Arrest Nº P.19.1065.N. Hof van Cassatie, 2020-02-11

Date11 février 2020
Judgement NumberP.19.1065.N
Docket NumberN-20200211-3
CourtHof van Cassatie
11 FEBRUARI 2020 P.19.1065.N/1
Hof van Cassatie van België
Arrest
Nr. P.19.1065.N
1. R J V D B,
beklaagde,
2. L A M V D B,
beklaagde,
3. P D M V D B,
beklaagde,
eisers,
allen met als raadsman mr. Karolien Van de Moer, advocaat bij de balie Antwerpen.
I. RECHTSPLEGING VOOR HET HOF
De cassatieberoepen zijn gericht tegen het arrest van het hof van beroep te Antwer-
pen, correctionele kamer, van 3 oktober 2019.
De eisers voeren in een memorie die aan dit arrest is gehecht, acht middelen aan.
11 FEBRUARI 2020 P.19.1065.N/2
Raadsheer Erwin Francis heeft verslag uitgebracht.
Advocaat-generaal Alain Winants heeft geconcludeerd.
II. BESLISSING VAN HET HOF
Beoordeling
Eerste middel
1. Het eerste onderdeel voert schending aan van de artikelen 130 en 182 Wet-
boek van Strafvordering: de appelrechters oordelen dat, voor wat betreft de telast-
leggingen G.I, G.II en G.III (tweede en derde witwasmisdrijf), de raadkamer de
eisers ook heeft verwezen voor beheershandelingen die dateren van na 28 december
2004; zij heromschrijven die telastleggingen om ze te laten eindigen op 26 april
2006, datum waarop de gelden werden geblokkeerd, om vervolgens de beslissing
over de verjaring van de strafvordering op die einddatum te gronden; de telastleg-
gingen G.I, G.II en G.III viseren echter per eiser specifiek aangeduide verrichtingen
uitgevoerd op specifiek aangeduide data, waarvan de eerste dateert van 27 novem-
ber 2002 en de laatste van 28 december 2004; van de door de appelrechters aange-
nomen latere beheersdaden is in de telastleggingen geen sprake; aldus gelasten de
appelrechters zich met andere feiten dan deze die bij hen aanhangig zijn gemaakt
en overschrijden zij hun saisine.
Het tweede onderdeel voert schending aan van de artikelen 1319, 1320 en 1322
Burgerlijk Wetboek: met het voormelde oordeel miskennen de appelrechters de be-
wijskracht van de verwijzingsbeschikking van de raadkamer van 16 mei 2013, daar
de laatste duidelijk bepaalde verrichting die de raadkamer onder de vermelde telast-
leggingen heeft verwezen de eenmalige feitelijke daad is van de opname in kas op
28 december 2004.
Het derde onderdeel voert schending aan van artikel 149 Grondwet: het arrest oor-
deelt, enerzijds, dat de eisers tot 26 april 2006 beheershandelingen hebben gesteld
door het oprichten van Panamese offshore vennootschappen en het wijzigen van de
economische begunstigde van de rekeningen van deze vennootschappen; het oord-
eelt, anderzijds, dat uit het strafonderzoek blijkt dat de economische begunstigde

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT