Arrêt Nº 149/2020. Cour constitutionnelle (Cour d'Arbitrage), 2020-11-19

Date19 novembre 2020
Judgement Number149/2020
Docket NumberF-20201119-3
CourtGrondwettelijk Hof (Arbitragehof)
Rolnummer 7169
Arrest nr. 149/2020
van 19 november 2020
A R R E S T
__________
In zake : het beroep tot vernietiging van de artikelen 4 en 8 van het decreet van het
Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot wijziging van, enerzijds, het decreet van 25 mei
1983 tot wijziging, wat de Economische Raad van het Waalse Gewest betreft, van de
kaderwet van 15 juli 1970, houdende organisatie van de planning en economische
decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale Raad van het Waalse
Gewest en, anderzijds, het decreet van 6 november 2008 houdende rationalisering van de
adviesverlenende functie », ingesteld door de vzw « Inter-Environnement Wallonie » en de
vzw « Réseau Information et Diffusion en Education à l’Environnement ».
Het Grondwettelijk Hof,
samengesteld uit de voorzitters F. Daoût en L. Lavrysen, de rechters
T. Merckx-Van Goey, P. Nihoul, T. Giet en J. Moerman, en, overeenkomstig artikel 60bis van
de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof, emeritus voorzitter A. Alen,
bijgestaan door de griffier P.-Y. Dutilleux, onder voorzitterschap van voorzitter F. Daoût,
wijst na beraad het volgende arrest :
*
* *
2
I. Onderwerp van het beroep en rechtspleging
Bij verzoekschrift dat aan het Hof is toegezonden bij op 6 mei 2019 ter post aangetekende
brief en ter griffie is ingekomen op 7 mei 2019, is beroep tot vernietiging ingesteld van de
artikelen 4 en 8 van het decreet van het Waalse Gewest van 18 oktober 2018 « tot wijziging
van, enerzijds, het decreet van 25 mei 1983 tot wijziging, wat de Economische Raad van het
Waalse Gewest betreft, van de kaderwet van 15 juli 1970, houdende organisatie van de
planning en economische decentralisatie en tot oprichting van een Economische en Sociale
Raad van het Waalse Gewest en, anderzijds, het decreet van 6 november 2008 houdende
rationalisering van de adviesverlenende functie » (bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad
van 8 november 2018) door de vzw « Inter-Environnement Wallonie » en de vzw « Réseau
Information et Diffusion en Education à l’Environnement », bijgestaan en vertegenwoordigd
door Mr. J. Sambon, advocaat bij de balie te Brussel.
Geen enkele memorie werd ingediend.
Bij beschikking van 15 juli 2020 heeft het Hof, na de rechters-verslaggevers P. Nihoul en
T. Merckx-Van Goey te hebben gehoord, beslist dat de zaak in staat van wijzen is, dat geen
terechtzitting zal worden gehouden, tenzij de verzoekende partijen binnen zeven dagen na
ontvangst van de kennisgeving van die beschikking een verzoek hebben ingediend om te worden
gehoord, dat, in geval van een dergelijk verzoek, de zaak zal worden behandeld op de
terechtzitting van 24 september 2020, op het tijdstip dat later door de voorzitter zal worden
bepaald, en dat, behoudens zulk een verzoek, de debatten zullen worden gesloten op 1 september
2020 en de zaak in beraad zal worden genomen.
Aangezien geen enkel verzoek tot terechtzitting werd ingediend, is de zaak op 1 september
2020 in beraad genomen.
De bepalingen van de bijzondere wet van 6 januari 1989 op het Grondwettelijk Hof met
betrekking tot de rechtspleging en het gebruik van de talen werden toegepast.
II. In rechte
- A -
A.1. De twee verzo ekende verenigingen zijn van oordeel dat zij beantwoorden aan de voorwaarden va n de
artikelen D.28-5 en D.28-6 van boek 1 van het Milieuwetboek en stellen dat zij door de Waa lse Regering zijn
erkend als federatie of net. Zij worden geraakt door de bestreden decreetswijzigingen die rechtstreeks betre kking
hebben op de federaties of netten van milieuverenigingen in de zin van boek 1 van het Milieu wetboek. Zij
hebben dus een belang om in rechte te treden.
A.2. De verzoekende partijen leiden een enig middel af uit de schending van de artikelen 10 , 11 en 23 van
de Gro ndwet, in samenhang gelezen met de artikelen 2, lid 4, 3, leden 3 en 4, en 6 tot 8 van het Verdrag van
Aarhus van 25 j uni 1992 « betreffende toegang tot informatie, inspraak in besluitvorming en toegang tot de
rechter inzake milieuaangelegenheden ». Met verwijzing naar het Verdrag van Aarhus merken de verzoekende
partijen op dat de rol van de verenigingen voor milieubescher ming doorslaggevend is in de functies van
milieuopvoeding en inspraak in de besluitvorming. De raadpleging gebeurt met name via representatieve
overlegorganen. Het is o m reden van die rol dat het Verdrag van Aarhus voorziet in de erkenning van de
milieuverenigingen en de ondersteuning ervan. Het middel bevat twee onderd elen.

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT