Arbeidshof Antwerpen. - Kabinet van de eerste voorzitter - Beschikking, de 1 avril 2020

Artikel 1. Het arbeidshof Antwerpen bestaat uit tien kamers, ingedeeld in twee afdelingen: Antwerpen en Hasselt.

Art. 2. De eerste tot en met de tiende kamer nemen in beide afdelingen kennis van de hiernavolgende zaken:

  1. de eerste, van de hogere beroepen tegen beslissingen in eerste aanleg van de voorzitter van de arbeidsrechtbank en van de hogere beroepen tegen de vonnissen van de kamers van deze rechtbank samengesteld uit een beroepsmagistraat en vier rechters in sociale zaken;

  2. de tweede, van de hogere beroepen tegen beslissingen gewezen in:

    - geschillen bedoeld in artikel 578 van het Gerechtelijk Wetboek, wanneer de betrokken werknemer een bediende is, behalve wanneer het een geschil betreft dat behoort tot de bevoegdheid van de vijfde kamer, de achtste kamer of de negende kamer;

    - geschillen bedoeld in artikel 582, 3°, 4°, 5°, 6°, 8°, 9°, 12°, 14° en 15° (inzake NMBS) van het Gerechtelijk Wetboek, behalve wanneer het een geschil betreft dat behoort tot de bevoegdheid van de vierde kamer;

  3. de derde, van de hogere beroepen tegen beslissingen gewezen in:

    - geschillen bedoeld in artikel 578 van het Gerechtelijk Wetboek, wanneer de betrokken werknemer een arbeider is, behalve wanneer het een geschil betreft dat behoort tot de bevoegdheid van de vijfde kamer, de achtste kamer of de negende kamer;

  4. de vierde, van de hogere beroepen tegen beslissingen gewezen in:

    - geschillen bedoeld in artikel 580, 2°, 3°, 4°, 6° a), 6° d) en 7° van het Gerechtelijk Wetboek, die betrekking hebben op werkloosheid of ziekte- en invaliditeitsverzekering;

    - geschillen bedoeld in artikel 582, 3°, 5°, 7°, 10°, 11°, 14° en 15° (inzake indicering van de werkzoekende) van het Gerechtelijk Wetboek, wanneer het een geschil betreft met de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening of met de Vlaamse Dienst voor Arbeidsbemiddeling en Beroepsopleiding;

    - geschillen bedoeld bij artikel 52, § 3 van de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994;

    - geschillen bedoeld in artikel 583, vierde lid, van het Gerechtelijk Wetboek;

    - geschillen over de toepassing van het decreet van 30 april 2004 houdende het Handvest van de werkzoekende en zijn uitvoeringsbepalingen;

    - geschillen die een oorzaak vinden in artikel 29 van de wet van 18 juli 2017 betreffende de oprichting van het statuut van nationale solidariteit, de toekenning van een herstelpensioen en de terugbetaling van medische zorg ingevolge daden van terrorisme;

  5. de vijfde, van de hogere beroepen tegen beslissingen gewezen in:

    - geschillen bedoeld in artikel 578bis van het Gerechtelijk Wetboek;

    - geschillen bedoeld in artikel 578, 12°, b) van het Gerechtelijk Wetboek;

    - geschillen bedoeld in artikel 581 van het Gerechtelijk Wetboek;

    - geschillen bedoeld in artikel 583 van het Gerechtelijk Wetboek voor de toepassing op de zelfstandigen;

    - geschillen betreffende het sociaal statuut van de kunstenaars die betrekking hebben op zelfstandigen;

  6. de...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT