Arrêt Nº 43/2020. Cour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage), 2020-03-12

Date12 mars 2020
Judgement Number43/2020
Docket NumberF-20200312-14
CourtGrondwettelijk Hof (Arbitragehof)
Rolnummers 7100, 7119, 7148 en 7213
Arrest nr. 43/2020
van 12 maart 2020
A R R E S T
__________
In zake : de beroepen tot gedeeltelijke vernietiging van het Vlaamse Bestuursdecreet van
7 december 2018, ingesteld door Peter Verhaeghe en anderen, door de vzw « De Wakkere
Burger » en anderen en door Hans Lammerant.
Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters A. Alen en F. Daoût, en de rechters L. Lavrysen,
J.-P. Moerman, T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet, R. Leysen, J. Moerman en
M. Pâques, bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter
A. Alen,
wijst na beraad het volgende arrest :
*
* *
2
I. Onderwerp van de beroepen en rechtspleging
a. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 22 januari 2019 ter post
aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 23 januari 2019, is beroep tot gedeeltelijke
vernietiging ingesteld van de artikelen I.3, II.1, II.18, II.28, II.53 en IV.273 van het Vlaamse
Bestuursdecreet van 7 december 2018 (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad van
19 december 2018) door Peter Verhaeghe, Denis Malcorps en Jan Crève, bijgestaan en
vertegenwoordigd door Mr. P. Vande Casteele, advocaat bij de balie te Antwerpen.
b. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 8 februari 2019 ter post
aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 11 februari 2019, is beroep tot gedeeltelijke
vernietiging ingesteld van hetzelfde decreet door de vzw « De Wakkere Burger », de
vzw « Straatego », Peter Verhaeghe, Claude Archer, Thomas Goorden en Wim Van Roy,
bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. P. Vande Casteele.
c. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 19 maart 2019 ter post
aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 20 maart 2019, is beroep tot vernietiging
ingesteld van de artikelen II.25, III.81, III.82, III.87, III.88, III.89 en van de woorden « tot aan
de eventuele vernietiging » in artikel III.80 van hetzelfde decreet door Peter Verhaeghe,
Claude Archer, Thomas Goorden en Wim Van Roy, bijgestaan en vertegenwoordigd door
Mr. P. Vande Casteele.
Bij hetzelfde verzoekschrift vorderden de verzoekende partijen eveneens de schorsing van
dezelfde decreetsbepalingen. Bij het arrest nr. 97/2019 van 6 juni 2019, bekendgemaakt in het
Belgisch Staatsblad van 7 februari 2020, heeft het Hof de vordering tot schorsing verworpen.
d. Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 17 juni 2019 ter post
aangetekende brief en ter griffie is ingekomen op 18 juni 2019, heeft Hans Lammerant beroep
tot vernietiging ingesteld van artikel II.34 van hetzelfde decreet.
Die zaken, ingeschreven onder de nummers 7100, 7119, 7148 en 7213 van de rol van het
Hof, werden samengevoegd.
De Vlaamse Regering, bijgestaan en vertegenwoordigd door Mr. B. Martel,
Mr. K. Caluwaert en Mr. E. Loncke, advocaten bij de balie te Brussel, heeft memories
ingediend, de verzoekende partijen hebben memories van antwoord ingediend en de Vlaamse
Regering heeft ook memories van wederantwoord ingediend.
Bij beschikking van 4 december 2019 heeft het Hof, na de rechters-verslaggevers
T. Merckx-Van Goey, ter vervanging van emeritus rechter E. Derycke, en M. Pâques te hebben
gehoord, beslist dat de zaken in staat van wijzen zijn, dat geen terechtzitting zal worden gehouden,
tenzij een partij binnen zeven dagen na ontvangst van de kennisgeving van die beschikking een
verzoek heeft ingediend om te worden gehoord, en dat, behoudens zulk een verzoek, de debatten
zullen worden gesloten op 18 december 2019 en de zaken in beraad zullen worden genomen.
Aangezien geen enkel verzoek tot terechtzitting werd ingediend, zijn de zaken op
18 december 2019 in beraad genomen.
3
De bepalingen van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof met
betrekking tot de rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast.
II. In rechte
- A -
Ten aanzien van de ontvankelijkheid
Wat de zaak nr. 7100 betreft
A.1.1. De Vlaamse Regering werpt de gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep in de zaak nr. 7100
op bij gebrek aan uiteenzetting van de middelen. Het zou niet steeds duidelijk zijn in welk opzicht de bestreden
bepalingen de aangevoerde referentienormen zouden schenden.
A.1.2. De verzoekende partijen betwisten de exceptie van niet-ontvankelijkheid. Zij benadrukken dat de
Vlaamse Regering wel degelijk steeds heeft begrepen waarover het gaat.
Wat de zaak nr. 7119 betreft
A.2.1. De Vlaamse Regering werpt de gedeeltelijke niet-ontvankelijkheid van het beroep in de zaak nr. 7119
op bij gebrek aan uiteenzetting van de middelen. Het zou niet steeds duidelijk zijn in welk opzicht de bestreden
bepalingen de aangevoerde referentienormen zouden schenden. Bovendien wordt in sommige middelen uitsluitend
de schendin g van verdragsbepalingen aa ngevoerd, terwijl het Hof niet bevoegd is om daar rechtstreeks aan te
toetsen. Om die reden zijn sommige middelen of onderdelen daarvan, minstens gedeeltelijk, niet ontvankelij k.
A.2.2. De verzoekende partijen in de zaak nr. 7119 betwisten de exceptie van niet-ontvankelijkheid. Zij
benadrukken dat de bestreden bepalingen een beperking inhouden van de openbaarheid van bestuur en van het
recht op vrije meningsuiting, dat het recht op nieuwsgaring inhoudt. In zoverre ook milieu-informatie aan de orde
kan zijn, zijn artikel 23 van de Grondwet en het Verdrag van Aarhus van 25 juni 1998 « betreffende toegang tot
informatie, i nspraak in b esluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden » (hierna : het
Verdrag van Aarhus) relevant. In zoverre de bestreden bepalingen passen in het kader van een bestuurlijke
procedure, gelden voorts de beginselen van behoorlijk bestuur. Tot slot voeren de verzoekende p artijen de
schending van verdragsbepalingen steeds aan in samenhang met bepalingen uit titel II van de Grondwet, waaraan
het Hof wel rechtstreeks kan toetsen.
Wat de zaak nr. 7148 betreft
A.3.1. De Vlaamse Regering voert aan dat de verzoekende partijen in de zaak nr. 7148 niet doen blijken van
het rechtens vereiste belang bij de vernietiging van de bestreden artikelen II.25, III.80 tot III.82 en III.87 tot III.89
van het Vlaamse Bestuursdecreet van 7 december 2018 (hierna : het Vlaamse Bestuursdecr eet).
Zij zouden niet rechtstreeks en ongunstig worden geraakt door artikel II.25, dat louter voorziet in de
mogelijkheid tot vervanging van een analoog bestuursdocument door een elektronische kopie en aldus geenszins
de toegang tot bestuursdocumenten beperkt.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT