Avis Nº 19/2018. Commission pour la Protection de la Vie Privýe, 2018-02-28
Date | 28 février 2018 |
Docket Number | F-20180228-11 |
Court | Commissie voor de Bescherming van de Persoonlijke Levenssfeer |
1/28
Advies 19/2018 van 28 februari 2018
Betreft: Voorontwerp van wet houdende diverse bepalingen “Binnenlandse Zaken” (CO-A-2018-002)
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer ;
Gelet op de wet van 8 december 1992
tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte
van de verwerking van persoonsgegevens
(hierna WVP), inzonderheid artikel 29;
Gelet op het verzoek om advies van de heer Jan Jambon, minister van Binnenlandse Zaken, ontvangen
op 5/01/2018;
Gelet op de bijkomende informatie ontvangen op 23 en 24/01/2018;
Gelet op het verslag van mevrouw Mireille Salmon;
Brengt op 28 februari 2018 het volgend advies uit:
Advies 19/2018 - 2/28
De Commissie vestigt er de aandacht op dat er recent nieuwe Europese regelgeving inzake de
bescherming van persoonsgegevens werd uitgevaardigd: de Verordening betreffende de
bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en
betreffende het vrije verkeer van die gegevens. Deze akten verschenen in het Europese
Publicatieblad van 4 mei 2016[1].
De verordening, meestal AVG (algemene verordening gegevensbescherming) genaamd, is van kracht
geworden twintig dagen na publicatie, nl. op 24 mei 2016 en wordt, twee jaar later, automatisch van
toepassing, zijnde op 25 mei 2018. De richtlijn moet via nationale wetgeving omgezet worden tegen
uiterlijk 6 mei 2018.
Voor de Verordening betekent dit dat vanaf 24 mei 2016, gedurende de uitvoeringstermijn van twee
jaar, op de lidstaten enerzijds een positieve verplichting rust om alle nodige uitvoeringsbepalingen te
nemen en anderzijds ook een negatieve verplichting, de zogenaamde “onthoudingsplicht”.
Laatstgenoemde verplichting houdt in dat er geen nationale wetgeving mag worden uitgevaardigd die
het door de Verordening beoogde resultaat ernstig in gevaar zou brengen. Ook voor de Richtlijn gelden
gelijkaardige principes.
Het verdient dan ook aanbeveling om desgevallend nu reeds op deze akten te anticiperen. Het behoort
in de eerste plaats aan de adviesaanvrager(s) toe om hiermee rekening te houden in zijn (hun)
voorstellen of ontwerpen. De Commissie heeft in onderhavig advies, in de mate van het mogelijke en
onder voorbehoud van mogelijke bijkomende toekomstige standpunten, alvast gewaakt over de hoger
geschetste negatieve verplichting.
[1] Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van
natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens
Richtlijn (EU) 2016/680 van het Europees Parlement en de Raad van 2 7 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke
personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens door bevoegde autori teiten met het oog op de voorkoming, het
onderzoek, de opsporing en de vervolging van strafbare feiten of de tenuitvoerlegging van straffen, en betreffende het vrije
verkeer van die gegevens en tot intrekking van Kaderbesluit 2008/977/ JBZ van de Raad
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=OJ:L:2016:119:TOC
http://eur-lex.europa.eu/legal-content/FR/TXT/?uri=OJ%3AL%3A2016%3A119%3ATOC
Pour continuer la lecture
SOLLICITEZ VOTRE ESSAI