15/11/2017

CourtIIde KAMER (Raad voor Vreemdelingengeschillen)
Judgment Date15 novembre 2017
Judgement Number194988
Procedure TypeAnnulation
RvV X - Pagina 1
nr. 194 988 van 15 november 2017
in de zaak RvV X / II
In zake:
X
Gekozen woonplaats:
ten kantore van advocaat Z. CHIHAOUI
Landsroemlaan 40
1083 BRUSSEL
tegen:
de Belgische staat, vertegenwoordigd door de staatssecretaris voor Asiel en Migratie
en Administratieve Vereenvoudiging.
DE WND. VOORZITTER VAN DE IIde KAMER,
Gezien het verzoekschrift dat X, die verklaart van Soedanese nationaliteit te zijn, op 10 november 2017
heeft ingediend bij faxpost om bij uiterst dringende noodzakelijkheid de schorsing van de
tenuitvoerlegging te vorderen van de beslissing van de gemachtigde van de staatssecretaris voor Asiel
en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging van 9 november 2017 houdende binnenkomstweigering
met terugdrijving asielzoeker (bijlage 11ter).
Gezien titel I bis, hoofdstuk 2, afdeling IV, onderafdeling 2, van de wet van 15 december 1980
betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van
vreemdelingen.
Gelet op artikel 39/82 van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied,
het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen.
Gelet op titel II, hoofdstuk II van het koninklijk besluit van 21 december 2006 houdende de rechtspleging
voor de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen.
Gezien de nota met opmerkingen en het administratief dossier.
Gelet op de beschikking van 11 november 2017, waarbij de terechtzitting wordt bepaald op
13 november 2017 om 14u00.
Gehoord het verslag van rechter in vreemdelingenzaken C. DE GROOTE.
Gehoord de opmerkingen van advocaat Z. CHIHAOUI die verschijnt voor de verzoekende partij en van
advocaat B. HEIRMAN, die loco advocaat C. DECORDIER verschijnt voor de verwerende partij.
WIJST NA BERAAD HET VOLGENDE ARREST:
1. Nuttige feiten ter beoordeling van de zaak
RvV X - Pagina 2
Op 31 augustus 2017 werd verzoekster weerhouden door de met grenscontrole belaste overheden,
omwille van het frauduleus gebruik van een reisdocument (gebruik van een Nederlands paspoort van
een overleden persoon) en het gebrek aan overige identiteits- of reisdocumenten.
De verzoekster dient aan de grens een verzoek om internationale bescherming in bij de Belgische
overheden.
Op 31 augustus 2017 beslissen de met grenscontrole belaste overheden tot de binnenkomstweigering
met terugdrijving asielzoeker (bijlage 11ter).
De gemachtigde van de Staatssecretaris voor Asiel en Migratie en Administratieve Vereenvoudiging
(hierna: de gemachtigde), beslist op 31 augustus 2017 tevens tot de vasthouding in een welbepaalde
aan de grens gelegen plaats.
Op 6 september 2017 wordt het verzoek om internationale bescherming overgemaakt aan het
Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en de Staatlozen.
Op 19 september 2017 weigert de adjunct-commissaris-generaal voor de Vluchtelingen en de
Staatlozen (hierna: de adjunct-commissaris-generaal) zowel de vluchtelingenstatus als de subsidiaire
beschermingsstatus aan de verzoekster.
De verzoekster dient op 5 oktober 2017 een beroep in bij de Raad voor Vreemdelingenbetwistingen
(hierna: de Raad) tegen voormelde weigeringsbeslissing van 19 september 2017. Bij arrest nr. 194.017
van 20 oktober 2017 wordt de weigeringsbeslissing bevestigd en weigert ook de Raad de
vluchtelingenstatus en de subsidiaire beschermingsstatus aan de verzoekster.
Op 9 november 2017 dient de verzoekster aan de grens een tweede verzoek om internationale
bescherming in (bijlage 25quinquies).
Op 9 november 2017 neemt de gemachtigde opnieuw een beslissing houdende binnenkomstweigering
met terugdrijving-asielzoeker (bijlage 11ter).
Het betreft de thans bestreden beslissing. Zij werd aan de verzoekster ter kennis gebracht op 9
november 2017 en is als volgt gemotiveerd:
BESLISSING TOT BINNENKOMSTWEIGERING MET TERUGDRIJVING ASIELZOEKER
In uitvoering van artikel 72, § 1, tweede lid, van het koninklijk besluit van 8 oktober 1981 betreffende de
toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen,
wordt de toegang tot het Rijk geweigerd aan de heer/mevrouw die verklaart te heten:
naam: A(…)
voornaam: R(…)
geboortedatum: (…)
geboorteplaats: (…)
nationaliteit: Sudan
Derhalve wordt de betrokkene teruggedreven, zodra deze beslissing uitvoerbaar wordt.
REDEN VAN DE BESLISSING
Art. 3, eerste lid, 2° - Niet in het bezit van een geldig reisdocument/geldige reisdocumenten
Art. 3, eerste lid, 2° - Niet in het bezit van een geldig visum of een geldige verblijfsvergunning
Op 10 november 2017 beslist de adjunct-commissaris-generaal tot de weigering van inoverwegingname
van deze tweede asielaanvraag. Uit de thans voorliggende stukken blijkt niet dat deze beslissing aan de
verzoekster werd ter kennis gebracht. De advocaat van de verzoekster verklaart ter terechtzitting dat
hem een half uur eerder een kopie van deze beslissing werd doorgestuurd. Deze beslissing van 10
november vermeldt dat binnen de tien dagen een beroep kan worden ingediend bij de Raad, doch dat
dit beroep geen schorsende werking kent aangezien de verzoekster zich bevindt in een situatie zoals
vermeld in artikel 39/70, tweede lid van de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT