Algemene Administratie voor Beleidsexpertise -en Ondersteuning. - Dienst Reglementering. - Overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van Nederland en België met betrekking tot de situatie van de grensarbeiders in de context van de COVID-19 gezondheidscrisis, de 30 avril 2020

Artikel M.

Algemene Administratie voor Beleidsexpertise -en Ondersteuning. - Dienst Reglementering. - Overeenkomst tussen de bevoegde autoriteiten van Nederland en België met betrekking tot de situatie van de grensarbeiders in de context van de COVID-19 gezondheidscrisis

  1. Inleiding

    Op basis van artikel 28, derde lid, van het op 5 juni 2001 ondertekende Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en het Koninkrijk België tot het vermijden van dubbele belasting en tot het voorkomen van het ontgaan van belasting inzake belastingen naar het inkomen en naar het vermogen, zoals gewijzigd door het Protocol ondertekend op 23 juni 2009 (het "Verdrag"), trachten de bevoegde autoriteiten van Nederland en België moeilijkheden of twijfelpunten die mochten rijzen met betrekking tot de interpretatie of de toepassing van het Verdrag in onderlinge overeenstemming op te lossen. Aangezien de coronavirus ("COVID-19")-pandemie een geval van overmacht is en aangezien de maatregelen die genomen zijn als antwoord op de pandemie aanleiding kunnen geven tot grote onzekerheid inzake de fiscale situatie van grensarbeiders, delen de bevoegde autoriteiten van Nederland en België het standpunt dat een akkoord in onderlinge overeenstemming zoals bedoeld in artikel 28, derde lid, van het Verdrag gewettigd is.

    In deze context hebben de bevoegde autoriteiten van Nederland en België overeenstemming bereikt inzake de toepassing, respectievelijk interpretatie, van artikel 15 en artikel 18, zesde lid, van het Verdrag voor situaties waarin een grensarbeider wegens maatregelen betreffende COVID-19 of daarmee verband houdende maatregelen van thuis uit werkt, of dagen die normaliter werkdagen zouden zijn, thuis doorbrengt zonder te werken.

  2. Thuiswerkdagen

    Voor de toepassing van artikel 15, eerste lid van het Verdrag (Niet-zelfstandige beroepen) mogen werkdagen waarvoor bezoldigingen zijn ontvangen en waarop de dienstbetrekking thuis werd uitgeoefend ("thuiswerkdagen") uitsluitend wegens de maatregelen die door de Nederlandse of Belgische regering werden getroffen om de COVID-19-pandemie te bestrijden, geacht worden te zijn doorgebracht in de verdragsluitende Staat waar de grensarbeider de dienstbetrekking zou hebben uitgeoefend zonder de maatregelen ter bestrijding van de COVID-19-pandemie. Deze fictie kan niet worden toegepast op werkdagen die de grensarbeider, los van deze maatregelen, thuiswerkend of in een derde Staat zou hebben doorgebracht. Ze kan in het bijzonder niet...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT