Arrêt Nº 7/2016. Cour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage), 2016-01-21

Date21 janvier 2016
Docket NumberF-20160121-1
CourtCour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage)
B.10.1. Hoewel een exacte schadebegroting bij de aantasting van niet-toegeëigende milieubestanddelen niet
mogelijk is en de morele schade van de rechtspersoon niet samenvalt met de werkelijke ecologische schade, is het voor
de rechter niet onmogelijk de morele schade van de milieuvereniging in concreto te ramen. Zo kan hij onder meer
rekening houden met de statutaire doelstellingen van de vereniging, met de omvang van haar activiteiten en de
inspanningen die ze levert om haar doelstellingen te realiseren. Bovendien kan hij ook de ernst van de milieuverstoring
in aanmerking nemen om de morele schadevergoeding voor de vereniging te begroten.
B.10.2. Weliswaarkan de rechter, na een onderzoek van de schade in concreto, in een bepaald geval van oordeel zijn
dat een morele schadevergoeding van één euro volstaat, doch door artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek zo te
interpreteren dat het zich op algemene wijze ertegen verzet dat meer dan één euro schadevergoeding wordt toegekend
wanneer afbreuk wordt gedaan aan het morele belang van een rechtspersoon wegens de aantasting van zijn collectief
doel, wordt een uitzondering gemaakt op de beginselen van de raming in concreto en van de volledige
schadevergoeding die zijn vervat in die bepaling, zonder dat hiervoor een objectieve en redelijke rechtvaardiging
bestaat.
B.10.3. Een dergelijke beperking zou ook de belangen van de betrokken milieuverenigingen, die een belangrijke rol
hebben bij het waarborgen van het door de Grondwet erkende recht op de bescherming van een gezond leefmilieu,
op onevenredige wijze aantasten.
B.11.1. Bijgevolg schendt artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de
interpretatie dat het zich ertegen verzet dat aan een rechtspersoon die is opgericht en in het rechtsverkeer optreedt ter
verdediging van een collectief belang, zoals de bescherming van het leefmilieu of bepaalde bestanddelen ervan,
een morele schadevergoeding wegens aantasting van het collectief belang waarvoor hij is opgericht wordt toegekend,
die verder gaat dan een symbolische vergoeding van één euro.
B.11.2. Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek kan evenwel ook zo worden geïnterpreteerd dat het zich niet
ertegen verzet dat aan een rechtspersoon die is opgericht en in het rechtsverkeer optreedt ter verdediging van een
collectief belang, zoals de bescherming van het leefmilieu of bepaalde bestanddelen ervan, een morele schade-
vergoeding wegens aantasting van het collectief belang waarvoor hij is opgericht kan worden toegekend, die verder
gaat dan een symbolische vergoeding van één euro. In die interpretatie houdt die bepaling geen schending in van de
artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in samenhang gelezen met de artikelen 23 en 27 van de Grondwet en
met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol bij het Europees Verdrag voor de rechten van de mens.
Om die redenen,
het Hof
zegt voor recht :
- Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek schendt de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, in de interpretatie dat
het zich ertegen verzet dat aan een rechtspersoon die is opgericht en in het rechtsverkeer optreedt ter verdediging van
een collectief belang, zoals de bescherming van het leefmilieu of bepaalde bestanddelen ervan, een morele
schadevergoeding wegens aantasting van het collectief belang waarvoor hij is opgericht wordt toegekend, die verder
gaat dan een symbolische vergoeding van één euro.
- Artikel 1382 van het Burgerlijk Wetboek schendt niet de artikelen 10 en 11 van de Grondwet, al dan niet in
samenhang gelezen met de artikelen 23 en 27 van de Grondwet en met artikel 1 van het Eerste Aanvullend Protocol
van het Europees Verdragvoor de rechten van de mens, in de interpretatie dat het zich niet ertegen verzet dat aan een
rechtspersoon die is opgericht en in het rechtsverkeer optreedt ter verdediging van een collectief belang, zoals de
bescherming van het leefmilieu of bepaalde bestanddelen ervan, een morele schadevergoeding wegens aantasting van
het collectief belang waarvoor hij is opgericht kan worden toegekend, die verder gaat dan een symbolische vergoeding
van één euro.
Aldus gewezen in het Nederlands en het Frans, overeenkomstig artikel 65 van de bijzondere wet van 6 januari 1989
op het Grondwettelijk Hof, op 21 januari 2016.
De griffier, De voorzitter,
P.-Y. Dutilleux A. Alen
COUR CONSTITUTIONNELLE
[2016/201055]
Extrait de larrêt n°7/2016 du 21 janvier 2016
Numéro du rôle : 6081
En cause : la question préjudicielle relative àlarticle 1382 du Code civil, posée par le Tribunal correctionnel de
Flandre orientale, division Gand.
La Cour constitutionnelle,
composée des présidents A. Alen et J. Spreutels, et des juges E. De Groot,L. Lavrysen, J.-P. Snappe, J.-P. Moerman,
E. Derycke, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, F. Daoût, T. Giet et R. Leysen, assistée du greffier P.-Y. Dutilleux, présidée
par le président A. Alen,
après en avoir délibéré, rend larrêt suivant :
I. Objet de la question préjudicielle et procédure
Par jugement du 22 octobre 2014 en cause du ministère public contre P.M. et L. D.V.,dont lexpédition est parvenue
au greffede la Cour le 4 novembre 2014, le Tribunal correctionnel de Flandre orientale, division Gand, a poséla question
préjudicielle suivante :
«Larticle 1382 du Code civil viole-t-il les articles 10 et 11 de la Constitution, combinés ou non avec les articles 23
et 27 de la Constitution et avec larticle 1
er
du Protocole additionnel àla Convention européenne des droits de lhomme,
dans linterprétation selon laquelle larticle 1382 du Code civil soppose àce quune personne morale qui a étécréée et
qui agit en vue de défendre un intérêt collectif, comme la protection de lenvironnement ou de certains éléments de
celui-ci, reçoive, pour atteinte àlintérêt collectif pour lequel elle a étécréée, un dédommagement moral qui dépasse
le dédommagement symbolique dun euro, pour la seule raison que chacun aurait intérêt au respect de lintérêt collectif
que défend cette personne morale, alors que toute personne physique ou morale a en principe droit, pour un même fait
dommageable, àune réparation qui sapprécie concrètement en fonction dun dédommagement entier ou intégral ? »
(...)
18252 BELGISCH STAATSBLAD 17.03.2016 Ed. 2 MONITEUR BELGE

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT