Akkoord tussen de Regering van het Koninkrijk België en de Regering van het Groothertogdom Luxemburg betreffende de wederzijdse bijstand inzake civiele veiligheid, gedaan te Brussel op 5 februari 2015, de 7 mars 2018

Artikel 1. Krachtens dit Akkoord, verstaat men onder "civiele veiligheid":

"alle diensten die de maatregelen en middelen aanwenden die zijn bestemd om personen te redden en goederen te beschermen tijdens rampspoedige gebeurtenissen, catastrofen en schadegevallen, ongeacht of zij van natuurlijke oorsprong zijn of door de mens zijn ontstaan en met name in geval van chemische of nucleaire ongevallen of radiologische noodsituaties".

Dit Akkoord beoogt de wederzijdse bijstand die over het algemeen geleverd zal worden door:

- de verschillende eenheden van de Luxemburgse hulpdiensten die onder het gezag van de Minister van Binnenlandse Zaken staan;

- de operationele eenheden van de Belgische civiele veiligheid die onder het gezag van de Minister van Binnenlandse Zaken staan

en, indien nodig, onder elke andere geschikte vorm, hierna bijstandsteams genoemd.

De bijstand zal bestaan zowel in het uitsturen van bijstandsteams en/of materieel naar de plaats van de ramp, van het ongeval of naar elke andere plaats aangeduid door de bevoegde overheden van het getroffen land, als in het doorgeven van informatie en/ of expertise.

Art. 2. Elke contracterende partij verbindt zich ertoe hulp te verlenen aan de andere contracterende partij, volgens haar mogelijkheden en in overeenstemming met de bepalingen van dit Akkoord.

De Belgische en Luxemburgse overheden die bevoegd zijn voor de civiele veiligheid zullen de hulp van de andere partij kunnen vragen in overeenstemming met de uitvoeringsmaatregelen voorzien in de artikelen 3 en 4 van dit Akkoord.

Art. 3. Elke contracterende partij kan een aanvraag tot bijstand formuleren wanneer ze meent dat de reikwijdte of de aard van de gebeurtenis de bijstand noodzakelijk maakt, rekening houdend met de middelen waarover zij beschikt. De aanvraag tot bijstand preciseert de aard van de ramp en bevat een eerste raming van de omvang ervan, evenals van de behoeften aan hulpverlening. Het ontvangen van de aanvraag tot bijstand impliceert niet automatisch een positief antwoord van de aangezochte partij. Elke partij behoudt haar volledige vrijheid in de beslissing om al dan niet de hulpverlening te verschaffen die van haar gevraagd wordt, met name afhankelijk van de voorzienbare risico's op haar grondgebied, van haar eigen lopende operaties en van de beschikbaarheid van haar bijstandsteams en hun materieel.

De aangezochte partij stelt de verzoekende partij zo snel mogelijk op de hoogte van het antwoord dat zij van plan is te verschaffen op haar aanvraag, van de aard van de bijstand die zij verleent door de samenstelling van de bijstandsteams, de specialiteit van de experts en de uitrustingen bestemd voor de interventie te preciseren. Zij preciseert eveneens hun transportvoorwaarden.

Art. 4. In...

Pour continuer la lecture

SOLLICITEZ VOTRE ESSAI

VLEX uses login cookies to provide you with a better browsing experience. If you click on 'Accept' or continue browsing this site we consider that you accept our cookie policy. ACCEPT