Arrêt Nº 25/2017. Cour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage), 2017-02-16

Date16 février 2017
Docket NumberF-20170216-7
CourtGrondwettelijk Hof (Arbitragehof)
GRONDWETTELIJK HOF
[2017/201563]
Uittreksel uit arrest nr. 25/2017 van 16 februari 2017
Rolnummer : 6412
In zake : de prejudiciële vraag betreffende artikel 356-1 van het Burgerlijk Wetboek, in samenhang gelezen met de
artikelen 162, 164 en 343, §1, b), van het Burgerlijk Wetboek, gesteld door de Rechtbank van eerste aanleg
West-Vlaanderen, afdeling Brugge.
Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters E. De Groot en J. Spreutels, en de rechters J.-P. Snappe, J.-P. Moerman, E. Derycke,
P. Nihoul en R. Leysen, bijgestaan door de griffier F. Meersschaut, onder voorzitterschap van voorzitter E. De Groot,
wijst na beraad het volgende arrest :
I. Onderwerp van de prejudiciële vraag en rechtspleging
Bij vonnis van 1 april 2016 in zake de totstandkoming van de binnenlandse gewone adoptie van S.V., H.V enA.V.
door N.V., waarvan de expeditie ter griffie van het Hof is ingekomen op 21 april 2016, heeft de Rechtbank van eerste
aanleg West-Vlaanderen, afdeling Brugge, de volgende prejudiciële vraag gesteld:
«Schendt artikel 356-1, lid 1 en 2 van het Burgerlijk Wetboekin samenhang gelezen met de artikelen 162, 164 en 343
§1 b) van het Burgerlijk Wetboek,de artikelen 10, 11 en 22bis van de Grondwet en de artikelen 8 en 14 van het Europees
Verdragtot bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden van 4 november 1950, in zoverre
het de gewone adoptie van de kinderen van de ene wettelijke samenwonende partner door de andere wettelijke
samenwonende partner niet toelaat wanneer er sprake is van een huwelijksbeletsel waarvoor de Koning geen
ontheffing kan verlenen als gevolg van de volle adoptie van één van de wettelijke samenwonende partners door de
ouders van de andere partner, terwijl in andere vergelijkbare situaties, zoals wanneer de wettelijk samenwonende
partners zich verhouden als stiefbroer en stiefzus en waarbij er geen huwelijksbeletsel bestaat of wanneer één van de
wettelijke samenwonende partners het voorwerp is geweest van een gewone adoptie waarbij een ontheffing door de
Koning wel mogelijk is gelet op het bepaalde in artikel 353-13, 4
o
B.W., een gewone adoptie van de kinderen van de
ene wettelijke samenwonende partner door de andere wettelijke samenwonende partner wel mogelijk is ? ».
(...)
III. In rechte
(...)
Ten aanzien van de in het geding zijnde bepalingen
B.1.1. De prejudiciële vraag heeft betrekking op artikel 356-1, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek,
in samenhang gelezen met de artikelen 162, 164 en 343, §1, b), van het Burgerlijk Wetboek.
Artikel 356-1, eerste en tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek bepaalt:
«De volle adoptie verleent aan het kind en zijn afstammelingen een statuut met dezelfde rechten en
verplichtingen, als ware het kind geboren uit de adoptant of uit de adoptanten.
Onder voorbehoud van de huwelijksbeletsels omschreven in de artikelen 161 tot 164, houdt het kind dat ten volle
is geadopteerd, op tot zijn oorspronkelijke familie te behoren ».
Artikel 162 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt :
«In de zijlijn is het huwelijk verboden tussen broers, tussen zusters of tussen broer en zuster ».
Artikel 164 van het Burgerlijk Wetboek bepaalt :
«Echter kan de Koning, om gewichtige redenen, het in artikel 161 bedoelde verbod voor aanverwanten en het in
het vorige artikel bevatte verbod opheffen ».
Artikel 343, §1, b), van het Burgerlijk Wetboek bepaalt:
«Er wordt verstaan onder :
[...]
b) samenwonenden: twee personen die een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd of twee
personen die op een permanente en affectieve wijze samenwonen sedert ten minste drie jaar op het tijdstip van de
indiening van het verzoek om adoptie, voor zover zij niet door een band van bloedverwantschap zijn verbonden die
leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen;
[...] ».
B.1.2. Ingevolge die bepalingen bestaat er een absoluut huwelijksbeletsel in de zijlijn tussen broers, tussen zusters
en tussen een broer en een zuster; hiervoor kan geen ontheffing worden verleend door de Koning (artikel 164 van het
Burgerlijk Wetboek). Bovendien heeft de adoptieve afstammingsband bij volle adoptie dezelfde uitwerking wat betreft
de huwelijksbeletsels als de biologische afstammingsband.
B.2. Uit de feiten van het voor de verwijzende rechter hangende geschil blijkt dat die rechter zich dient uit te
spreken over een verzoek, uitgaande van een man, tot gewone adoptie van de minderjarige kinderen van zijn
adoptiezus. De wettelijke moeder van de kinderen die het voorwerp van het verzoek tot adoptie uitmaken, is de
adoptiezus van de kandidaat-adoptant, aangezien zij door diens ouders ten volle werd geadopteerd.
De feiten doen er eveneens van blijken dat de kinderen geen wettelijke vader hebben, dat de biologische vader niet
bekend is, dat de moeder en de kandidaat-adoptant wettelijk samenwonen, dat er een nauwe sociale en affectieve band
bestaat tussen de te adopteren kinderen en de kandidaat-adoptant, en dat zowel de wettelijke moeder als de
desbetreffende kinderen zich uitdrukkelijk akkoord verklaren met de gewone adoptie.
Het Hof beperkt zijn onderzoek van de prejudiciële vraag tot de door die elementen bepaalde situatie.
B.3. Uit het in samenhang lezen van de in het geding zijnde bepalingen, zoals geïnterpreteerd door de verwijzende
rechter, zou volgen dat een gewone adoptie van de kinderen van een van de partners door de anderepartner mogelijk
is, wanneer de kandidaat-adoptant gehuwd is met de wettelijke ouder, wanneer de kandidaat-adoptant en die ouder
een verklaring van wettelijke samenwoning hebben afgelegd, of wanneer de kandidaat-adoptant en die ouder op een
permanente en affectieve wijze samenwonen sedert ten minste drie jaar, voor zover zij niet door een band van
verwantschap zijn verbonden die leidt tot een huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen.
Wanneer de kandidaat-adoptant en de wettelijke ouder verbonden zijn door een band van verwantschap die leidt
tot een absoluut huwelijksverbod waarvoor de Koning geen ontheffing kan verlenen, is gewone adoptie van de
kinderen van de wettelijke ouder niet mogelijk.
48501
MONITEUR BELGE 05.04.2017 BELGISCH STAATSBLAD

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT