Wet houdende de algemene uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 2014, de 19 décembre 2013

HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen

Art. 1.01.1.

Deze wet regelt een aangelegenheid bedoeld in artikel 74, 3° van de Grondwet.

Art. 1.01.2.

De Algemene uitgavenbegroting van het begrotingsjaar 2014 wordt goedgekeurd overeenkomstig de totalen van de programma's zoals vermeld in de bij deze wet gevoegde begrotingen per sectie.

Art. 1.01.3.

§ 1. - De kredieten voor de programma's die betrekking hebben op de werkingskosten van de administraties - bestaansmiddelenprogramma's genoemd - behelzen :

  1. De bezoldigingen en allerhande toelagen van het actief en ter beschikking gesteld personeel, de bezoldigingen of lonen van het hulppersoneel, de toelagen voor hogere en bijzondere functies, de tussenkomst in de abonnementen op het gemeenschappelijk vervoer, de vergoedingen voor arbeidsongevallen - inbegrepen de uitkering van deze vergoedingen aan leden van de familie van het slachtoffer in geval van overlijden - alsook de verminderde bezoldigingen of lonen van het tijdelijk of hulppersoneel, in dienst door werkongeval getroffen.

  2. Allerhande uitgaven voor sociaal dienstbetoon.

  3. Bestendige uitgaven voor aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten :

    - Erelonen van advocaten en geneesheren - Gerechtskosten inzake burgerlijke, administratieve en strafzaken - Presentiegelden, reis- en verblijfkosten van niet tot de Rijksdiensten behorende personen - Bezoldigingen van niet tot de Administratie behorende deskundigen en prestaties van derden;

    - Verbruiksuitgaven met betrekking tot het bezetten van de lokalen - met inbegrip van de uitgaven voor energieverbruik "stookolie, gas, benzine, elektriciteit, kolen" - en uitgaven voor onderhoud - Bureaukosten, vervoer, belastingen, retributies, publicaties van het departement, beroepsscholing, kleding en andere kleine bestuursuitgaven;

    - Allerhande vergoedingen aan het Rijkspersoneel voor werkelijke lasten en materiële schade, de vervoerskosten betreffende dienstreizen en de verzekeringspremies der afgevaardigden van het departement die zich naar het buitenland begeven.

  4. Allerhande werkingsuitgaven met betrekking tot de informatica.

  5. Uitgaven voor uitzonderlijke aankopen van niet-duurzame goederen en van diensten, waaronder werken en leveringen voor de inrichting van nieuwe lokalen en de verhuiskosten.

  6. Huur van onroerende goederen en daarmee verband houdende belastingen van de verschillende diensten van het departement, betaald zonder de tussenkomst van de Regie der Gebouwen.

  7. Andere uitgaven met betrekking tot de werking van de diensten waarvan de gedetailleerde omschrijving in de bestaansmiddelenprogramma's wordt weergegeven.

  8. Uitgaven voor de aankoop van duurzame roerende goederen : machines, meubilair, materieel en vervoermiddelen te land.

  9. Investeringsuitgaven inzake de informatica.

    § 2. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties met betrekking tot de bezoldigingen en allerhande toelagen "11.00.03 - Vast en stagedoend statutair personeel " en "11.00.04 - Ander dan statutair personeel" alsook de basisallocaties 12.21.48, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.

    Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen.

    § 3. In afwijking van het artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 11.00.05, 11.40.05 en 4160.05 - Uitgaven voor sociaal dienstbetoon - en van de basisallocaties betreffende de werkings- en investeringsuitgaven met de economische codes 12 en 74, al of niet specifiek en al dan niet behorend tot een bestaansmiddelenprogramma, binnen éénzelfde sectie van de begroting onder en uitsluitend onder elkaar herverdeeld worden.

    Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen, noch op de basisallocaties 12.21.48.

    § 4. In afwijking van paragraaf 3 mogen de erin bedoelde basisallocaties binnen éénzelfde sectie van de begroting eveneens naar de basisallocaties 21.40.01 worden herverdeeld.

    § 5. In afwijking van artikel 52 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat en onverminderd de bepalingen van de §§ 2 tot 4, mag de bevoegde voorzitter van het directiecomité, mits het akkoord van de voorzitter van het directiecomité van de FOD Budget en Beheerscontrole, de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van de basisallocaties herverdelen. De voorgestelde verhogingen mogen echter een maximumbedrag van 50.000 euro per basisallocatie niet overschrijden. Wanneer eenzelfde basisallocatie het voorwerp is van opeenvolgende verhogingen worden de bedragen samengeteld voor de toepassing van deze bepaling.

    Deze afwijking is ook van toepassing op de Ministerie van Landsverdediging, voor dewelke de bevoegdheid toegewezen aan de voorzitter van het directiecomité deze voor de chef defensie is, en aan de Federale Politie, voor dewelke de bevoegdheid toegewezen is aan de commissaris-generaal.

    Deze afwijking is niet van toepassing op de basisallocaties voor de uitgaven van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen.

    § 6. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties betreffende de personeelsuitgaven enerzijds en de werkings- en investeringsuitgaven anderzijds van de beleidsorganen van de ministers en de staatssecretarissen, binnen eenzelfde programma uitsluitend onder elkaar worden herverdeeld.

    § 7. 1°. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° en 2°, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, en van paragraaf 2 van dit artikel, mogen de vastleggingskredieten van allerhande basisallocaties " 11.00.03 - Vast en stagedoend statutair personeel " en " 11.00.04 - Ander dan statutair personeel " evenals de basisallocaties 12.21.48 van de secties 16 en 17 van de begroting herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van sectie 01 op volgende wijze :

    - Bovenvermelde kredieten van sectie 16 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 3 van het programma 30/6 van sectie 01

    - Bovenvermelde kredieten van sectie 17 met de overeenkomstige kredieten van de activiteiten 6, 7 en 8 van het programma 30/6 van sectie 01

    1. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° en 2°, van dezelfde wet van 22 mei 2003, en van paragraaf 3 van dit artikel, mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 1100.05, 1140.05 en 4160.05 - Uitgaven voor sociaal dienstbetoon - en van de basisallocaties betreffende de niet specifieke werkings- en investeringsuitgaven met de economische codes 12 en 74 van de afdelingen 02, 14, 16 en 17 herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van sectie 01, op volgende wijze :

      Bovenvermelde kredieten van sectie 02 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 1 van het programma 30/6 van sectie 01

      Bovenvermelde kredieten van sectie 14 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 2 van het programma 30/6 van sectie 01

      Bovenvermelde kredieten van sectie 16 met de overeenkomstige kredieten van activiteit 3 van het programma 30/6 van sectie 01

      Bovenvermelde kredieten van sectie 17 met de overeenkomstige kredieten van de activiteiten 6, 7 en 8 van het programma 30/6 van sectie 01

    2. In afwijking van artikel 52, eerste lid, 1° en 2°, van dezelfde wet van 22 mei 2003 mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 19.55 21 61.41.03 en 19.55 22 41.40.02 herverdeeld worden met de overeenkomstige vastleggingskredieten van activiteit 5 van programma 30/6 van sectie 01 en mogen de vastleggingskredieten van de basisallocaties 46.60 11 33.00.01 en 46.61 12.11.23 herverdeeld worden met de overeenkomstige kredieten van activiteit 4 van het programma 30/6 van sectie 01.

    3. De vereffeningskredieten van de basisallocaties van deze paragraaf mogen mutatis mutandis eveneens herverdeeld worden onder dezelfde voorwaarden.

      § 8. In afwijking van artikel 52 van dezelfde wet van 22 mei en van de paragrafen 2 en 3 van dit artikel, worden herverdelingen enkel toegestaan in sectie 01 van de begroting binnen de grenzen van de vastleggingskredieten enerzijds en de vereffeningskredieten anderzijds van elke activiteit van het programma 30/6. Deze afwijking geldt niet voor de activiteiten 6,7 en 8 van het voormelde programma 30/6, die onderling herverdeeld mogen worden.

      Art. 1.01.4.

      Machtiging wordt verleend provisies toe te staan aan advocaten, experten en gerechtsdeurwaarders die voor rekening van de Staat optreden.

      Art. 1.01.5.

      In afwijking van artikel 48, derde lid, van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat, kunnen toelagen worden toegekend in toepassing van artikel 43 van de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Brusselse Instellingen en ten laste van het fonds ter financiering van de internationale rol en de hoofdstedelijke functie van Brussel.

      HOOFDSTUK 2. - Bijzondere bepalingen der departementen

      Sectie 01. - Dotaties en Activiteiten van de Koninklijke Familie

      Art. 2.01.1. Binnen de perken van de betrokken basisallocaties kunnen de volgende toelagen worden toegekend :

      PROGRAMMA 30/6 - ACTIVITEITEN VAN DE KONINKLIJKE FAMILIE

      Toelage aan de VZW "Stichting Prins Laurent".

      Sectie 02. - FOD Kanselarij van de Eerste Minister

      Art. 2.02.1. In afwijking van art. 66 van de wet van 22 mei 2003 houdende organisatie van de begroting en van de comptabiliteit van de federale Staat...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT